Home>>read Evermore free online

Evermore(92)

By:Alyson Noel


‘Waarom heb je je echte achternaam niet gebruikt?’

‘Dat lag gevoelig. Mijn vader was een gezocht man. Het leek mij beter om daar afstand van te doen.’

‘En Drina?’ Bij het uitspreken van haar naam voelt het alsof mijn keel dichtgeknepen wordt.

Hij knikt. ‘Poverina – arm, klein kind. We werden allebei onder toezicht van de kerk geplaatst, daar hebben we elkaar leren kennen. Ik kon het niet aan haar te verliezen toen ze ziek werd, dus heb ik haar ook laten drinken.’

‘Ze vertelde dat jullie getrouwd zijn.’ Ik bijt op mijn lip. Mijn keel voelt nog steeds dichtgeknepen en pijnlijk. Ik weet wel dat ze het niet met die woorden gezegd heeft, maar dat bedoelde ze wel toen ze haar volledige naam vertelde.

Hij knijpt zijn ogen tot spleetjes en wendt zijn hoofd af, mompelend en hoofdschuddend.

‘Is het waar?’ Mijn maag draait zich om, mijn hart bonkt tegen mijn ribben.

Hij knikt. ‘Maar het is niet wat je denkt, verre van. Het is allemaal zo lang geleden gebeurd dat het al lang niet meer van belang is.’

‘Waarom ben je dan niet gescheiden? Ik bedoel, als het toch niet belangrijk is.’ Mijn wangen gloeien en mijn ogen prikken.

‘Wil je zeggen dat ik even naar de rechtbank moet met huwelijkspapieren van enkele eeuwen geleden om te vragen of ik kan scheiden?’

Ik kauw op mijn onderlip. Hij heeft gelijk, maar toch.

‘Ever, toe. Je moet me een beetje tegemoetkomen. Ik ben niet zoals jij. Jij bent er pas zeventien jaar, in dit leven in elk geval, maar ik leef al honderden jaren! Dat is meer dan genoeg tijd om een paar fouten te begaan. Er is genoeg wat je me kunt verwijten, maar mijn relatie met Drina valt daar volgens mij niet onder. Het lag toen allemaal anders. Ik was heel iemand anders. Ik was ijdel, oppervlakkig en zeer materialistisch. Het draaide allemaal om mij, ik deed wat ik wilde. Vanaf het moment dat ik jou ontmoette, veranderde dat allemaal. Toen ik je kwijtraakte... Ik had nog nooit zo’n vreselijke pijn gekend. Enige tijd later verscheen je opnieuw...’ Hij pauzeert even. ‘Ik had je nog niet gevonden, of ik was je alweer kwijt. En zo ging dat telkens weer, steeds opnieuw. Een eindeloze cirkel van liefde en verlies. Behalve nu.’

‘Dus we komen steeds terug in een nieuw leven?’ Het klinkt raar, hardop.

‘Jij wel. Ik niet.’ Hij haalt zijn schouders op. ‘Ik ben altijd hier, altijd dezelfde.’

‘Wie was ik dan?’ Ik weet niet of ik het allemaal geloof, maar het idee fascineert me. ‘En waarom kan ik me daar niets van herinneren?’

Hij glimlacht en is blij dat hij over iets anders kan praten. ‘De reis terug loopt via de Rivier van Vergetelheid. Het is niet de bedoeling dat je je iets herinnert. Je bent hier om te leren, te groeien, je karma weer in balans te brengen. Elke keer begin je opnieuw en ben je gedwongen je eigen weg te vinden. Het leven, Ever, is niet bedoeld als een tentamen met het boek erbij.’

‘Speel jij dat spel dan niet vals? Door hier te blijven?’ Ik trek een plagerige grijns naar meneer ik-vertel-je-wel-even-hoe-dewereld-in-elkaar-steekt.

Hij krimpt ineen. ‘Zo zou je dat kunnen zien.’

‘Hoe weet je dit allemaal als je het zelf nooit hebt meegemaakt?’

‘Ik heb tijd genoeg gehad om de grootste geheimen van het leven te bestuderen. In die tijd heb ik een paar uitstekende leermeesters gehad. Het enige wat jij hoeft te weten over je vorige levens is dat je altijd een vrouw was.’ Hij glimlacht en schuift een plukje van mijn haren opzij. ‘Altijd zeer knap. En je betekende altijd heel veel voor mij.’

Ik kijk naar het water en laat het golven, gewoon omdat ik dat kan. Daarna haal ik de zee weg. Ik haal alles weer weg, zodat we weer in de buitenwoonkamer zitten.

‘Een andere omgeving?’ Hij glimlacht.

‘Omgeving wel, maar niet een ander onderwerp.’

Hij zucht. ‘Na jaren zoeken is het me gelukt je terug te vinden. De rest weet je al.’

Ik haal diep adem en kijk naar de lamp, die ik aan en uit klik met mijn gedachten terwijl ik probeer alles door te laten dringen.

‘Ik heb het lang geleden uitgemaakt met Drina, maar ze heeft de nare gewoonte om steeds terug te komen. Weet je nog die avond in het St. Regis? Toen je ons voor het eerst samen zag? Ik probeerde haar over te halen verder te gaan, voor eens en voor altijd. Dat heeft duidelijk weinig effect gehad. En ja, ik weet dat ze Evangeline vermoord heeft. Want die dag dat je alleen wakker werd op het strand...’ Zijn toon eindigt vragend.

Ik knijp mijn ogen toe. Ik wist het wel! Zie je nou wel dat hij niet aan het surfen was!

‘... toen had ik net haar lichaam gevonden. Het was te laat om haar nog te redden. En ja, ik weet het ook van Haven. Gelukkig is het me wel gelukt haar te redden.’