Home>>read Evermore free online

Evermore(44)

By:Alyson Noel


Ze haalt haar schouders op. ‘Hij probeerde mij ook over te halen auditie te doen, maar dat is niets voor mij. Maar eh... waar is de lange, donkere, sexy jongen oftewel je vriendje?’Ze vouwt haar servet open en gebruikt hem als placemat voor haar cakeje met aardbeiendiscodip.

Nu is het mijn beurt om mijn schouders op te halen. Ik realiseer me dat ik weer niet om zijn telefoonnummer gevraagd heb en niet weet waar hij woont. ‘Waarschijnlijk geniet hij ervan zelfstandig te zijn,’ antwoord ik, terwijl ik mijn boterham uit het trommeltje pak en een hap neem. ‘Al iets gehoord over Evangeline?’

Ze schudt haar hoofd. ‘Dat niet, maar moet je dit zien.’ Ze trekt haar mouw omhoog en laat me de onderkant van haar pols zien.

Ik knijp mijn ogen een beetje toe en zie het begin van een kleine, cirkelvormige tatoeage. Het is een ruwe schets van een slang die zijn eigen staart opeet. De tekening is nog niet af, maar gedurende een fractie van een seconde denk ik dat ik het ding zie kronkelen en bewegen. Na een keertje knipperen met mijn ogen is de tekening weer rustig.

‘Wat is dat?’ fluister ik. Er komt een energie van de tatoeage vandaan die me een angstig gevoel bezorgt, al weet ik niet waarom.

‘Het moest een verrassing zijn. Ik laat het je wel zien als hij af is.’ Ze glimlacht. ‘Ik had het je niet eens mogen vertellen.’ Ze trekt haar mouw omlaag en eroverheen en kijkt om zich heen. ‘Ik heb beloofd mijn mond te houden. Maar ik ben er zo enthousiast over en soms lukt het me gewoon niet om een geheim te bewaren. Vooral niet die van mezelf.’

Ik kijk haar aan en probeer haar energie te lezen, in de hoop een logische verklaring te vinden voor het feit dat mijn maag zich omdraait. Ik kan niets vinden. ‘Wie heb je dat beloofd? Wat is er aan de hand?’ vraag ik meteen erachteraan, omdat ik merk dat haar aura een doffe, donkergrijze kleur aanneemt. De rand van haar aura is gerafeld en vaag.

Ze lacht alleen maar en maakt een beweging alsof ze haar lippen dichtritst. ‘Niks, laat maar. Je zult nog even geduld moeten hebben.’





Achttien



Na school rijd ik naar huis. Bij de oprit zie ik dat Damen me opwacht bij de trap naar de voordeur. Hij glimlacht op een geruststellende manier die alle wolken voor de zon laat verdwijnen.

‘Hoe kom je langs de bewaking bij het hek?’vraag ik, zeker wetend dat ik geen toestemming gegeven heb.

‘Een beetje charme en een dure auto doen elke keer weer wonderen.’ Hij lacht en veegt zijn hand over zijn donkere designerjeans terwijl hij achter me aan naar binnen loopt. ‘Hoe was jouw dag?’

Met een nonchalant gebaar realiseer ik me dat ik de belangrijkste regel van allemaal heb genegeerd: nooit een vreemde binnenlaten, ook al is het zogenaamd je vriendje. ‘Ach, de gebruikelijke dingen. De invalster zwoer dat ze nooit meer terugkomt. Mevrouw Machado vroeg mij om niet meer terug te komen...’ Ik kijk op en heb de neiging nog meer onzin te verzinnen, aangezien hij duidelijk niet luistert naar wat ik zeg. Hij knikt wel alsof hij het volgt, maar zijn gedachten zijn ergens anders.

Ik loop naar de keuken, kijk in de koelkast en vraag naar zijn dag. ‘En jij, wat heb jij gedaan?’ Ik houd een flesje water omhoog, maar hij schudt zijn hoofd. Hij heeft zijn eigen flesje met het rode drankje mee en neemt daar een klein slokje van.

‘Rondgereden, gesurft, wachtend tot de school voorbij was zodat ik jou weer kon zien.’ Hij glimlacht.

‘Je weet dat je net zo goed naar school had kunnen gaan, dan had je niet zo lang hoeven wachten.’

‘Daar zal ik morgen aan denken,’ lacht hij.

Ik leun tegen het aanrecht en draai de dop van mijn flesje rond en rond. Ik ben een beetje zenuwachtig om alleen te zijn met hem in zo’n groot, leeg huis. Er zijn zoveel onbeantwoorde vragen en ik heb geen idee waar ik moet beginnen.

‘Wil je naar buiten, bij het zwembad zitten?’ vraag ik na een tijdje. De frisse lucht en open ruimte helpen me hopelijk te kalmeren.

Hij pakt mijn hand en schudt zijn hoofd. ‘Ik wil liever naar boven, jouw kamer eens bekijken.’

‘Hoe weet je dat mijn kamer boven is?’ vraag ik en knijp mijn ogen half dicht.

Hij grijnst alleen maar. ‘Is dat niet altijd zo, dan?’

Ik aarzel. Moet ik dit laten gebeuren of een nette manier bedenken om hem de deur uit te krijgen?

Hij knijpt in mijn hand en zegt: ‘Kom op, ik beloof dat ik niet zal bijten.’ Zijn glimlach is onweerstaanbaar en zijn aanraking zo warm en uitnodigend dat ik alleen nog maar kan hopen dat Riley er niet is als we boven zijn.

Maar, zodra we boven aan de trap komen, rent ze uit een zijkamer op ons af. ‘Het spijt me zo erg! Ik wil geen ruzie meer maken en ik... Oeps, sorry!’ Ze blijft staan en kijkt sprakeloos voor zich uit, haar ogen even groot als een frisbee, van de een naar de ander.