‘Ik zag de invalster toen ik op je stond te wachten.’ Weer grijnst hij. ‘Ze stond er wat verloren bij, dus heb ik haar naar de lerarenkamer begeleid. Ze leek zo in de war dat het me niet verbaast als ze naar het scheikundelokaal loopt.’
Op het moment dat hij dit zegt, weet ik dat hij de waarheid spreekt. Ik ‘zie’ haar het verkeerde lokaal binnengaan, omdat ze denkt dat het Engels is.
‘Dus zeg het maar. Wat heb ik gedaan dat je zo boos op me bent?’
Ik til mijn hoofd op als Stacia iets in Honors oor fluistert, waarna ze hun hoofd schudden en woest in mijn richting kijken.
‘Gewoon negeren, het zijn idioten,’fluistert Damen, terwijl hij verder naar mij toe buigt en zijn hand op de mijne legt. ‘Het spijt me dat ik er zo weinig ben. Ik heb bezoek, ik kon niet weg.’
‘Bedoel je Drina?’ Het klinkt afschuwelijk jaloers en ik huiver geschrokken. Graag zou ik me kalm, koel en zelfverzekerd gedragen, alsof ik niet eens heb gemerkt dat alles veranderde zodra zij verscheen. Maar ja, dat is onmogelijk in mijn geval. Ik ben eerder paranoïde dan naïef.
‘Ever...’ begint hij.
Nu ik ben begonnen, kan ik het net zo goed doorzetten. ‘Heb je Haven onlangs nog gezien? Ze ziet eruit als een kopie van Drina. Ze kleedt zich net als zij, gedraagt zich net als zij en heeft nu zelfs dezelfde kleur ogen. Kom tijdens de lunch maar bij ons zitten, dan kun je het zelf zien.’ Kwaad kijk ik hem aan, alsof het allemaal zijn schuld is. Maar zodra onze blikken elkaar kruisen, is de betovering weer intact en ben ik net een stukje metaal in de buurt van een magneet.
Hij haalt diep adem, schudt langzaam zijn hoofd en zegt: ‘Ever, het is niet wat je denkt.’
Ik trek mijn hand terug, leun naar achteren en bijt op mijn lip. Hoe kan hij nou weten wat ik denk?
‘Ik wil het goedmaken. Mag ik je mee uit nemen, naar een speciale plek? Alsjeblieft?’
Ik kan de warmte van zijn blik op mijn huid voelen en kijk hem dan ook niet aan. Ik wil hem in spanning en twijfel laten. Ik wil genieten van die macht zolang het kan.
Ik schuif in mijn stoel, kijk kort op en zeg mysterieus: ‘We zullen wel zien.’
Na het vierde uur, geschiedenis, zie ik Damen buiten mijn lokaal staan wachten. Ik neem aan dat hij met me mee wil lopen naar de lunchtafel. ‘Ik gooi even mijn tas in mijn locker, dan kunnen we gaan.’
‘Dat hoeft niet.’ Hij grijnst en slaat zijn arm om mijn middel. ‘De verrassing begint nu meteen.’
‘Verrassing?’ Als ik hem diep in zijn ogen kijk, lijkt de hele wereld te krimpen. Alles draait om mij en hem, de rest is onbelangrijk.
Hij glimlacht. ‘Je weet wel, ik neem je mee naar een speciale plek. Zo speciaal dat je me vergeeft voor al mijn tekortkomingen.’
‘Hoe zit het met de rest van de lessen? Spijbelen we de rest van de dag?’ Ik sla mijn armen over elkaar, maar vooral voor de show.
Hij beweegt naar me toe en lacht. Zijn lippen strelen langs de zijkant van mijn hals terwijl ik hem zachtjes ‘ja’ hoor zeggen.
Als ik me losmaak uit de omhelzing, hoor ik mezelf opeens zeggen ‘hoe dan?’ in plaats van ‘nee.’
‘Maak je maar geen zorgen.’ Hij grijnst en geeft me een kneepje in mijn hand terwijl we samen door het hek naar buiten gaan. ‘Bij mij ben je altijd veilig.’
Zestien
‘Disneyland?’ Ik stap uit mijn auto en staar hem sprakeloos aan. Ik had van alles bedacht onderweg, maar hier was ik nooit opgekomen.
‘Ze zeggen dat dit de vrolijkste plek op de hele wereld is,’ grinnikt hij. ‘Ben je hier al eens eerder geweest?’
Ik schud mijn hoofd.
‘Mooi zo, dan ben ik vandaag je gids.’ Hij haakt zijn arm door de mijne en we lopen samen naar binnen. Terwijl we over Main Street lopen, de grote hoofdstraat van het park, kan ik me maar moeilijk voorstellen dat hij hier eerder is geweest. Hij is zo intellectueel, zo cultureel ontwikkeld en zo sexy dat ik me niet kan voorstellen dat hij rondhangt op een plek waar Mickey Mouse regeert. ‘Het is hier beter op een doordeweekse dag. Nu is het minder druk,’ zegt hij terwijl we oversteken. ‘Kom, ik zal je New Orleans laten zien. Dat is mijn favoriete plek.’
‘Kom je hier vaak genoeg om een favoriete plek te hebben?’ Midden op straat blijf ik staan en kijk hem verbaasd aan. ‘Je was hier toch net pas naartoe verhuisd?’
Hij lacht. ‘Dat is ook zo. Maar dat betekent niet dat ik hier niet eerder geweest ben.’ Hij trekt me mee naar het spookhuis.
Na het spookhuis doen we Pirates of the Caribbean. Daarna vraagt hij me welke attractie ik het leukst vind.
‘Ehm, Pirates.’ Ik knik instemmend. ‘Denk ik.’
Hij kijkt me aan.
‘Nou ja, ze zijn allebei heel gaaf,’ antwoord ik schouderophalend. ‘Maar Pirates heeft Johnny Depp, wat zorgt voor een oneerlijk voordeel, vind je niet?’