Weer was de majoor heel behulpzaam en gaf enkele manschappen opdracht met geweren en machinegeweren over de heuvel te vuren.
‘Een ingenieus idee, moet ik zeggen,’ zei de majoor terwijl Lockhart zijn apparaten opborg in de auto en zich opmaakte om te vertrekken. ‘Zeker om vogels af te schrikken?’
‘Zo zou je ’t kunnen zeggen,’ zei Lockhart en na hem nogmaals te hebben bedankt vertrok hij. Toen hij terugkeerde in de Hall, stond Dodd hem op te wachten met het nieuws dat hij de spullen had die nodig waren om het geheel extra realistisch te maken.
‘We moeten er maar voor zorgen dat de schapen er niet op trappen,’ zei hij, maar Lockhart was een andere mening toegedaan.
‘Een paar schapekadavers komen juist goed van pas. Die voegen een vleugje dood toe aan het geheel, ’t Zelfde geldt voor een paar stieren.’
Ondertussen hobbelde meneer Mirkin op krukken door Hexham en besteedde uren aan het grondig bestuderen van de belastingformulieren van de oude meneer Flawse, vastbesloten bewijzen te vinden voor belastingontduiking die de aanvraag van een bevelschrift zouden rechtvaardigen. Het was echter een hopeloze taak. De oude heer Flawse had altijd verlies geleden. Aan de andere kant was een van zijn aftrekbare ondernemingen een wolspinnerij en tweedfabriek geweest, en de fabricage van tweed was onderhevig aan BTW. Meneer Mirkins gedachten gingen in de richting van BTW. Dat viel niet onder zijn bevoegdheid, maar onder Invoerrechten en Accijnzen. BTW-ontduiking en Invoerrechten en Accijnzen? Meneer Mirkin had gevonden wat hij zocht. De kommiezen van Invoerrechten en Accijnzen hadden geen gerechtelijk bevel nodig om een woning te doorzoeken, of het nou overdag of ’s nachts was, een kasteel of een krot; in tegenstelling tot de bevoegdheden van meneer Mirkin werd hun macht niet beperkt door magistraten, rechtbanken, of andere juridische instellingen die de zogenaamde vrijheden van de Engelsman moesten garanderen. De kommiezen kenden hun eigen wetten en waren als zodanig precies wat de afgunstige meneer Mirkin nodig had. Hij ging naar het kantoor van de hoofdkommies voor de Middle Marches en wist zowel nieuwsgierigheid als hulpbereidheid op te wekken.
‘Jullie kunnen het best ’s nachts gaan en een verrassingsaanval uitvoeren,’ zei hij.
De hoofdkommies maakte bezwaar. ‘Ze hebben hier toch al geen hoge pet op van de kommiezen,’ zei hij. ‘Ik handel dit liever op een meer orthodoxe manier af.’
Meneer Mirkin gebaarde naar zijn in gips gehulde benen.
‘Dat is er met mij gebeurd toen ik op orthodoxe en openlijke manier optrad,’ zei hij. ‘U kunt beter mijn raad opvolgen en ’s nachts onverhoeds toeslaan. Als u beweert dat u overdag bent gegaan, is er niemand die u kan tegenspreken.’
‘Behalve meneer Flawse en zijn vrouw en alle buren uit de wijde omtrek,’ zei de hoofdkommies koppig. Meneer Mirkin grinnikte.
‘U heeft niet goed geluisterd, geloof ik,’ zei hij. ‘Hun dichtstbijzijnde buurman woont op tien kilometer afstand en verder zijn er alleen meneer en mevrouw Flawse. Als u met zes man gaat...’
De hoofdkommies liet zich overhalen en was onder de indruk van meneer Mirkins bereidheid de expeditie in een rolstoel te volgen. Ook zijn advies over het mijden van de vallei en oprukken over de dam leek hout te snijden.
‘Ik zal ze eerst waarschuwen dat we de boeken willen controleren,’ zei hij. ‘Pas als ze dat weigeren zal ik gebruik maken van de bevoegdheden die me van regeringswege zijn toegekend.’
Zo gingen er diverse weken voorbij en werden evenveel brieven verstuurd door de dienst der invoerrechten en accijnzen, waarop geen enkele reactie kwam. Geconfronteerd met zo’n flagrante minachting voor zijn ambt en de BTW-wetgeving, besloot de hoofdkommies handelend op te treden. En gedurende die weken zetten Lockhart en Dodd hun voorbereidingen voort. Ze sjouwden nog meer apparatuur de vallei in en tegen de heuvels rondom de Hall op. Ze installeerden hele ritsen bandrecorders en uitermate krachtige versterkers in het whiskyhok en wachtten de volgende tegenzet af.
Die kwam toen meneer Bullstrode en Dr. Magrew arriveerden, de advocaat om Lockhart ervan op de hoogte te stellen dat hij via meneer Wat te weten was gekomen dat de kommiezen van plan waren de Hall ’s nachts binnen te vallen en Dr. Magrew om te bevestigen dat Jessica een baby verwachtte. Wat geen van beiden verwachtte was wat er die nacht gebeurde toen ze na een uitstekend diner in hun vertrouwde kamers naar bed gingen. Buiten scheen de volle maan op de Hall, de heuvels, de heidevelden, honderden schapen, honderd jonge stieren, het reservoir, de dam en de Kloof en een half dozijn kommiezen, samen met meneer Mirkin op krukken en meneer Wat die hem ondersteunde.
21
Je kon met recht zeggen dat ook de kommiezen geen idee hadden wat ze konden verwachten. Ze waren weliswaar gewaarschuwd door de ervaringen van meneer Mirkin, maar terwijl ze over de dam slopen leek alles vredig en stil in het heldere maanlicht. Toen ze de dam waren overgestoken, volgden ze het paadje naar de achteringang van de Hall. Rondom hen liepen grazende schapen en stieren en alles was één en al schaduw en stilte. Het enige licht brandde in Perkins uitkijk, waar Dodd hun opmars in de gaten hield, maar gebroken door het gebrandschilderde glas van de kleine belvedère was dat schijnsel juist aantrekkelijk en nogal charmant.