‘Maar de Italianen hebben er dan ook niets van gebakken tijdens de oorlog.’
‘Dat brengt ons niet dichter bij de oplossing van het probleem,’ zei Dr. Magrew. ‘En aangezien ik zelfs met zo’n smeerlap nog enig medelijden heb, stel ik voor dat we de bepalingen in het testament strikt nakomen en die kerel op een haar na doodslaan.’
‘Maar..’ begon meneer Bullstrode. Dr. Magrew ging de toren weer binnen en zei, boven het gekrijs uit, iets tegen Dodd, die de toren verliet en even later terugkeerde met een potlood en een pincet. Dr. Magrew nam beide voorwerpen en liep naar meneer Taglioni. Met het pincet trok hij hem een haar uit, die hij in de lengte tegen zijn schouder hield. Aan het uiteinde zette hij een potloodstreepje en zo ging hij de hele rechterzijde van de Italiaan langs. Ten slotte verbond hij alle streepjes op de gepleisterde muur met elkaar zodat ze op een haar van meneer Taglioni de omtrek van een mens vormden.
‘Dat lijkt me nauwkeurig genoeg, ’ verkondigde hij trots. ‘Lockhart, beste jongen, ga je gang. Gesel de muur tot aan de potloodstreep en dan heb je je vader op een haar na doodgeslagen. Ik denk dat we de clausule in het testament van je grootvader dan naar de letter hebben nageleefd.’
Terwijl Lockhart echter met de zweep in zijn hand naderbij kwam, bleek dat meneer Taglioni de clausule noch naar de letter noch naar de geest zou na- of zelfs overleven. Hij gleed langs de muur omlaag en bleef roerloos liggen. Lockhart keek hem geïrriteerd aan.
‘Waarom heeft hij zo’n rare kleur gekregen?’ vroeg hij. Dr. Magrew opende zijn tas en haalde zijn stethoscoop tevoorschijn. Een minuutje later schudde hij zijn hoofd en kondigde aan dat meneer Taglioni dood was.
‘Nou zijn de poppen aan het dansen,’ zei meneer Bullstrode. ‘Wat moeten we nu in vredesnaam?’
Die vraag bleef voorlopig onbeantwoord. Vanuit het huis klonk een reeks ijselijke kreten op. Mevrouw Flawse had zich van haar boeien weten te ontdoen en had blijkbaar ontdekt dat er bij wijlen haar man geen draadje los zat, maar juist diverse draden waren aangesloten. Terwijl het groepje in de toren verstijfde en luisterde, met uitzondering van meneer Taglioni die wel het eerste maar niet het laatste deed, ging het gekrijs over in hysterisch gelach.
‘Die vervloekte vrouw,’ zei Dodd, en hij rende naar de deur. ‘Ik had dat kreng nooit zo lang alleen moeten laten.’ Hij holde de binnenplaats over en ging naar binnen. Lockhart en de twee oude vrienden van zijn vader volgden. Toen ze de Hall binnen kwamen zagen ze mevrouw Flawse bovenaan de trap staan terwijl Dodd, met zijn handen in zijn kruis geklemd, op de onderste tree lag te kronkelen.
‘Grijp haar van achteren,’ raadde hij Lockhart aan. ‘Ze heeft mij van voren te pakken genomen.’
‘Die vrouw is niet goed snik,’ zei Dr. Magrew overbodig terwijl Lockhart naar de achtertrap rende. Mevrouw Flawse brulde dat de oude man dood was en toch niet wilde gaan liggen.
‘Ga zelf maar kijken, ’ riep ze en dook haastig haar kamer in. Dr. Magrew en meneer Bullstrode liepen behoedzaam naar boven.
‘Als die vrouw inderdaad non compos mentis is, maakt dat het recente voorval er alleen maar betreurenswaardiger op, ’ zei meneer Bullstrode. ‘Mocht ze niet in het bezit zijn van haar verstandelijke vermogens, dan kan ze ook wel fluiten naar het bezit van het nagelaten vermogen, zodat de verklaring van die weerzinwekkende buitenlander totaal overbodig was.’
‘Om nog maar te zwijgen over de dood van die smeerlap,’ zei Dr. Magrew. ‘Laten we maar even kijken hoe ’t met Edwin is.’
Ze liepen naar de slaapkamer van de oude meneer Flawse, terwijl Dodd hen daar van onderaan de trap van trachtte te weerhouden.
‘Hij kan niemand spreken, zijn stembanden zijn opgezet,’ riep hij, maar de diepere waarheid achter die opmerking ontging de twee mannen. Tegen de tijd dat Lockhart arriveerde, na stiekem de achtertrap op te zijn geslopen om niet in zijn kruis te worden geschopt door zijn overspannen schoonmoeder, was de gang verlaten en stond Dr. Magrew met zijn stethoscoop tegen de borst van meneer Flawse gedrukt te luisteren. Het was een automatisch gebaar, en dat waren de daaropvolgende gebaren van meneer Flawse ook. Of meneer Bullstrode was per ongeluk op de afstandsbediening gaan staan óf het onderzoek van de dokter had het mechanisme in werking gesteld dat de oude man gedeeltelijk tot leven bracht. Zijn armen zwaaiden wild in het rond, zijn tijgerogen rolden in hun kassen, zijn mond ging open en dicht en zijn benen schopten. Alleen het geluid werkte niet, en zijn maaiende benen trapten de dekens af zodat alle bedrading ten volle zichtbaar was. Meneer Taglioni had niet bepaald de vriendelijkste plek gekozen om de draden naar buiten te leiden en ze bengelden als een of ander gruwelijk elektronisch katheter omlaag. Zoals meneer Taglioni al had gezegd: dat was wel de laatste plaats waar iemand zou kijken. Het was beslist de laatste plaats waar Dr. Magrew en meneer Bullstrode wilden kijken, maar juist de complexiteit van de bedrading zorgde ervoor dat ze hun blik niet konden losrukken.