Home>>read Evermore free online

Evermore(90)

By:Alyson Noel

Ik zie hoe hij ineenkrimpt, zijn ogen neerslaat en daarna overal heen kijkt behalve naar mij. Als hij dat uiteindelijk wel doet, zegt hij: ‘Om te beginnen: je hebt gelijk, het was egoïstisch van me. De waarheid is dat ik je vooral gered heb uit eigenbelang, niet zozeer het jouwe. Ik kon het niet meer aan je nog een keer te verliezen, niet na...’ Hij breekt de zin af en schudt zijn hoofd. ‘In elk geval wist ik niet zeker of het zou lukken. Natuurlijk wist ik dat ik je teruggebracht had uit de dood, maar niet hoe lang dat zou duren. Ik was er niet zeker van dat je echt onsterfelijk was geworden. Niet tot ik je net in het ravijn zag...’

‘Hield je me in de gaten in het ravijn?’ vraag ik vol ongeloof.

Hij knikt.

‘Wil je zeggen dat jij daar ook was?’ Weer vol verbijstering.

‘Nee, ik keek toe vanaf een afstand.’ Hij wrijft over zijn kaak. ‘Het is moeilijk uit te leggen.’

‘Even voor de duidelijkheid, ja? Je hield me in de gaten, weliswaar vanaf een afstand, maar je kon alles zien wat er gebeurde... En toch deed je niets om mij te redden?’ Bij de laatste zin wordt mijn stem luider. Ik ben opeens zo kwaad dat ik bijna geen lucht krijg.

Hij schudt langzaam zijn hoofd. ‘Pas toen je zelf gered wilde worden. Toen liet ik de sluier verschijnen en ik spoorde je aan die kant op te lopen.’

‘Dus je zou me hebben laten doodgaan?’ Meteen schuif ik een stukje van hem vandaan; ik wil het liefst helemaal uit zijn buurt blijven.

Hij kijkt me aan met een ernstig gezicht. ‘Als jij dat echt wilde, dan wel.’ Hij houdt zijn hoofd schuin. ‘Ever, de laatste keer dat ik je sprak, op het parkeerterrein van je school, zei je tegen me dat je me haatte om wat ik je had aangedaan. Je haatte me om mijn egoïsme, omdat ik je van je familie had gescheiden en je terug had gebracht. Het deed pijn dat te horen, maar je had gelijk. Ik had het recht niet om zo in te grijpen. Maar nu net in het ravijn, toen je al die liefde naar boven wist te halen, toen wist ik het. Die liefde heeft je verwondingen genezen en je gered.’

Hoe zit het dan met het ziekenhuis, vraag ik me af. Waarom kon ik mezelf toen niet genezen? Waarom moest ik al die snijwonden, gebroken botten en blauwe plekken dan meemaken? Waarom kon ik toen niet herstellen op dezelfde manier als in het ravijn? Ik sla mijn armen over elkaar. Ik weet niet of ik dit allemaal wel geloof.

‘Alleen liefde geneest. Woede, schuldgevoelens en angst kunnen alleen maar vernietigen. Ze drijven een wig tussen jou en je vaardigheden.’ Hij laat zijn ogen over mij glijden.

‘Dat is ook zoiets.’ Ik kijk nog steeds kwaad. ‘Dat jij mijn gedachten wel kunt lezen, maar ik de jouwe niet. Dat is niet eerlijk.’

Hij lacht. ‘Wil je mijn gedachten echt weten? Al die geheimzinnigheid rond mij is toch een van de redenen dat je me leuk vindt?’

Ik kijk omlaag en gebruik mijn knieën als rustpunt. Mijn wangen gloeien als ik terugdenk aan alle gedachten die hij heeft kunnen zien. Ik schaam me kapot.

‘Er zijn manieren om je daartegen af te schermen, hoor. Misschien moet je eens met Ava gaan praten.’

‘Ken je Ava?’ Ik gaap hem aan en voel me in het nauw gedreven.

Ontkennend schudt hij zijn hoofd. ‘Mijn enige verband met Ava is via jou en jouw gedachten over haar.’

Ik kijk weg en zie een konijnenfamilie voorbij huppen. Ik draai mijn hoofd weer naar hem. ‘En de paardenrennen?’

‘Voorgevoel. Dat deed jij ook.’

‘Hoe zit dat dan met die race die je verloren hebt?’

Hij begint te lachen. ‘Af en toe moet ik er een paar verliezen, anders worden mensen achterdochtig. Maar ik heb het verlies toch weer goedgemaakt?’

‘En die tulpen?’

‘Die heb ik zich laten manifesteren. Op dezelfde manier dat jij die olifant en dit strand hebt laten verschijnen. Het is eenvoudige kwantumfysica. Het bewustzijn zorgt ervoor dat materie ontstaat waar er kort daarvoor slechts energie aanwezig was. Het is allemaal lang niet zo ingewikkeld als mensen graag willen geloven.’ Hij grinnikt.

Ik snap er weinig van. Hoe simpel hij ook denkt dat het is.

‘We maken onze eigen realiteit. En ja, dat kun je thuis ook doen,’ zegt hij vooruitlopend op de vraag die op dit moment pas in mijn hoofd opkomt. ‘Om eerlijk te zijn doe je dat al, maar je realiseert het je niet omdat het veel langer duurt voor je het resultaat ziet.’

‘Bij jou is dat niet zo.’

Hij grijnst. ‘Ik ga al een tijdje mee. Ik heb genoeg tijd gehad om een paar kunstjes onder de knie te krijgen.’

‘Hoe lang?’ Ik kijk hem lang aan en denk aan die ene kamer in zijn huis. Ik vraag me af over wat voor een periode we het hebben.

‘Heel lang.’ Hij zucht en kijkt de andere kant op.