Home>>read Geen tijd voor een kus free online

Geen tijd voor een kus(105)

By:Meredith Webber


McCall nam haar in zijn armen. ‘Ja, en het is een van de tweeduizendvierhonderdtweeëndertig dingen die ik zo fantastisch aan je vind.’

Cassie ontspande zich.

Zijn het er maar tweeduizendvierhonderdtweeëndertig?’ schertste ze, terwijl ze met haar nagels over zijn dij streek.

‘Tweeduizendvierhonderddrieëndertig, verbeterde hij, ‘en hou daar meteen mee op, want dit gesprek is nog niet afgelopen.’

‘O nee?’ Cassie was de tel kwijtgeraakt wat het aantal gesprekken van de afgelopen dagen betrof. Zodra McCall in de buurt was, lieten haar hersenen het afweten en namen haar zintuigen het over.

‘Nee,’ antwoordde hij met een ernstig gezicht. ‘Em komt pas over enkele maanden terug, en ik moet een poosje terug naar Brisbane om daar dingen af te handelen. Daarna kom ik terug. Ik moet nog een onderzoeksproject afronden.’ Hij zweeg even. ‘Als Em tegen die tijd terug is en hier wil blijven, zou je dan met me terug naar Brisbane willen gaan? Je zou alvast kunnen informeren naar de studie kindergeneeskunde en -’

Cassie legde hem met een kus het zwijgen op. ‘Je doet alsof ik een aansporing nodig heb om bij je te zijn.’ Ze legde haar handen om zijn gezicht en keek hem recht aan. ‘Weet je niet wat ik voor je voel? Weet je niet dat ik je overal naartoe zou volgen? Voel je niet net als ik dat samen zijn het enige belangrijke in de wereld is, en dat het er niet toe doet waar we zijn?’

Hij klemde zijn armen om haar heen en drukte haar tegen zich aan. ‘O, Cassie, dat is precies wat ik wil, maar ik was bang dat jij dat niet zou voelen. Toen dacht ik dat je hier zou willen blijven, en ik probeerde te bedenken hoe ik van hieruit zou kunnen werken zodat ik bij je kon blijven.

Maar je hebt gelijk. Het doet er niet toe waar we zijn of wat we doen, zolang we maar samen zijn.’

Ze maakte zich los uit zijn armen zodat ze hem weer recht aan kon kijken.

‘Dit is toch niet iets wat je verzonnen hebt, hè, McCall?’ vroeg ze streng.

Aangezien hij niet in staat was iets te zeggen, kuste hij haar in plaats daarvan, om haar duidelijk te maken dat hij ieder woord had gemeend.

Cassie nestelde zich tegen hem aan. Ze voelde zich veilig en geborgen in zijn armen. De afgrijselijke gebeurtenissen van de afgelopen paar weken leken op te lossen door het geluk dat Henry McCall in haar leven had gebracht.





Heeft u al kennis gemaakt met ons aanstormend

talent LAURA IDING? Binnenkort verschijnt haar

nieuwste pennenvrucht in Doktersroman Extra 50,

over een vrouwelijke chirurg die voor de voeten gelopen

wordt door haar hinderlijk bazige - maar ook razend

knappe - baas! Vanaf 16 oktober 2012 verkrijgbaar in

onze webwinkel en in de Nederlandse winkels,

in België vanaf 20 december 2012.





Korte inhoud





Lang, donker en boos

MEREDITH WEBBER



Voor een documentaire moet Jena in een primitieve hut bivakkeren, samen met de even aantrekkelijke als chagrijnige dokter Noah. Ondanks zijn gemopper is ze erg gecharmeerd van hem, maar verliefd worden? Dat is wel het laatste wat ze kan gebruiken!





Hoofdstuk 1





Noah Blacklock wenste alle vrouwen naar de duivel, terwijl hij over het smalle zandweggetje reed dat van zijn hut midden in de wildernis naar de hoofdweg leidde. Het was hun schuld dat hij vanmorgen te laat op zijn werk zou komen. Ze hadden een geheim complot gesloten om hem stapelgek te maken, dat stond vast.



De motor van zijn jeep gromde, terwijl het voertuig moeizaam door het mulle zand ploeterde. Nog eventjes, en hij was op de verharde weg die hem naar de stad zou brengen - met een beetje geluk kwam hij nog op tijd voor zijn afspraak!

Hij reed de asfaltweg op en trapte zo hard als hij kon op de rem om niet tegen de oude Toyota op te botsten die even verderop aan de kant van de weg stond. Woedend sprong hij uit zijn wagen. Wie was er nou zo stom om op deze plaats stil te gaan staan!

Een vrouw, natuurlijk!

En nog blond ook.

Een welgevormde, langbenige blondine - het prototype van het domme blondje.

Ze had een krik in haar hand en keek peinzend naar het rechtervoorwiel van die aftandse oude roestbak van haar.

Hij slikte de verwensingen in die hij haar naar het hoofd had willen slingeren, rukte haar de krik uit handen en plaatste hem onder het chassis.

‘Ik -’ begon ze, met een zachte, enigszins hese stem.

‘Zeg maar niets. Hou alsjeblieft je mond,’ gromde hij tegen dit zoveelste specimen van de vrouwelijke soort dat zijn pad doorkruiste met het doel hem frustratie en ergernis te bezorgen. Zijn lichaam mocht misschien registreren dat ze een heel verleidelijk parfum op had, maar zijn brein was wel wijzer en weigerde resoluut om daar enige aandacht aan te besteden.

‘Maar-’

Hij stak afwerend zijn hand op, pakte een tang uit de gereedschapskist die naast hem stond en begon de wieldoppen los te draaien.