'Ik ben Annie Ferguson,' stelde Annie zichzelf voor. 'Ik ben Kates tante en ik kom kijken hoe het met mijn nichtje is.' Ze keek Jelveh scherp aan, maar die gaf geen enkele blijk van vijandigheid en keek glimlachend terug. 'Ze heeft me een bericht gestuurd dat ze ziek is,' zei Annie, iets vriendelijker nu. Daarna wendde ze zich tot Tom. 'En dit is Tom Jefferson. Hij is een Amerikaanse journalist. Ik wil graag Paul en Kate spreken.' Ze wilde onmiddellijk naar ze toe, maar Jelveh leek geen haast te hebben. Het was bijna twee dagen geleden dat Annie Kates sms'je had ontvangen. Ze was verschrikkelijk van streek en kon alleen maar bidden dat ze nog leefde. Als ze hersenvliesontsteking had, was ze nu misschien al dood. De gedachte deed haar huiveren.
'Natuurlijk.' Jelveh keek haar glimlachend aan. 'Ze heeft me heel veel over u verteld.' Ze vroeg hun even te wachten. Ze verdween en even later kwam haar echtgenoot naar de deur. Hij keek naar de beide Amerikanen, knikte en vroeg hun binnen te komen. Hij nam hen mee naar de huiskamer en vroeg of ze iets wilden drinken. Hij was buitengewoon beleefd en maakte een gastvrije indruk. Hij leek sprekend op Pauls vader. Annie wilde schreeuwen dat ze hen naar de twee jonge mensen moesten brengen, maar toen herinnerde ze zich Toms waarschuwing om beleefd, rustig en geduldig te zijn. Ze bevonden zich op hun terrein en hadden zich te houden aan hun regels en voorwaarden.
'Uw broer zei dat u me zou helpen,' zei Annie rechtstreeks tegen Pauls oom. Ze wilde dat hij opschoot, maar dat deed hij niet. Ze hadden zijn vraag of ze iets wilden drinken, met nee beantwoord. 'Ik weet dat mijn nichtje ziek is geweest en ik weet zeker dat u erg goed voor haar hebt gezorgd. Maar ik heb gehoord dat u Pauls paspoort hebt afgenomen. Zijn ouders zijn daar erg ontdaan van. Ik verwacht dat u hen allebei samen met mij laat vertrekken,' zei Annie kordaat. Ze hoopte dat ze hem zonder ruzie van haar standpunt zou kunnen overtuigen.
'Paul en Kate zijn hier allebei,' zei Pauls oom kalm. 'En uw nichtje gaat dagelijks vooruit. Ze heeft een gemeen virus opgelopen, maar ze is er nu veel beter aan toe. Mijn vrouw heeft haar verzorgd en we zullen haar natuurlijk met u meegeven. We hebben haar paspoort alleen voor haar bewaard, zodat ze het niet zou kwijtraken.' Annie zei hier niets op, maar ze betwijfelde of dat waar was. 'Met mijn neef is het een ander verhaal. Dit is zijn thuis, zijn geboorteland. Hij hoort hier, niet in New York. Het was dwaas en verkeerd van mijn broer om jaren geleden Iran te verlaten. Zijn zoon hoort hier, bij onze familie. Paul zal hier een beter leven hebben. Wij willen dat hij blijft.' Het hart zonk Annie en Tom bij het horen van deze woorden in de schoenen. Ze zagen allebei dat Pauls oom er oprecht van overtuigd was dat hij hier goed aan deed. Zijn acties waren niet kwaad bedoeld. Ze waren alleen misplaatst, vooral omdat Paul een leven had in New York, en zijn ouders daar woonden. Maar zijn oom was kennelijk volkomen overtuigd van zijn gelijk. Ze gingen niet met hem in discussie. Annie wilde nu alleen Kate zien.
'Waar is Kate?' vroeg ze rustig. Ze wilde onmiddellijk naar haar toe, maar ze wilde ook Paul hier weg krijgen.
'Ze is boven, in haar kamer.' De oom keek nerveus Toms kant op terwijl hij dit zei. Hij had het gevoel dat Tom een belangrijk en misschien zelfs een gevaarlijk man was, en daar zat hij niet ver naast. Tom nam het tafereel nauwlettend in zich op en had nog geen woord gezegd.
'Leeft ze nog?' vroeg Annie met een doodsbang gezicht. Stel je voor dat Kate was overleden terwijl ze in het vliegtuig zaten. Hersenvliesontsteking was haar grootste angst, omdat jonge mensen daar zo snel aan konden overlijden. Maar als ze niet meer leefde, had de oom dat vast wel verteld toen ze aankwamen. Angst vertroebelde Annies geest en zette haar zenuwen onder hoogspanning. Ze hadden gezegd dat ze beter was, maar was dat waar?
'Natuurlijk leeft ze nog,' antwoordde de man meteen geruststellend.
'Ik wil haar zien,' zei Annie, en ze probeerde haar tranen van uitputting en opluchting terug te dringen. Op dat moment mengde Tom zich in het gesprek. Het was een gespannen situatie, en Tom vroeg zich af of er meer aan de hand was dan Kate in haar korte sms'je had gezegd. Misschien waren ze erachter gekomen dat Paul en zij een relatie hadden en wilden ze daar een eind aan maken door Paul in Iran te houden.
'Hebben ze een misdrijf gepleegd?' vroeg Tom botweg.
'Niet in het openbaar,' verzekerde de oom hun, hoewel zijn vrouw onmiddellijk nadat ze dat zelf had ontdekt, aan hem had verteld dat ze meer dan 'vrienden' waren. Ze had geen geheimen voor haar man. 'Hoewel ze een intiemere band met elkaar blijken te hebben dan ze toegaven toen ze hier aankwamen. Een moslim die een relatie aangaat met een westerse vrouw van een ander geloof kan hier zwaar gestraft worden.' Annie voelde zich duizelig worden toen ze deze woorden hoorde, en ze kneep Tom in zijn hand. 'Het was dan ook verkeerd van Paul om hiernaartoe te komen en te doen alsof ze vrienden waren. Maar ze zijn nog jong en dwaas.' Hij keek hen glimlachend aan. 'Een verbintenis tussen hen beiden zou echter niet verstandig zijn. Ook om die reden is het beter als Paul hier blijft. Als Kate vertrekt, is er verder geen gevaar meer. Ik heb haar paspoort, creditcard en reischeques aan haar teruggegeven. Ze is vrij om te gaan. Ik weet zeker dat ze blij zal zijn om u te zien.' Annie en Tom waren enorm opgelucht door deze woorden. De oom had geen enkele reden om Kate vast te houden, en wilde dat ook helemaal niet doen. Ze was geen gijzelaar, ze was een gast, en zo hadden ze haar ook behandeld. 'Mijn neef hoort hier, in zijn eigen land. Hij zal niet met Kate vertrekken.'