Home>>read Evermore free online

Evermore(24)

By:Alyson Noel


Ze lacht alleen maar. ‘Je bent echt goedgelovig. Wat ik jou niet allemaal kan wijsmaken!’ Ze schudt haar hoofd en slaat haar blik naar het plafond. Dan pakt ze een nieuwe slinger met feestverlichting uit een doos. ‘Wil je van plek ruilen?’ vraagt ze terwijl ze het snoer afrolt. ‘Het is toch te gek voor woorden dat jij de hele tijd die ladder op en af klautert als ik alleen maar hoef te zweven om het voor elkaar te krijgen?’

Met gefronste wenkbrauwen beweeg ik mijn hoofd heen en weer. Het is weliswaar makkelijker, maar op deze manier kan ik tenminste doen alsof mijn leven nog redelijk normaal is.

‘Wat voor kostuum trek je dan wel aan?’

‘Zeg ik niet.’ Ik hang het spinnenweb op een hoek van het plafond en stap van de ladder af om het resultaat te bekijken. ‘Als jij dingen geheimhoudt, dan kan ik dat ook.’

‘Dat is niet eerlijk.’ Ze slaat haar armen over elkaar en pruilt, wat vroeger altijd werkte bij papa, maar nooit bij mama.

‘Doe normaal. Je ziet het vanzelf op het feest.’ Uit een doos pak ik een skelet dat oplicht in het donker en haal voorzichtig de ledematen uit de knoop.

‘Ben ik uitgenodigd dan?’ vraagt ze met een piepstemmetje en stralende ogen.

‘Alsof ik je kan tegenhouden!’ Het skeletfiguur mag bij de deur zitten, als begroeting voor de gasten.

‘Komt je vriendje dan ook?’

Nu is het mijn beurt om naar het plafond te kijken. Ik zucht diep. ‘Je weet dat ik geen vriendje heb,’ zeg ik verveeld. Het irriteert me dat ze weer met dit spelletje begint.

‘Toe zeg, ik ben niet achterlijk.’ Ze kijkt me kwaad aan. ‘Ik ben die ochtend nog niet vergeten, hoor. “Riley, welke trui zal ik aantrekken?” Bovendien wil ik hem dolgraag ontmoeten. Of in elk geval zien, moet ik zeggen, want je zult me vast niet aan hem voorstellen. Wat trouwens zeer onfatsoenlijk is. Hij kan me dan misschien niet zien, maar daarom hoef je nog niet...’

‘Doe normaal! Hij staat niet eens op de gastenlijst, oké?’ schreeuw ik half. Ik besef pas dat ik me versproken heb als het te laat is.

‘Ha!’ Ze kijkt me aan met grote ogen, opgetrokken wenkbrauwen en een gigantische grijns. ‘Ik wist het wel!’ Ze lacht en gooit vrolijk een snoer lichtjes in de lucht. Ze draait rondjes, wiegt met haar heupen en wijst dan naar mij. ‘Ik wist het, ik wist het, ik wist het!’ roept ze triomfantelijk uit en gooit haar armen in de lucht. ‘Ha! Zie je nou wel, ik wist het wel!’

Ik doe mijn ogen dicht en sla mezelf voor m’n kop dat ik in haar val gelopen ben. ‘Je weet helemaal niets.’ Ik kijk haar kwaad en hoofdschuddend aan. ‘Hij is mijn vriendje niet en nooit geweest, oké? Hij... Hij was gewoon een nieuwe jongen op school. Ik vond hem eerst misschien aantrekkelijk, maar toen ik merkte wat een versierder hij is, hoefde het niet meer. Ik ben eroverheen. Ik vind hem niet eens leuk meer. Het duurde alles bij elkaar hooguit tien tellen en alleen maar omdat ik niet beter wist. Bovendien ben ik niet de enige die erin getrapt is, want Miles en Haven vlogen elkaar praktisch in de haren om hem. Dus houd nou maar op met dat heupwiegen en juichen en help me het huis verder te versieren.’

Als ik mijn mond houd, besef ik dat het veel te defensief klonk en daardoor niet meer geloofwaardig is. Maar ja, ik kan het nu niet meer ongedaan maken. Dus negeer ik Riley maar terwijl ze door de kamer blijft dansen en zingt: ‘Ja, ja, ik wist het wel, ik wist het wel!’


Op de avond van Halloween ziet het huis er fantastisch spookachtig uit. Riley en ik hebben overal in de ramen en hoeken spinnenwebben gehangen met een grote, zwarte spin in het midden. Aan het plafond hangen zwarte, rubberen vleermuizen en door het huis verspreid liggen allerlei afgehakte, bloederige lichaamsdelen (nep, natuurlijk). We hebben een elektronische raaf die krast: ‘Hier krijg je spijt van! Kra! Hier krijg je spijt van!’Ernaast staat een kristallen bol. Op plekken waar niemand het verwacht hebben we zombies, gekleed in bebloede vodden, neergezet. Bij de ingang staan dampende heksenketels (dankzij droogijs met water) en overal liggen skeletten, mummies, zwarte katten en ratten (ook nep, maar nog steeds griezelig), demonische waterspuwers, doodskisten, zwarte kaarsen en schedels verspreid. De achtertuin is versierd met uitgeholde pompoenen met een kaarsje erin, er hangen lichtjes en in het zwembad drijven speciale lichtbollen. O ja, en in de voortuin staat een levensgroot figuur van de man met de zeis.

‘Hoe zie ik eruit?’ vraagt Riley, omlaag kijkend naar haar lange, rode haren en de paarse schelpen die haar borsten bedekken. Ze beweegt haar schitterende, metallic groene vissenstaart heen en weer.

‘Je lijkt precies op je favoriete Disneyfiguur.’ Ondertussen bepoeder ik mijn gezicht zodat ik heel bleek lijk. Ik vraag me af hoe ik eventjes van haar af kan komen. Ik wil mijn kostuum aantrekken en haar voor de verandering eens verrassen.