Home>>read Geen tijd voor een kus free online

Geen tijd voor een kus(117)

By:Meredith Webber


Waar die nu opeens vandaan was gekomen, was Jena een raadsel - dit scheen een dag te zijn dat de een na de ander als een duveltje uit een doosje tevoorschijn sprong. ‘Ja, Miss Carthew?’

Jena hoopte maar dat haar stem een beetje vriendelijk klonk. Bij het horen van die bitse stem was haar nekhaar overeind gaan staan - voor de zoveelste keer.

‘Je mag me wel Linda noemen hoor. Het gaat over die functie van jou als contactpersoon. Jij wordt geacht te bemiddelen tussen het ziekenhuis en de filmploeg. Maar het ziekenhuis, daar horen ook het bestuur en de directie bij.’

Jena herinnerde zich wat de producer haar had verteld over deze klus, en ze besefte dat er moeilijkheden op komst waren. ‘Om precies te zijn,’ zei ze, terwijl ze de trap af liep en tegenover de vrouw ging staan, ‘ben ik aangesteld als contactpersoon tussen het medisch team, dat onder leiding staat van dokter Blacklock, en de televisiemaatschappij. Maar natuurlijk zijn we graag bereid om een vergadering met het bestuur in te lassen.’ Ze probeerde haar stem luchtig te laten klinken, in de hoop een confrontatie met Linda te vermijden.

Zo gemakkelijk was Linda echter niet te paaien! ‘Dokter Blacklock is verantwoording verschuldigd aan het bestuur,’ zei ze, briesend van verontwaardiging.

‘Werkelijk?’ mompelde Jena. ‘Ik had begrepen dat hij is aangesteld door het ministerie van Volksgezondheid. Dat heeft uiteindelijk ook toestemming gegeven om in het ziekenhuis van Kareela te filmen. Dat daarbij ook het bestuur van het ziekenhuis is geraadpleegd, was vooral bedoeld om de plaatselijke bevolking niet voor het hoofd te stoten.’ Linda deed haar mond open alsof ze iets wilde zeggen, maar ze bedacht zich en deed hem weer dicht. De overheid boezemde haar kennelijk nog wel enig ontzag in.

Een ogenblik later kreeg Jena een troepje pratende mannen en vrouwen in het oog, die op de voordeur af koersten. ‘Als je me wilt excuseren,’ zei ze tegen Linda. Ze liep door de hal naar buiten en haastte zich het bordes af om het wanordelijke groepje tegen te houden voordat ze naar binnen konden stormen.





Hoofdstuk 3





‘Waarom was je er eigenlijk zo op tegen dat wij hier zouden komen filmen?’ vroeg Jena toen ze die middag samen terugreden naar het meer.



Haar oude jeep had niet willen starten, en ze had hem noodgedwongen achtergelaten bij de plaatselijke garage. Ze had dus geen andere keuze gehad dan met Noah mee te rijden.

Noah slaakte een zucht. Hij kon zoveel antwoorden bedenken op haar vraag, dat hij gewoon niet wist waar hij moest beginnen.

‘Zo moeilijk is het toch niet om daar antwoord op te geven?’ vroeg Jena. Ze was zo ver mogelijk bij hem vandaan geschoven. Niet omdat ze bang was dat hij haar zou bijten - blaffende honden bijten niet - maar alleen omdat ze buiten werktijd zo min mogelijk met hem te maken wilde hebben. Waarom dat zo was, daar wilde ze maar liever niet te diep over nadenken. Ze had zich nog nooit van haar leven zo onmiddellijk tot iemand aangetrokken gevoeld. En dat sloeg helemaal nergens op, want ze vond hem niet eens aardig. ‘Zeg maar gewoon het eerste wat je te binnen schiet,’ raadde ze hem aan.

Hij haalde onverschillig zijn brede schouders op. ‘Drugs,’ zei hij toen, na een stilte die zo lang duurde, dat ze de hoop op een antwoord al bijna had opgegeven.

‘Het oude cliché,’ zei Jena geïrriteerd. ‘Iedereen die bij de film of de televisie werkt, is aan de drugs.’

‘Je kunt toch niet ontkennen dat het in die groep vrij normaal wordt gevonden om wat te gebruiken.’

‘En afgaande op dat gegeven, ga je er maar bij voorbaat van uit dat iedereen van de hele filmploeg zo stoned als een aap is en dat ze staan te popelen om de jeugd van Kareela aan de drugs te helpen.’

‘Helemaal niet,’ ontkende hij, terwijl hij van de snelweg afsloeg. ‘Ik vroeg me alleen maar af of de aanwezigheid van een filmploeg geen lokaas zou zijn voor ongunstige elementen.’

‘Dealers, bedoel je?’ Jena dacht een ogenblik na en gaf toen toe: ‘Daar zit iets in, maar dat is jouw probleem toch niet? Het lijkt me eerder de taak van de ouders van tieners om zich daar zorgen over te maken.’

Meteen kromp ze ineen toen ze zich realiseerde dat ze met die opmerking de spijker misschien wel precies op zijn kop had geslagen. Ze wierp een snelle blik op zijn linkerhand. Geen trouwring, maar dat zei eigenlijk niet veel. Lang niet alle mannen droegen een trouwring. Maar was hij niet wat jong om al kinderen in de tienerleeftijd te hebben?

‘Het is de vraag of die daarbij hebben stilgestaan,’ zei Noah. ‘De mensen schenen zich meer bezig te houden met de vraag of de lui van de televisie hun inkopen zouden doen in Kareela, of in de stad.’

‘De mensen met wie ik tot nog toe heb gewerkt, deden altijd hun boodschappen bij de plaatselijke supermarkt,’ verzekerde Jena hem. ‘Dat waren echte gezondheidsfreaks, die geen dag zonder verse groenten en fruit konden.’