Home>>read Erfelijk belast free online

Erfelijk belast(91)

By:Tom Sharpe


Het kwam Dr. Magrew en meneer Bullstrode nu al voor dat ze in Lockharts stem de onmiskenbare toon van de opgezette oude man naast hen hoorden doorklinken; dezelfde onwrikbare arrogantie en vreeswekkende logica waar noch port noch erudiete twistgesprekken noch, zo scheen het, de dood zelf een einde aan konden maken. Ze volgden zijn raad nauwkeurig op en overwogen de gevolgen uiterst zorgvuldig.

‘Ik moet toegeven dat ik me in een dilemma bevind,’ zei meneer Bullstrode uiteindelijk. ‘Als de oudste vriend van je grootvader, voel ik me verplicht in zijn beste belang te handelen en te doen wat hij zou hebben verlangd.’

‘Ik betwijfel sterk of hij er naar verlangd zou hebben opgezet te worden,’ zei Dr. Magrew. ‘Ik in ieder geval niet.’

‘Aan de andere kant kan ik, als jurist en advocaat, mijn plicht niet verzaken. Mijn vriendschap botst met die plicht. Als we zouden kunnen zeggen dat meneer Taglioni een natuurlijke dood is gestorven.. .’

Hij keek vol verwachting naar Dr. Magrew.

‘Ik kan me moeilijk voorstellen dat de rechter van instructie, gezien de omstandigheden, makkelijk tot zo’n oordeel zou komen. Een man die met zijn polsen aan een muur is geketend kan vanzelfsprekend een natuurlijke dood sterven, maar dan heeft hij er wel een heel onnatuurlijke positie voor uitgekozen.’

Er volgde een sombere stilte, die uiteindelijk werd verbroken door Dodd. ‘We zouden hem aan de inhoud van de broeikas kunnen toevoegen,’ zei hij.

‘De inhoud van de broeikas?’ vroegen Dr. Magrew en meneer Bullstrode in koor, maar Lockhart sloeg geen acht op hun nieuwsgierigheid.

‘Mijn grootvader wenste niet begraven te worden,’ zei hij. ‘En ik ben van plan ervoor te zorgen dat zijn wensen worden uitgevoerd.’

De twee oude mannen keken hun dode vriend onwillig aan. ‘Ik denk niet dat iemand er iets voor voelt hem onder een glazen stolp te zetten,’ zei Dr. Magrew. ‘En het is ook een vergissing om te denken dat we eeuwig kunnen blijven doen alsof hij nog leeft. Ik heb begrepen dat zijn weduwe het al weet.’

Dodd was het met hem eens.

‘Aan de andere kant kunnen we altijd nog meneer Taglioni in zijn plaats begraven, ’ zei Lockhart. ‘Grootvader is zo opgezet dat er een opvallende L-vormige doodkist nodig zou zijn en ik denk niet dat de aandacht die zo’n geval zou trekken ons van pas zou komen.’

Dr. Magrew en meneer Bullstrode waren dezelfde mening toegedaan.

‘Dan moet Dodd een geschikte zitplaats voor hem vinden en krijgt meneer Taglioni de eer bij de voorouders van de Flawses in Black Pockrington te worden gevoegd. Ik neem aan dat u er geen bezwaar tegen heeft een akte van overlijden door natuurlijke oorzaken uit te schrijven voor mijn grootvader?’

Dr. Magrew keek twijfelachtig naar zijn opgezette patiënt.

‘Laten we maar zeggen dat ik mijn oordeel niet zal laten beïnvloeden door eventuele contra-indicaties,’ zei hij. ‘Ik kan ’t er altijd nog op houden dat hij aan opgezette lichaamsdelen leed.’

‘Je kunt in ieder geval niet zeggen dat hij niet goed geprepareerd is gestorven,’ voegde meneer Bullstrode eraan toe.

Aldus werd besloten.



Twee dagen later verliet een plechtige rouwstoet de Hall, aangevoerd door het rijtuig dat de doodskist met meneer Taglioni bevatte. Ze sjokten melancholiek over de door vele hekken versperde weg naar de kerk in Black Pockrington waar de preparateur, na een korte rouwdienst waarin de dominee ontroerend en met onbewuste scherpzinnigheid over de liefde voor de natuur en het verlangen die te preserveren sprak, waarvan de oude man zo’n goed specimen was, ter aarde werd besteld onder een grafsteen waarop hij werd beschreven als Edwin Tyndale Flawse, geboren 1887 en herenigd met zijn Schepper in 1977. Daaronder had Lockhart een toepasselijk mysterieus vers laten beitelen.



‘Vraag niet, gij die deez’ steen beziet,

Of hier één dode rust of niet.

Twee vaders zijn verenigd in de dood,

D 'een willekeurig, d’ander groot.’



Toen meneer Bullstrode en Dr. Magrew de regels lazen vonden ze ze heel toepasselijk, maar niet van goede smaak getuigen.

‘Dat gehamer op twee vaders bevalt me niet,’ zei Dr. Magrew.

‘Ik heb nog steeds ernstige twijfels over meneer Taglioni’s bewering dat hij de vader van de bastaard was, ’ zei meneer Bullstrode. ‘Dat “willekeurig” klinkt me bijzonder verdacht in de oren, maar we zullen waarschijnlijk nooit achter de waarheid komen.’

‘Ik hoop in ieder geval vurig dat dat niemand anders lukt,’ zei Dr. Magrew. ‘Weten we of hij een weduwe heeft nagelaten?’

Meneer Bullstrode zei dat het hem beter leek daar maar niet naar te vragen. De weduwe van meneer Flawse woonde de begrafenis niet bij. Ze zwierf gestoord door het huis en jammerde af en toe, maar haar kreten werden overstemd door het gehuil van de jachthonden, die het heengaan van hun schepper betreurden. En af en toe klonk er, als een of ander koninklijk saluut, de doffe dreun van een kanon vanaf het artillerieschietkamp in het westen.