Home>>read Geen tijd voor een kus free online

Geen tijd voor een kus(124)

By:Meredith Webber


Jena vroeg zich af hoeveel tegenslag een mens kon verdragen. Ze drukte Ruby tegen zich aan en drukte een kus op het blonde hoofdje - de enige troost die ze op dat moment kon bieden.

Ze liepen het huisje binnen. Jena had verwacht Noah daar aan te treffen, maar er was niemand in de zitkamer. ‘Moet je eens kijken wat ik heb gevonden!’

Hij stapte de kamer binnen met een rieten wasmand in zijn armen. ‘Speelgoed! Dat hebben mijn ouders allemaal bewaard voor als de kleinkinderen komen. Hier!’ Hij zette de mand op de vloer midden in de kamer en deed het deksel open. ‘Als jij nu even op de kinderen past, vraag ik aan Rose of ze mij wil helpen in de keuken,’ fluisterde hij tegen Jena.

Nadat Jena een grappige lappenpop uit de mand had gehaald, liet ze hem op en neer dansen voor Ruby, die geïnteresseerd toekeek.

Rose zette Lily nu ook op de grond, aan de andere kant van de mand, en al gauw waren de kleintjes druk in de weer met het speelgoed.

Ze waren juist klaar met eten toen de politie arriveerde. Jena bood aan om de kinderen in bad te doen, terwijl Rose de agenten te woord stond.

Even keek Rose bedenkelijk, maar toen gebaarde ze iets naar de kinderen. Met een glimlach op hun gezichtjes keken de kleintjes op naar Jena, die uitnodigend haar handen naar hen uitstak. Vol vertrouwen liepen ze met haar mee naar de badkamer.

Nadat Jena de kleintjes had gedoucht en afgedroogd, wikkelde ze hen allebei in een grote handdoek en wachtte, met haar armen om hen heen, tot Rose klaar was met het gesprek met de agenten.

‘Hier zijn hun pyjama’s en hun luiers,’ hoorde ze Rose even later zeggen vanuit de deuropening.

De kinderen maakten zich onmiddellijk van Jena los en vlogen op hun moeder af. Die vermoedde dat het alledaagse ritueel van het naar bed brengen op alledrie een kalmerend effect zou hebben. Ze vond een mop achter de deur en begon de vloer van de badkamer droog te maken.

Hoe ze zichzelf droog zou moeten krijgen, was een heel ander verhaal. Haar blouse was kletsnat geworden en plakte tegen haar lichaam. Omdat ze er alleen een badpak onder aan had, tekenden haar vormen zich duidelijk af onder de dunne, doorschijnende stof. ‘Verdorie,’ mompelde ze tegen haar reflectie in de kleine spiegel boven de wastafel.

‘Maak je geen zorgen, de politie is alweer weg. Niemand ziet je.’

Bij het horen van Noahs stem draaide ze zich met een ruk om en keek hem aan. De blik in zijn ogen vertelde haar dat in ieder geval iemand haar zag.

Jena voelde dat de natte haartjes in haar nek rechtovereind gingen staan.



TM





Hoofdstuk 5





Jena liep met Noah mee terug naar de zitkamer, waar de twee banken waren uitgeklapt tot tweepersoonsbedden. Op de vloer was een kampeerbed uitgespreid.



‘Ik dacht dat het prettiger zou zijn voor Rose als we allemaal in dezelfde kamer slapen,’ verklaarde Noah. ‘Zij kan op één van de slaapbanken met haar kinderen, en jij op de andere. Ik slaap wel op de grond.’

Jena protesteerde niet tegen deze verdeling, omdat ze wel wist dat dat toch niet zou helpen. Bovendien leek het haar wel prettig om weer eens in een goed bed te slapen, na een paar nachten op die oude stretcher van Matt. Ze wilde alleen dat ze een pyjama bij zich had en een tandenborstel en een kam.

Rose stopte de kleintjes in, waarna ze in de badkamer verdween om een douche te nemen.

‘Denk je dat ze het allemaal weer een beetje aankan,’ vroeg Jena aan Noah, zodra ze alleen waren.

Hij gaf niet direct antwoord, maar deed het licht in de zitkamer uit, pakte haar bij de arm en dirigeerde haar naar de veranda aan de achterkant van het huis.

De maan was opgekomen en wierp zijn zilverwitte licht over het landschap. Jena ging in een stoel zitten en keek naar het donkere silhouet van Noah, die tegenover haar had plaatsgenomen. Ze zou nu eigenlijk bang moeten zijn; er liep tenslotte een gewapende man daar ergens in het donker. Maar op de en of andere manier kon ze zich niet voorstellen dat de echtgenoot van Rose echt kwaad in de zin kon hebben. Het enige wat ze voelde was een zekere spanning vanwege het feit dat ze hier met Noah Blacklock op een maanverlichte veranda zat. ‘Wat denk je, gaat het weer iets beter met Rose?’ vroeg ze voor de tweede keer, om haar gedachten een andere richting te geven.

Voordat Noah kon antwoorden, voegde Rose zich echter bij hen en ging zwijgend in de enig overgebleven stoel zitten.

‘Waar komen jullie eigenlijk vandaan?’ vroeg Noah aan Rose, om de stilte te verbreken.

‘Uit Brisbane,’ antwoordde de vrouw. ‘We hebben er vaak over gedacht om naar het platteland te verhuizen. Dat zou veel beter zijn voor de kinderen. Maar voorlopig kan dat niet, omdat ze eerst in het ziekenhuis in de stad geopereerd moeten worden.’

Er ritselde iets tussen de struiken. Alledrie spitsten ze hun oren, hun zenuwen tot het uiterste gespannen. Van opluchting schoten ze in de lach toen een opossum zich uit een boom vlakbij de hut liet vallen en hen vanaf de onderste tak nieuwsgierig aankeek.