Home>>read Geen tijd voor een kus free online

Geen tijd voor een kus(112)

By:Meredith Webber


Ondanks het fascinerende effect van een paar slanke handen en een fluwelen stem, lukte het Jena om de informatie die hij haar verschafte in zich op te nemen. Ze herinnerde zich nu ook de biografische gegevens over Noah Blacklock, die door een medewerker van de researchafdeling bij elkaar waren gesprokkeld. ‘Maar waarom neemt iemand zoals jij, met zoveel ervaring op het gebied van traumabehandeling, een baan in een streekziekenhuis waar de nadruk veel meer ligt op de behandeling van chronische ziekten?’ vroeg ze. ‘Raakte je soms overspannen van het werken in de stad?’

Hij fronste zijn wenkbrauwen, en Jena had direct spijt van haar impertinente vraag. Wat kon het haar trouwens schelen waarom hij niet meer in de stad werkte? Haar taak was om te zorgen voor een goede werkrelatie met de man, niet om hem te analyseren.

‘Dat is niet jouw zaak, lijkt me.’ Zijn stem klonk koud. ‘Je zei dat jullie alleen maar de bovenverdieping zullen gebruiken voor jullie namaak-operatiekamer en kantoor, maar jullie mensen zullen daar dan toch moeten kunnen komen. Dus ze zullen gebruik moeten maken van de trappen en de foyer. Ik neem tenminste aan dat ze niet kunnen vliegen. Kan ik ze vragen om de achteringang te gebruiken, en zo min mogelijk lawaai te maken?’

‘We zullen al onze mensen waarschuwen dat ze zo stil mogelijk moeten zijn bij het in- en uitgaan,’ zei Jena geruststellend. ‘Vanmiddag komen de decorontwerper en de timmerlui langs om de bovenverdieping te bekijken. Ik zal ze opwachten en ze direct vertellen dat ze zachtjes moeten doen. Misschien kunnen ze wel een deel van de spullen die ze nodig hebben door een raam naar binnen hijsen in plaats van via de trap.’

Hij zag er niet echt verheugd uit bij die mededeling, maar hij gaf een kort knikje als teken van instemming. En meer kon ze in dit stadium waarschijnlijk niet van hem verwachten.

Jena wilde juist uiteenzetten wat ze verder nog voor maatregelen overwoog om de overlast te beperken, toen er kort op de deur werd geklopt. Het volgende moment stapten een knappe, tot in de puntjes verzorgde jongeman en een bijna al te slanke, blonde jongedame de kamer binnen.





Hoofdstuk 2





Jena zag het gezicht van de dokter betrekken. Ze vroeg zich af wie van de twee binnenkomers daar verantwoordelijk voor was. De blondine? Brachten alle vrouwen hem soms uit zijn humeur?



‘Ik had begrepen dat wij ook aanwezig zouden zijn bij het gesprek met Miss Carpenter,’ zei de man nors. Hij leunde tegen het bureau en keek Noah Blacklock met een donkere blik aan.

Twee boze mannen!

‘En ik dacht dat het nu juist de bedoeling was dat ik tijdens dit hele circus maar met één persoon zou worden geconfronteerd - en niet met een hele horde meelopers.’

De vrouw slaakte een zucht. ‘Het ziekenhuis is niet van jou alleen, Noah,’ zei ze hoofdschuddend. Aan haar stem te horen, was het niet de eerste keer dat ze hem daarop wees.

Had Jena dat zelf niet ook al een keer gezegd? Waarom had ze nu dan opeens met hem te doen?

Ze wierp een blik in zijn richting. Zijn gezicht was heel strak geworden en zo bleek, dat ze vermoedde dat hij inwendig kookte van woede. ‘Het werkt echt een stuk beter als ik maar met één persoon hoef te beraadslagen,’ merkte ze op, in de hoop het tij te keren. ‘Hoewel ik natuurlijk te allen tijde bereid ben om ook de andere stafleden te woord te staan. Dokter Blacklock was juist van plan me een rondleiding te geven en me aan iedereen voor te stellen.’

Ze stond op om de nieuwkomers te begroeten, de vrouw het eerst. ‘Jena Carpenter,’ stelde ze zichzelf voor. ‘Linda Carthew,’ zei de blondine. Ze negeerde Jena’s hand en keek haar aan met een blik alsof ze bang was een besmettelijke ziekte op te lopen.

Geweldig! De tweede die mij liever ziet gaan dan komen, dacht Jena. Als ze zo naar me blijven kijken, met van die verzengende blikken, mag ik wel een zonnebril gaan dragen.

‘Ik ben Jeff Finch,’ deelde de man mee. Hij pakte de door Linda Carthew versmade hand en begon hem enthousiast te schudden. ‘Ik ben de algemeen directeur van dit ziekenhuis - dus als je iets nodig hebt, hoef je het maar aan me te vragen. Linda hier is ons actiefste directielid. Zij heeft ons allemaal overgehaald om toestemming te geven voor de reportage.’

Dus die duistere blik had niets te maken met de komst van de filmploeg, bedacht Jena. Ze wierp nog eens een tersluikse blik op de vrouw. Misschien had ze zich vergist en viel het met die vijandigheid wel mee.

Noah Blacklock, die zich inmiddels bij hen had gevoegd, maakte een grommend geluid.

Prompt vergat Jena Linda Carthew en richtte ze zich weer op het grotere gevaar, dat naast haar stond.

‘Miss Carpenter is mijn contactpersoon,’ zei hij nadrukkelijk. Hij pakte Jena bij haar elleboog en dirigeerde haar het kantoor uit.