‘Meg vroeg jou?’
‘Meg? Nee, natuurlijk niet, Janelle.’ Hij keek even verstoord, maar al snel klaarde zijn gezicht op. Lachend voegde hij eraan toe: ‘Ik had het niet over Meg en mij, ik vroeg haar om raad over Janelle. Meg werkt hier nu vier jaar. Vlak nadat ze haar diploma had gehaald is ze begonnen. Volgens mij heeft ze zich op die studie geworpen om de pijn van haar eerste huwelijk te vergeten en de dood van haar baby. Daarna nam het werk de plaats in van de studie, daar besteedt ze al haar tijd en energie aan. Hoe dan ook, we raakten bevriend...’
Dood van haar baby? Bill praatte door, maar Sam hoor de niet meer wat hij zei. Aanvankelijk was hij opgelucht geweest dat Bill niet geïnteresseerd was in Meg, maar in ene Janelle. Toen Megs huwelijk ter sprake kwam, had hij een steek van jaloezie gevoeld en toen die opmerking over haar baby...
Had Meg een baby gehad?
Was die gestorven?
Hij werd overspoeld door een golf van medelijden.
Wat moest ze veel verdriet hebben gehad...
Geen wonder dat ze met zoveel liefde over Benjie waakte...
Bills stem haalde hem terug naar het hier en nu.
‘Dit zijn de dossiers. Als je ze hebt doorgenomen, kun je ze teruggeven aan Katrina. Zij zal je laten zien waar ze opgeborgen worden voor het geval je ze nog eens nodig hebt.’
De lust om dossiers te lezen was hem vergaan. Het liefst was hij Meg gaan vragen wat er precies met haar baby en haar huwelijk was gebeurd. Hij wilde alles over haar horen wat hij gemist had.
Hij legde de dossiers op zijn bureau, dat van Martin Goodall bovenop. Martin Goodall? Wat had die ook alweer gezegd? Niet dat over de gevangenis, daar raakte hij aan gewend. Iets anders dat hem getroffen had...
Iets met haar hart?
Ja, dat was het. Dertien jaar geleden, toen zijn moeder nog voor Martin werkte, was ze gezond geweest.
Die gebrekkige hartklep was iets van de laatste jaren.
Of niet?
Hij bekeek de vraag van alle kanten, maar besefte dat het nergens toe leidde. Martin Goodall gaf consult in het ziekenhuis. Als hij hem weer tegenkwam, zou hij het hem vragen.
Dat besluit nam zijn verdriet echter niet weg. Hoe slecht had hij zijn moeder gekend... Hoe weinig had hij zich om haar bekommerd...
Lees de dossiers!
Snel nam hij ze door voor de achtergrondinformatie die hem van pas kon komen als hij de verschillende specialisten zou ontmoetten. Sally, zijn secretaresse, kwam binnen om te zeggen dat de rest van de medische staf op hem zat te wachten in de directiekamer. Vandaag was het de dag om ‘de nieuwe baas’ te leren kennen.
Ze ging hem voor en droeg hem over aan Bill, die hem aan de andere artsen voorstelde. Meg was er natuurlijk ook. Ze stond rustig te praten met een andere vrouw. Had ze besloten hem niet aan te kijken? Hij schudde Pete de hand, een lid van de vaste staf met wie hij al kennis had gemaakt, en Kristianne, een jonge arts uit Zuid-Afrika die die ochtend dienst had gehad. Daarna werd hij aan nog een aantal mensen voorgesteld. Twee van hen kwamen uit Engeland, jonge artsen op werkvakantie die iets van de wereld wilden zien voor ze zich ergens vestigden.
De namen haalde hij nog door elkaar, maar hij slaagde er wel in hun functies te onthouden. De oudere vrouw met het donkere haar was de röntgenoloog, een jongere versie van haar de labassistent, een levendige blondine was fysiotherapeut, en een gesoigneerde vrouw van in de veertig bleek bewegingstherapeut te zijn.
Bill had ook vier huisartsen uitgenodigd die in de Bay praktiseerden. Gelukkig bleken de twee die oud genoeg waren om hem gekend te kunnen hebben, hem niet te herkennen. En als ze het wel deden, waren ze zo fijngevoelig om niet te komen met de opmerking: ‘Waarom zit jij niet in de gevangenis?’
Sue schonk koffie en thee en gaf een schaal met koekjes door. Intussen legde Sam uit dat hij maar tijdelijk als directeur in de Bay zou blijven. ‘Ik ga het nieuwe privézieken huis leiden,’ verklaarde hij. ‘Dat nieuwe gebouw naast het winkelcentrum.’ Vanuit zijn ooghoek zag hij de wanhopige - of was het de met afschuw vervulde - uitdrukking op Megs gezicht.
‘We verheugen ons al op de opening,’ zei een van de huisartsen. ‘Dan kunnen meer specialisten hier ambulante operaties uitvoeren en hoeven patiënten geen uren meer te reizen naar de stad.’
‘Wij verheugen ons ook op de opening,’ verzekerde Bill hem, hoewel hij kennelijk net zo verbaasd was door het nieuws als Meg. ‘Momenteel gebruiken een paar specialisten onze operatiezaal voor kleine ingrepen. Dat kan veel efficiënter in een speciale ruimte voor ambulante operaties.’
‘Wanneer denk je open te gaan?’
‘Hoeveel bedden komen er?’
‘Is de staf al aangenomen?’
‘Wie is eigenlijk de eigenaar? Een van de grote ziektekostenverzekeraars?’
De vragen kwamen sneller dan hij ze kon beantwoorden. Dat was maar goed ook, want op sommige wilde hij liever niet ingaan. Het ziekenhuis werd gebouwd door en was eigendom van een bedrijf dat hij samen met zijn moeder had opgericht, maar dat hoefde niet iedereen te weten.