Home>>read Evermore free online

Evermore(103)

By:Alyson Noel


Ik pak de valentijnslolly van tafel en hap naar lucht als hij verandert in een tulp.

Een grote, enorme, glanzende rode tulp.

Vlug hol ik naar mijn kamer en ga met mijn laptop op bed zitten. Op zoek naar de betekenis van bloemen, kom ik het volgende tegen:

In de negentiende eeuw communiceerden mensen vaak met elkaar door middel van bloemen. Diverse bloemen hebben een geheel eigen betekenis. Hier volgt een lijst met betekenissen van de meest traditionele bloemen.

Met mijn muisknop scrol ik door de alfabetische lijst, op zoek naar de tulp. Ik houd mijn adem in als ik de betekenis lees.

Rode tulp: eeuwige liefde.

Voor de grap en uit nieuwsgierigheid zoek ik toch de witte rozenknop nog even op. Ik moet erom lachen.

Witte rozenknop: voor het hart dat geen liefde kent.

Nu weet ik dat het een test was. Al die tijd al. Hij hield een enorm, levensveranderend geheim voor me verborgen zonder enig idee hoe hij me dat moest vertellen. Hij wist niet of ik het zou accepteren of afwijzen. Dat gold ook voor hemzelf. Hij flirtte met Stacia om een reactie te krijgen, zodat hij mijn gedachten kon horen om te zien of het me iets deed of niet. Ik was zo goed geworden in liegen tegen mezelf, in het ontkennen van gevoelens voor zo’n beetje alles in mijn leven, dat ik het voor ons allebei onduidelijk gemaakt heb.

Niet dat ik wil goedkeuren wat hij deed, maar ik moet toch toegeven dat het werkte. Als ik hem nu wil zien, hoef ik alleen maar die woorden hardop te zeggen. Dan verschijnt hij hier vlak voor me. Want in alle eerlijkheid houd ik echt van hem. Dat was al zo en het is nooit opgehouden. Al vanaf die allereerste dag. Ook op de momenten dat ik zwoer dat het niet zo was. Ik kan er niets aan doen; het is de waarheid. Ik weet nog steeds niet goed wat ik aan moet met dit hele onsterfelijkheidsgedoe, maar Zomerland is wel een heel gave plek. En als Riley gelijk heeft, dat er zoiets bestaat als het lot en dat alles al voor je vaststaat, misschien hoort dit er dan ook bij?

Ik sluit mijn ogen en stel me de warmte van Damens geweldige lichaam voor als hij me dicht tegen zich aan drukt. Het fluisterende gevoel van zijn zachte, zoete lippen tegen mijn oor, in mijn hals en op mijn wang. Hoe het voelt als hij me kust en zachtjes zijn mond opent tegen de mijne. Dat is het beeld dat ik vasthoud, het gevoel van onze perfecte liefde, onze perfecte kus. Eindelijk zeg ik zachtjes de woorden die ik al die tijd onuitgesproken bij me gedragen heb. Waarvan ik altijd te bang was om ze hardop te zeggen. De woorden die ervoor zorgen dat hij bij me terugkomt.

Keer op keer zeg ik het, mijn stem wordt steeds luider en het geluid vult de kamer.

Als ik mijn ogen open, ben ik nog steeds alleen.

Dan weet ik dat ik te lang gewacht heb.





Zevenendertig



Ik loop naar beneden, op zoek naar een bak roomijs. Ik weet ook wel dat een grote beker romige Häagen-Dazs mijn gebroken hart niet kan lijmen, maar misschien voel ik me er iets beter door. Ik pak de beker uit de vriezer, klem hem onder mijn arm en wil net een lepel pakken. Maar dan hoor ik een stem en de bak ijs ploft uit mijn greep op de vloer.

‘Wat aandoenlijk, Ever. Wat ontzettend aandoenlijk.’

Ik buk me en knijp in de paar tenen die net zijn verpletterd door een grote kuip vanilleamandelijs terwijl mijn ogen blijven staren naar de verschijning van Drina. Ze zit aan mijn ontbijtbar met haar benen gekruist, haar handen over elkaar, een keurig net dametje.

‘Wat schattig dat je Damen roept nadat je eerst die prachtige, preutse liefdesscène in gedachten hebt afgespeeld.’ Ze lacht en laat haar blik over me glijden. ‘Ah, inderdaad, ik kan je gedachten nog steeds lezen. Dat trucje waarmee je je probeert af te schermen is nog dunner dan de Turijnse lijkwade, ben ik bang. Maar goed, wat betreft het sprookje van jou en Damen samen – en ze leefden nog lang en lang en lang en gelukkig?’ Ze schudt haar hoofd. ‘Je weet dat ik dat niet kan laten gebeuren. Mijn hele leven zorg ik er al voor dat je verdwijnt en wat jij nog niet beseft is dat ik die macht nog steeds bezit.’

Ik gaap haar aan en concentreer me op mijn ademhaling, langzaam en rustig. Ik probeer mijn gedachten leeg te maken van alles wat ze tegen me kan gebruiken. Maar weet je wat het is? Proberen je gedachten leeg te maken is net zoiets als tegen iemand zeggen dat hij niet aan een olifant mag denken. Vanaf dat moment zal hij juist aan niets anders dan olifanten denken.

‘Olifanten? Meen je dat echt?’ Ze laat een gekreun horen, een laag, kwaadaardig geluid dat in de ruimte galmt. ‘Mijn god, wat ziet hij toch in je?’ Ze laat haar blik nog een keer over me heen dwalen, dit keer vol minachting. ‘Je intelligentie of scherpzinnigheid kan het in elk geval niet zijn, want er is tot nu toe geen enkel bewijs dat je een van beide bezit. En jouw idee van een liefdesscène is wel erg Disney-achtig. Hij kan zo uit een soapserie komen, zo ongelooflijk saai. Moet ik je helpen herinneren, Ever, dat Damen werkelijk al honderden jaren rondloopt op deze aarde? Dus ook in de jaren zestig, de tijd van de vrije liefde?’Ze draait haar hoofd vol afschuw opzij.