In het begin was de samenwerking met Sally van een leien dakje gegaan. Ze hadden samen overlegd welke kleuren en stijlen het meest bij Lucy in de smaak zouden vallen. Maar toen had hij de fout gemaakt om Sally te vertellen dat Lucy er niet over dacht om ooit te gaan wonen in het huis dat ze zo fraai voor haar hadden ingericht. Sally’s ijver om hem te troosten had geleid tot een onmogelijke situatie, die zich niet lang daarna nog eens herhaalde met Linda. Pas toen had hij zijn lesje geleerd: houd je zakelijke aangelegenheden en je privé-leven onder alle omstandigheden gescheiden! Vermijd iedere relatie, hoe oppervlakkig ook, tot je zeker weet dat dit is wat je zoekt.
Hij moest dus echt stoppen met het kussen van Jena!
Want zelfs al bleek ze precies te zijn wat hij zocht, dan zou ze nog de voorkeur geven aan dat geheimzinnige baantje waar ze achteraan zat.
Om de stilte te verbreken, die na zijn laatste mededeling was gevallen, vroeg Jena: ‘Carla had het over de plaatselijke openbare bibliotheek. Weet jij toevallig waar die is?’
Hij knikte. ‘We komen er praktisch langs. Ik zal het je wel aanwijzen.’
Het was duidelijk dat hij er met zijn gedachten niet helemaal bij was. Waar zou hij aan denken, vroeg Jena zich af? Toch niet aan dat klopje op zijn knie? Ze maakte van de gelegenheid gebruik om hem van terzijde op te nemen. Zijn profiel was iets te hoekig om echt knap genoemd te kunnen worden, maar zijn lange neus en hoge voorhoofd harmonieerden goed met zijn wilskrachtige kin.
Was die kin altijd zo wilskrachtig? En stak hij altijd zo naar voren?
Jena dacht van niet. Ze vroeg zich af waar hij op dit moment over zat te piekeren.
Over heel andere dingen dan zij, dat was duidelijk. Eén blik op die lippen, en ze wist weer precies hoe ze hadden aangevoeld toen hij haar kuste. Verrukkelijk, dat was het enige goede woord. Alleen al bij de herinnering liep er een huivering langs haar ruggengraat.
Wat zijn jouw plannen voor vandaag?’ vroeg hij opeens. ‘Behalve achter mij aan lopen, terwijl ik mijn ronde doe?’
‘Misschien geef ik jou vandaag wel vrij,’ suggereerde ze. Dat zou hem leren om zo arrogant te doen! ‘Ik wil vandaag wat met de verpleegsters meelopen en op de receptie rondkijken. En ik moet de filmploeg begeleiden - ik heb nog genoeg te doen.’
‘O, ja?’ vroeg Noah sceptisch.
Jena glimlachte. ‘Geef ons een kans,’ pleitte ze. ‘Ontspan je, en misschien ga je het dan nog wel leuk vinden ook. Het is toch ook opwindend als er opnamen worden gemaakt?’
Hij keek haar aan met een gezicht alsof de suggestie om te ontspannen echt te gek was om los te lopen. ‘Daar is de bibliotheek.’ Hij wees naar een laag bakstenen gebouwtje. ‘Voor zover ik weet is hij elke dag geopend. Was je op zoek naar iets speciaals?’
‘Informatie over standbeelden,’ deelde ze mee. Bij het zien van zijn verbaasde gezicht kreeg ze medelijden en legde ze uit waar het om ging.
‘Je haalt je een hoop werk op de hals,’ zei hij. ‘En waarom eigenlijk? Die parade is vooral bedoeld om zo veel mogelijk mensen naar het winkelcentrum te lokken, in de hoop dat ze dan geld uitgeven. Kerstmis is verworden tot een zuiver commerciële aangelegenheid.’
Jena liet hem rustig stoom afblazen, maar ondertussen verbaasde ze zich over de vreemde persoonlijkheid van de man naast haar. Hoewel hij edelmoedig was, scheen hij daar zelf weinig plezier aan te beleven. Was die goedgeefsheid van hem misschien een vorm van boetedoening of iets dergelijks?
En dan was daar nog de extreem hoge vergoeding die hij had bedongen van de filmproducent. Terwijl hij verder toch helemaal geen hebzuchtige indruk op haar had gemaakt...
Ze reden de parkeerplaats van het ziekenhuis al op, maar Jena kon haar nieuwsgierigheid niet langer bedwingen. ‘Dat extra bedrag dat je van de productiemaatschappij hebt losgekregen,’ vroeg ze. ‘Ga je dat gebruiken voor het rehabilitatieproject? Dat kost natuurlijk een hoop geld. Ik weet dat de jongelui momenteel in jouw huis wonen, maar was er niet ook nog een ander huis? Moeten ze daar huur voor betalen? Ze verdienen toch geld met het werk dat ze doen?’
Noah parkeerde de jeep netjes op een lege plek en zette de motor af. Hij wendde zich naar haar toe en glimlachte flauwtjes. ‘Zoveel vragen en maar zo weinig tijd om ze te beantwoorden.’ Hij maakte een gebaar in de richting van de achterdeur van het ziekenhuis, waar de filmploeg al op Jena stond te wachten. ‘Kwamen die allemaal nu pas bij je op, of had je ze opgespaard?’
Jena gaf geen antwoord, ze werd te zeer in beslag genomen door het nieuwe probleem dat zich voordeed. Wat zou de filmploeg wel denken als ze haar uit Noahs auto zagen stappen?
‘Verdikkeme,’ riep ze hardop. Pas toen drong het tot haar door dat Noah tegen haar aan het praten was en dat ze er geen woord van had verstaan. ‘Sorry, vind je het goed dat we daar vanavond over doorpraten?’ vroeg ze. ‘Ik moet dat stelletje ongeregeld daar snel aan werk zetten, voordat ze allerlei onjuiste conclusies trekken over jou en mij. Ik dacht dat ze allang druk aan het timmeren zouden zijn.’