In het geval van de Racemes volgde het resultaat op heel wat kortere termijn. De methodische observaties die Lockhart in hun dossier had opgetekend wezen uit dat woensdagavond bij het echtpaar favoriet was voor hun spelletjes en dat meneer Raceme meestal als eerste een beurt kreeg. Met de galantheid die zijn opa ook al onder zijn voorouders had opgemerkt, besloot Lockhart dat het niet ridderlijk zou zijn een dame te slaan. Hij had ook gemerkt dat mevrouw Raceme bevriend was met een zekere mevrouw Artoux die in een flat in het centrum van East Pursley woonde. Mevrouw Artoux stond niet in het telefoonboek en had dus waarschijnlijk geen telefoon. Vandaar dat Lockhart woensdagavond met een stopwatch in het vogelreservaat stond te wachten en mevrouw Raceme tien minuten gaf om haar man aan het bed te binden met de leren riempjes waar ze blijkbaar de voorkeur aan gaven, alvorens naar de telefooncel op de hoek te lopen en het nummer van de Racemes te draaien. Mevrouw Raceme nam op.
‘Kunt u onmiddellijk komen?’ zei Lockhart door een zakdoek heen. ‘Mevrouw Artoux heeft een beroerte gehad en vraagt naar u.’
Toen hij de cel verliet was hij nog net op tijd om de Saab van de Racemes de oprit uit te zien schieten, en hij keek op zijn stopwatch. Het was twee minuten na zijn telefoontje en in twee minuten zou mevrouw Raceme geen tijd hebben gehad haar man los te maken. Lockhart slenterde naar hun huis, maakte de deur open en ging stilletjes naar binnen. Hij deed het licht in de hal uit, liep naar boven en bleef doodstil op de overloop staan. Uiteindelijk gluurde hij om de hoek van de slaapkamerdeur. Meneer Raceme, naakt, geboeid en gekneveld en met een kap over zijn hoofd, verkeerde in de greep van die obscure masochistische emoties die hem zoveel merkwaardig genoegen verschaften. Hij kronkelde vol extase op het bed. Een ogenblik later kronkelde hij nog steeds, maar niet meer vol extase. Hij was gewend aan de exquise pijn van mevrouw Racemes lichte rietje, en toen Lockhart zijn zelfvervaardigde rijzweep met volle kracht op zijn achterwerk liet neerdalen, veroorzaakte dat een reflex die hem bijna van het bed losscheurde, en het bed van de vloer. Meneer Raceme spuwde de prop uit zijn mond en trachtte zijn gevoelens op vocale wijze te luchten. Lockhart smoorde zijn gil door zijn hoofd tegen het kussen te drukken en spaarde de roede niet. Tegen de tijd dat hij was uitgeranseld was meneer Raceme van een masochist veranderd in een sadist.
‘Ik vermoord je, vuile trut,’ krijste hij terwijl Lockhart de slaapkamerdeur dicht deed en naar beneden ging. ‘Ik vermoord je, al is ’t het laatste dat ik doe!’
Lockhart ging naar buiten en liep om het huis heen naar de tuin. Binnen werden de kreten en dreigementen van meneer Raceme nu afgewisseld door zacht gejammer. Lockhart posteerde zich in de struiken en wachtte op de terugkeer van mevrouw Raceme. Als haar echtgenoot ook maar de helft van de dreigementen die hij schreeuwde in praktijk bracht, moest hij misschien voor een tweede keer tussenbeide komen om haar leven te redden. Het was een lastig punt maar hij besloot dat, wat meneer Raceme ook mocht zeggen, de toestand van zijn achterste hem ervan zou weerhouden zijn woorden in daden om te zetten. Hij stond op het punt te vertrekken toen de oprit werd verlicht door de koplampen van de Saab en mevrouw Raceme naar binnen ging.
De daaropvolgende geluiden overtroffen zelfs het lawaai dat Sandicott Crescent had verlevendigd op de avond dat de Grabbles hadden gekibbeld. Mevrouw Raceme, die nog voor ze de slaapkamer binnenging uitriep dat er niets met mevrouw Artoux aan de hand was en dat ze zeker geen beroerte had gehad, werd begroet door een kreet van woede die de gordijnen deed wapperen, gevolgd door een haast even doordringende kreet van mevrouw Raceme. Omdat ze, in tegenstelling tot Lockhart, niet wist wat haar man beloofd had haar allemaal aan te doen zodra hij zich vrij kon bewegen, had ze de vergissing begaan zijn benen los te maken. Een ogenblik later weerlegde meneer Raceme Lockharts theorie dat hij niet in staat was woorden in daden om te zetten door zich popelend van ongeduld van het bed te werpen. Helaas waren zijn handen nog steeds aan het tweepersoonsbed vastgebonden en mevrouw Raceme, die vrijwel meteen besefte dat ze een vergissing had begaan door zijn voeten los te maken, weigerde zijn handen te bevrijden.
‘Hoe bedoel je dat ik je dit heb aangedaan?’ krijste ze terwijl het bed, voortgedreven door de voeten van haar man, op haar af hotste. ‘Ik werd opgebeld door iemand die zei dat mevrouw Artoux in één klap was getroffen door-’
Dat woord was meneer Raceme teveel. ‘Eén klap?’ gilde hij gesmoord door het kussen en de matras die hem het zicht ontnamen. ‘Wat bedoel je in jezusnaam met één klap?’ Buiten in de tuin wist Lockhart precies wat hij bedoelde. Zijn zelfgemaakte rijzweep had echt geen loden kogeltjes nodig gehad.