Ik leun naar de spiegel toe, prik mijn kleine oorbellen met minidiamantjes in mijn oren en kam mijn haren strak naar achteren in een paardenstaart.
‘Het verbaast me dat je nu gewoon weer die kleding aantrekt,’ merkt ze op met haar neus afkeurend opgetrokken. ‘Ik dacht dat je eindelijk een vriendje aan de haak had geslagen?’ Ze laat de zweep vallen en grijpt mijn iPod. Haar duim draait rondjes terwijl ze mijn afspeellijsten bekijkt.
Ik draai me naar haar om en vraag me af wat ze precies gezien heeft.
‘Hal-lo? Tijdens het feest? Bij het zwembad? Of was dat eenmalig, voor een avondje?’
Mijn gezicht loopt vuurrood aan. ‘Wat weet jij daarvan? Je bent pas twaalf! En wat loop je mij eigenlijk te bespioneren?’
Ze rolt met haar ogen. ‘Doe normaal. Alsof ik mijn tijd verspil met jou bespioneren. Ik heb wel wat beters te doen. Als je het zonodig wilt weten, ik liep net naar buiten op het moment dat jij met die Damen begon te tongworstelen. Geloof me, ik had het liever niet gezien.’
Hoofdschuddend rommel ik in mijn la en reageer mijn irritatie af op mijn truien. ‘Als jij het zonodig wilt weten, hij is niet bepaald mijn vriendje. Ik heb hem niet eens meer gesproken sindsdien.’ Mijn maag trekt samen als ik die woorden hardop hoor. Ik gris een schoon, grijs sweatshirt uit de la en trek hem over mijn hoofd. Mijn nette paardenstaart zit meteen scheef en half los.
‘Ik kan hem in de gaten houden voor je, als je dat wilt. Of rondspoken.’ Ze glimlacht.
Ik kijk haar aan en zucht. Aan de ene kant wil ik haar aanbod graag aannemen. Aan de andere kant denk ik dat het tijd is om er een streep onder te zetten en hem te vergeten. ‘Nee. Houd jij je er maar gewoon buiten, oké? Zo heb ik in elk geval nog één normale middelbareschoolervaring.’
‘Wat jij wilt.’ Ze haalt haar schouders op en gooit de iPod naar me toe. ‘Mocht je het willen weten, Brandon is weer vrijgezel.’
Ik pak een stapeltje boeken en stop ze in mijn rugzak. Dat nieuwtje doet weinig om me op te vrolijken.
‘Uh-huh,’ gaat Riley verder, ‘Rachel heeft hem gedumpt tijdens Halloween toen ze zag dat hij stond te zoenen met een Playboy Bunny. Alleen was het geen echt Playboy-model, maar Heather Watson in kostuum.’
‘Dat meen je niet!’ Mijn mond zakt open. ‘Heather Watson? Je maakt een geintje.’ Ik probeer het voor me te zien, maar het is een raar idee.
‘Erewoord. Je zou haar eens moeten zien. Ze is bijna tien kilo afgevallen, draagt geen petjes meer, heeft haar haren steil laten maken. Ze ziet er tegenwoordig echt heel anders uit. Helaas gedraagt ze zich ook zo. Ze is nu echt een vreselijk K-R-eng,’ fluistert ze. Terwijl ik het bizarre nieuws laat bezinken, pakt Riley de zweep op en geeft mijn tapijt er weer van langs.
‘Je mag die mensen niet zomaar bespioneren.’ Het gaat me niet zozeer om mijn vroegere vrienden, maar veel meer om mezelf. ‘Het is nogal onfatsoenlijk, vind je niet?’ Ik hijs mijn rugzak op een schouder en loop naar de deur.
Riley lacht hard. ‘Doe niet zo truttig. Het is toch leuk om contact te houden met mensen uit onze oude buurt?’
‘Kom je nog mee?’ Ik draai me ongeduldig om.
‘Ja, en ik wil naast jou zitten!’ roept ze uit voor ze dwars door de deur verdwijnt. Met een sprongetje landt ze op de trapleuning en haar zwarte Zorro-cape wappert om haar heen als ze naar beneden glijdt.
Als ik bij Miles kom aanrijden, staat hij al op me te wachten, zijn duimen druk in de weer op het toetsenbord van zijn Sidekick. ‘Even... twee... tellen... Klaar!’ Hij laat zich op de passagiersstoel zakken en kijkt me met grote ogen aan. ‘Oké, vertel op! Van begin tot eind, compleet met alle details. Ik wil alles van je horen!’
‘Waar heb je het over?’ Ik rijd achteruit de oprit af en draai de straat op. Vlug werp ik Riley, die op Miles’ schoot zit, een waarschuwende blik toe. Ze blaast namelijk zachtjes in zijn gezicht en lacht als hij de airconditioning probeert bij te stellen.
Miles kijkt me aan en schudt langzaam zijn hoofd. ‘Eh... Damen? Ik heb heus wel gehoord dat jullie elkaar zaten af te lebberen in het maanlicht, vlak naast het zwembad, lekker flikflooien in de zilveren maneschijn...’
‘Wat probeer je hiermee te bereiken?’ Alsof ik dat niet al weet. Ik hoop tegen beter weten in dat ik hem kan tegenhouden.
‘Luister, we weten het allemaal al, dus je kunt het niet meer ontkennen. Ik had je gisteren al willen bellen, maar mijn pa heeft mijn telefoon afgepakt en me meegesleurd naar de slagkooien naast het honkbalterrein. Echt, ik sla als een meisje met die knuppels.’ Hij lacht. ‘Je had me moeten zien. Ik deed zo overdreven meisjesachtig; hij schaamde zich kapot! Dat zal hem leren. Maar goed, we hadden het over jou. Kom op, hier met alle details. Vertel, vertel, vertel!’ Hij draait zijn hoofd naar me toe en knikt ongeduldig. ‘Was het even geweldig als in al onze dromen?’