Home>>read Geen tijd voor een kus free online

Geen tijd voor een kus(26)

By:Meredith Webber


‘Ik heb een paramedische training gehad,’ verklaarde hij. ‘Onlangs ben ik nog ingezet, en zoals je al zei, twee weten meer dan één.’

Buiten wachtte de helikopter. De piloot stond in de deuropening. Hij stelde zich voor als Simon. ‘We kunnen in de buurt van het ongeval landen,’ zei hij, terwijl hij hen de overalls overhandigde die ze over hun kleren aan moesten trekken. ‘Een vluchtje van tien minuten. Onderweg zal ik jullie briefen.’

Eenmaal in het toestel zetten ze de helmen op met apparatuur om onderling te kunnen communiceren.

‘Drie mannen hebben aan de noordkust van het eiland een boom omgezaagd. Daarna hebben ze kettingen om de stam bevestigd om hem weg te slepen, maar hij was te lang en te groot. Een van de mannen was bezig hem doormidden te zagen toen de kettingzaag de ketting raakte en uit zijn hand vloog, waarbij hij in zijn arm werd geraakt. Een collega wilde de zaag grijpen en verloor de helft van zijn hand. De derde heeft ze in zijn wagen getrokken om hulp te gaan halen, maar in zijn paniek is hij over de kop gegaan.’

‘Wie heeft jou dan gebeld?’ vroeg Meg.

‘De man met de gewonde hand. Hij heeft op zijn mobiel het alarmnummer in kunnen toetsen. Volgens hem is de chauffeur buiten bewustzijn omdat hij een klap tegen zijn hoofd heeft gekregen en hij denkt dat de andere man dood is. Ze zitten allemaal bekneld op de voorbank van een auto die ondersteboven in een greppel ligt, dus wie weet?’

Simon vroeg Sam uit te kijken naar het houthakkers-kamp dat op een open plek in het bos lag. Sams maag kromp ineen bij de gedachte aan wat hen te wachten stond.

‘Hij zei dat ze een open plek hadden gemaakt,’ verduidelijkte Simon. Toen hij het toestel een draai liet maken, zag Sam het kamp. De mannen hadden een mooi plekje uitgezocht, vlak naast een van de prachtige, blauwe, zoetwatermeertjes waarom het eiland beroemd was. Ook was er een mooi zandstrand waarop ze konden landen.

‘We volgen gewoon het spoor. Die vent zei dat ze niet ver van het kamp waren. Het meisje van de alarmcentrale heeft hem nog steeds aan de lijn. Ik heb al doorgegeven dat we eraan komen.’

Simon nam gas terug, en Sam pakte de grootste van de rugzakken. Tot zijn verbazing zag hij dat Meg er een nam die nauwelijks kleiner was. Hoe vaak deed ze dit soort werk? Maar ja, waarom zou hij zich eigenlijk nog over haar moeten verbazen? Ze wás in één woord verbazingwekkend.

Nadat Simon de derde rugzak had gepakt, volgden ze het spoor dat vanuit het kamp liep. Van tijd tot tijd, als het spoor zich splitste, riep Simon in de hoop dat iemand zou antwoorden.

Hopelijk waren ze nog op tijd...





Hoofdstuk 6





‘Hij zei het hoofdpad,’ zei Simon, toen ze weer aarzelden. Ineens klonk vanachter een bocht een zwak geroep, dat bevestigde dat hij gelijk had.



Ze renden verder en zagen de gedeukte, oude fourwheeldrive ondersteboven naast het pad liggen. De oorzaak van het ongeluk was duidelijk. Het zandpad was in de bocht bezweken onder het gewicht van het voertuig, dat was weggegleden en over de kop geslagen.

‘We moeten proberen hem zonder snijbranders rechtop te trekken of op zijn minst op zijn kant, anders krijgen we ze er niet uit,’ zei Sam. Hij keek rond alsof hij verwachtte dat uit onverwachte hoek hulp zou komen opdagen, maar het stille bos had niets te bieden.

Op zijn buik liggend probeerde hij door het raampje te gluren, intussen pratend tegen de enige inzittende die niet buiten bewustzijn was.

Meg herinnerde zich dat hij in de vakantie vaak met houthakkers had gewerkt.

Sam kwam weer overeind. ‘Ze hebben altijd een bulldozer om paden vrij te maken en boomstammen weg te slepen. Hij staat iets verderop. Ik ga hem halen. Blijf intussen uit de buurt. Het zand is onstabiel en de wagen kan verder wegglijden.’

‘Misschien kunnen we hem overeind duwen,’ suggereerde Meg.

‘Nee, kijk maar! Als we gaan duwen zonder hem eerst ergens aan vast te maken, bestaat de kans dat hij in het meer glijdt,’ wees hij, voor hij wegrende.

De gedachte dat hij een bulldozer ging besturen beviel haar allerminst. Stel dat nog een stuk weg het begaf. Stel dat hij bekneld onder zo’n enorme machine kwam te liggen.

Niet aan denken.

Simon was op een boomstam gaan zitten en praatte geruststellend tegen de mannen in de auto.

Ineens hoorden ze een dreunend geluid, en Sam verscheen. Hij stopte voor de plek waar het pad het had begeven, sprong eruit en wikkelde snel de kabel aan de voorkant van het gevaarte af.

‘Ik ga hem niet trekken als hij nog op zijn kop ligt want dat kan degenen die erin zitten nog meer verwonden. Ik maak de kabel aan de wielen vast en dan proberen we hem op zijn kant te trekken. Het gewicht van de bulldozer houdt de wagen in evenwicht, terwijl wij die arme sloebers eruit halen.’