Hij fronste zijn wenkbrauwen, geïrriteerd omdat hij die laatste opmerking zelf had willen maken. Maar helaas werd hij afgeleid doordat ze ging zitten, waarbij een aanzienlijk stuk van een slanke, licht gebruinde dij zichtbaar werd. Hij vroeg zich af hoe vrijgezellen er over het algemeen in slaagden om hun libido de baas te blijven.
Wat hij zich eveneens afvroeg, was waar hij in vredesnaam die informatie had gelaten die ze hem hadden toegestuurd. Als daar inderdaad achtergrondinformatie over haar in stond, zou het nog wel eens interessante lectuur kunnen zijn...
‘Ik heb begrepen dat dit een bloeiend streekziekenhuis is en dat er, hoewel de echte noodgevallen naar Brisbane worden doorgestuurd, altijd wel patiënten zijn die dag en nacht bewaakt moeten worden. Daarom hebben we het ook uitgekozen voor onze reportage. Mijn taak is om te zorgen dat de filmploeg zo min mogelijk overlast veroorzaakt bij de dagelijkse gang van zaken.’
Noah moest voor de tweede keer de neiging onderdrukken om wanhopig zijn ogen ten hemel te slaan. ‘Dat moet ik nog zien,’ zei hij cynisch. Hij kwam echter direct tot inkeer en schudde zijn hoofd. Wat was ook alweer het spreekwoord waarmee zijn oudste zus hem vroeger om de oren placht te slaan? Zeg maar niets, dan zeg je ook niets verkeerd!
Misschien had Blondie zijn hatelijke opmerking niet gehoord...
Maar aan de frons tussen haar wenkbrauwen zag hij dat ze het wel degelijk gehoord had.
‘De keus is aan u, dokter Blacklock. U kunt ons helpen bij onze pogingen om alles zo geruisloos mogelijk te laten verlopen, of u kunt ons daarbij tegenwerken. Ik heb begrepen dat u aanvankelijk tegen de reportage was, maar dat u zich hebt laten overhalen toen we er een hogere beloning tegenover stelden.’
Ze wachtte even en keek hem recht in zijn ogen. ‘We betalen een groot bedrag om hier te mogen filmen. En als ik me niet vergis, zal een groot deel van dat geld ten goede komt aan het een of andere stokpaardje van uzelf. Daarvoor in ruil verwachten we dan ook uw volledige medewerking. Vandaag wil ik graag de indeling van het ziekenhuis leren kennen, zodat ik de filmploeg kan instrueren. En de komende drie weken zult u dagelijks met mij zijn opgescheept. Ik zal u volgen als een schaduw, of u dat nu leuk vindt of niet.’
Jena zag dat zijn zilvergrijze ogen zich vernauwden tot spleetjes. Ze vermoedde dat hij op het punt stond om weer tegen haar uit te vallen. Achteraf had ze er spijt van dat ze hem niet had tegengehouden toen hij voor niets haar band was gaan verwisselen. Maar hoe kon zij nu weten dat de arts die zich zo fel tegen de reportage had verzet, op zo’n afgelegen plek woonde?
En er zo fantastisch uitzag?
In stilte vermaande ze zichzelf om haar hoofd erbij te houden. Snel begon ze aan de speech die ze thuis had voorbereid. ‘Dit kantoor is niet geschikt voor ons doel, dus gaan we iets dergelijks in de ruimte op de tweede verdieping nabouwen - alleen maar voor de opnamen van jou, terwijl je je administratie doet. Ook voor de shots in de operatiekamer zal een nieuwe set worden gebouwd.’
‘En dat moet dan levensechte televisie heten?’
Jena negeerde zijn sarcastische vraag. Opeens moest ze denken aan iets wat ze zich al tijden afvroeg. Toen ze op zoek waren naar een geschikt ziekenhuis, bleken er in de omgeving van Kareela vijf ziekenhuizen te liggen waarin ruimte genoeg was om eventueel een paar extra sets te bouwen. ‘Hoe is het mogelijk dat de ziekenhuizen in deze streek zoveel ruimte overhebben? In dit ziekenhuis staat de hele tweede verdieping leeg. Worden er zoveel minder mensen ziek tegenwoordig?’
Als hij al verrast was door de andere wending die ze opeens aan het gesprek gaf, liet hij dat in elk geval niet merken. Hij keek haar een ogenblik peinzend aan en antwoordde toen: ‘Streekziekenhuizen bieden tegenwoordig over het algemeen meer mogelijkheden dan vroeger, maar het aantal specialistische behandelingen waarin ze kunnen voorzien is beperkt.’
Hij pauzeerde even. Vervolgens greep hij naar een balpen, die hij verstrooid van de ene hand naar de andere verplaatste, terwijl hij vervolgde: ‘Dus behalve de trauma-patiënten, worden ook de meeste kankerpatiënten en andere patiënten die geopereerd moeten worden doorgestuurd naar de stad. Wel komen er veel patiënten hier voor een nabehandeling.’
Jena keek als gebiologeerd naar zijn lange vingers die achteloos met de balpen speelden. Maar toen dwong ze zichzelf om haar aandacht te richten op wat hij haar vertelde. Ze had er tenslotte zelf naar gevraagd.
‘Daar komt nog bij dat de duur van een ziekenhuisverblijf tegenwoordig veel korter is dan vroeger,’ ging hij verder. De klank van zijn stem was warmer geworden, minder scherp dan daarvoor. Het was duidelijk dat hij praatte over een onderwerp dat hem na aan het hart lag. ‘Vijftig jaar geleden, toen dit soort ziekenhuizen werden gebouwd, moest een patiënt na een blindedarmoperatie nog drie weken in bed blijven. Tegenwoordig zijn ze binnen vierentwintig uur alweer op de been, en een paar dagen later mogen ze naar huis. Een gebroken heup, waarmee mensen vroeger drie maanden in het gips lagen, wordt nu operatief voorzien van een pin of een stalen plaatje of allebei, en binnen een week loopt de patiënt met een beetje hulp alweer rond.’