Home>>read Erfelijk belast free online

Erfelijk belast(81)

By:Tom Sharpe


‘Ah, Dr. Magrew,’ zei hij terwijl hij de deur van de kelder stevig achter zich dicht sloeg. ‘Fijn dat u gekomen bent. Grootvader voelt zich vandaag veel beter.’

‘Dat hoor ik, ’ zei de dokter terwijl Dodd de cassette probeerde te verwisselen en meneer Taglioni, die nieuwe energie had gekregen door zijn lunch, in een abominabele imitatie van Caruso losbarstte. ‘Ongelooflijk veel beter, zo te horen.’

Vanuit haar slaapkamer hoorde men mevrouw Flawse vragen of die stomme dokter er nu al weer was.

‘Als hij nog één keer zegt dat Dr. Magrew op moet donderen word ik niet goed snik,’ jammerde ze.

Verscheurd tussen zoveel verschillende bevelen aarzelde Dr. Magrew. Uit de slaapkamer klonk de stem van meneer Flawse, die nu was overgestapt op politiek en de regering van Baldwin uit 1935 de mantel uitveegde vanwege hun lafheid terwijl er tegelijkertijd in de kelder iemand stond te brullen over bella bella Carissima. Lockhart schudde zijn hoofd.

‘Laten we beneden iets gaan drinken,’ zei hij. ‘Grootvader voelt zich nog een beetje vreemd.’

Dat voelde Dr. Magrew zich zeker. Bij zijn pogingen Dodd en meneer Taglioni van elkaar te scheiden was Lockhart niet bepaald bloedvrij gebleven en de aanblik van wat naar de deskundige mening van Dr. Magrew duidelijk een menselijke blindedarm was die door meneer Taglioni verstrooid in een koffiekopje was gemikt, had de dokter dringend behoefte gegeven aan een borrel. Hij wankelde gretig naar beneden en zat even later het ene glas van Dodds speciaal gedestilleerde whisky uit Northumberland na het andere achterover te slaan.

‘Weet je,’ zei hij toen hij zich ietsje beter voelde, ‘ik had er geen idee van datje grootvader zo’n lage dunk had van meneer Bullstrode.’

‘Denkt u niet dat dat louter het gevolg is van die hersenschudding? U heeft zelf gezegd dat hij door die val in de war kon zijn.’

Beneden had meneer Taglioni, gebruikmakend van Lockharts afwezigheid, een nieuwe aanval gedaan op de belegen port en tevens op Verdi. Dr. Magrew staarde naar de vloer.

‘Verbeeld ik ’t me alleen of hoor ik werkelijk iemand zingen in jullie kelder?’ vroeg hij.

Lockhart schudde zijn hoofd. ‘Ik hoor niets, ’ zei hij gedecideerd.

‘Christus,’ zei de dokter, die verwilderd om zich heen keek. ‘Echt niet?’

‘Alleen grootvader die boven ligt te schreeuwen.’

‘Ja, dat hoor ik ook,’ zei Dr. Magrew. ‘Maar...’ Hij staarde geagiteerd omlaag naar de vloer. ‘Nou ja, als jij ’t zegt. Tussen haakjes, loopje binnen altijd met een sjaal voor je gezicht?’

Lockhart deed de sjaal af met een roodbevlekte hand. Vanuit de kelder klonk een nieuwe vlaag Napolitaans op.

‘Ik kan maar beter gaan, geloof ik,’ zei de dokter die wankelend overeind kwam. ‘Ik ben blij datje grootvader zo goed vooruit gaat. Ik kom wel weer eens langs als ik me zelf wat beter voel.’

Lockhart liet hem uit en ze stonden samen aan de deur toen de preparateur weer toesloeg.

‘De ogen!’ schreeuwde hij. Mijn God, ik ben vergeten m’n ogen mee te brengen. Wat moeten we nu doen?’

Dat wist Dr. Magrew heel goed. Met één laatste blik vol ontzetting op het huis draafde hij log de oprit af naar zijn auto. Huizen waarin hij blindedarmen zag in lege koffiekopjes en mensen uitriepen dat ze vergeten waren hun ogen mee te brengen waren niets voor hem. Hij ging regelrecht naar huis om een collega te raadplegen.

Ondertussen ging Lockhart onaangedaan de Hall binnen en kalmeerde de opgewonden meneer Taglioni.

‘Daar zorg ik wel voor,’ zei hij. ‘Maak je maar geen zorgen, ik haal er een paar.’

‘Waar ben ik?’ jammerde de preparateur. ‘Wat gebeurt er?”

Boven wist mevrouw Flawse heel goed waar ze was, maar had er ook geen flauw idee van wat er gebeurde. Ze keek net op tijd uit het raam om de vasthoudende Dr. Magrew naar zijn auto te zien rennen en toen verscheen Lockhart en liep naar de oude toren. Toen hij terugkwam had hij de glazen ogen bij zich van de tijger die zijn grootvader had geschoten tijdens zijn reis door India in 1910. Die leken hem heel geschikt. De oude meneer Flawse had altijd iedereen rauw gelust.





17




De hele dag en ook de volgende dag en de dag daarop ging meneer Taglioni verder met zijn gruwelijke taak terwijl Lockhart kookte en Dodd in zijn schuurtje zat en vol wrok naar de broeikas staarde. Mevrouw Flawse werd in haar slaapkamer dol van de stem van haar verdomde echtgenoot die vanaf de andere kant van de overloop galmend uitwijdde over hemel en hel en schuld, zonde en verdoemenis. Als die oude gek maar doodging of zichzelf niet steeds herhaalde had ze het niet zo erg gevonden, maar hij ging maar door en door en op de derde avond was mevrouw Flawse bereid sneeuw, hagel, storm en zelfs hoogten te trotseren om te ontsnappen. Ze bond haar lakens aan elkaar, scheurde toen haar dekens aan repen en bond die aan de lakens en de lakens aan het bed, trok haar warmste kleren aan, klauterde uit het raam en wist meer glijdend dan klimmend de grond te bereiken. Het was donker en het dooide en ze was onzichtbaar tegen de duistere achtergrond van modder en heidevelden. Ze plaste door de halfgesmolten sneeuw de oprit af naar de brug en was die net overgestoken en probeerde het hek open te maken toen ze achter zich het geluid hoorde dat haar ook bij haar aankomst op Flawse Hall had begroet: het geblaf en gehuil van honden. Ze waren nog op de binnenplaats, maar er brandde licht in het vertrek dat haar slaapkamer was geweest en dat licht had niet gebrand toen ze wegging.