‘Genevieve Goldring,’ zei Jessica.
‘Nooit van gehoord, ’ zei Lockhart, die de lucht doorkliefde met een rijzweep die hij zelf had gemaakt van een stuk tuinslang, omwonden met touw en aan het uiteinde voorzien van diverse repen leer.
‘Vast wel,’ zei Jessica. ‘Ze is gewoon de meest fantastische schrijfster die bestaat. Ik heb tientallen boeken van haar en die zijn allemaal o zo interessant.’
Maar Lockhart was met andere dingen bezig, bij voorbeeld of hij de leren stroken al dan niet moest verzwaren met loden kogeltjes.
‘Een meisje bij ons op kantoor heeft voor haar gewerkt en ze zegt dat het een heel raar mens is,’ ging Jessica verder. ‘Ze loopt de hele tijd op en neer en praat en Patsy moet achter de typemachine zitten en alles opschrijven wat ze zegt. ‘
‘Lijkt me saai werk,’ zei Lockhart, die besloot dat loden kogeltjes een beetje te veel van het goede waren.
‘En weet je? Ik mag van Patsy morgen haar werk van haar overnemen. Ze wil een dagje vrij en ze hebben toch nog geen ander baantje voor me. Is dat niet geweldig?’
‘Als jij dat zegt,’ zei Lockhart.
‘ ’t Is gewoonweg fantastisch. Ik heb altijd al een echte schrijfster willen ontmoeten.’
‘Maar zal dat mens van Goldring zich niet afvragen waar Patsy is gebleven?’ vroeg Lockhart.
‘Ze weet niet eens hoe Patsy heet. Ze is zo geïnspireerd dat ze meteen begint te praten als Patsy komt en ze werken in een tuinhuisje dat kan draaien, zodat ze binnen altijd zon hebben. Ik ben zo opgewonden! Ik trappel van ongeduld.’
Dat deden meneer Simplon en dominee Truster ook. Ze waren voorgeleid en op borgtocht vrijgelaten in afwachting van het proces. Meneer Simplon keerde terug naar huis in de kleren van een zwerver die de vorige week was overleden. Hij was vrijwel onherkenbaar, maar niet voor mevrouw Simplon, die niet alleen weigerde hem binnen te laten maar ook de garage op slot had gedaan. Daarop had meneer Simplon een keukenraampje van zijn eigen huis ingeslagen, wat hem op een fles ammoniak in zijn gezicht en een hernieuwd bezoek aan het politiebureau was komen te staan, waar hem huisvredebreuk ten laste werd gelegd. Dominee Truster was bij zijn thuiskomst minder hardvochtig en met meer begrip ontvangen, aangezien mevrouw Truster had begrepen dat haar man homoseksueel was en dat homoseksualiteit in plaats van een misdaad gewoon een speling der natuur was. Dominee Truster voelde zich gebelgd door haar insinuaties en zei dat ook. Mevrouw Truster wees hem erop dat ze alleen maar herhaalde wat hij zelf tijdens een preek over dat onderwerp had gezegd. Dominee Truster antwoordde dat hij wou dat hij die verdomde preek nooit had gehouden. Mevrouw Truster vroeg waarom, als het feit dat hij een flikker was hem zo dwarszat, hij dan ooit... Dominee Truster zei dat ze haar smoel moest houden. Mevrouw Truster weigerde. Kortom, de echtelijke onenigheid vierde bij hen haast net zozeer hoogtij als bij de Grabbles, waar mevrouw Grabble uiteindelijk haar biezen had gepakt en met de taxi naar het station was gegaan om bij haar moeder in Hendon in te trekken. In het huis daarnaast schudden de gezusters Musgrove treurig het hoofd en spraken zachtjes over de verdorvenheid van de moderne wereld terwijl ze allebei afzonderlijk mijmerden over de afmetingen, vorm en opeenvolgende kleurveranderingen van meneer Simplons geslachtsdelen. Het was de eerste glimp die ze ooit hadden opgevangen van een naakte man en de organen die, naar ze hadden begrepen, zo’n belangrijke rol speelden bij het huwelijksgeluk. En na die glimp hadden ze de smaak te pakken, hoewel ze te oud waren om nog te kunnen hopen dat hun verlangens ooit werkelijkheid zouden worden. Ze hadden niet zo pessimistisch hoeven zijn. Het zou maar al te gauw barre werkelijkheid worden.
Lockhart was geïntrigeerd door wat hij allemaal in de slaapkamer van de Racemes had gezien en had besloten zich wat beter te informeren over de seksuele eigenaardigheden van de mensheid. Toen Jessica de volgende dag opgetogen vertrok naar haar eerste kennismaking met een literaire beroemdheid in het tuinhuisje van Genevieve Goldring, ging Lockhart met de trein naar Londen, waar hij in Soho verscheidene uren allerlei blaadjes doorbladerde en terugkeerde met de catalogus van een seksshop, die uitpuilde van de meest angstaanjagende apparaten die tot kotsens toe zoemden, vibreerden, wipten en ejaculeerden. Lockhart begon een duidelijker beeld te krijgen van wat seks eigenlijk was en zich bewust te worden van zijn eigen onwetendheid. Hij nam de blaadjes en de catalogus mee naar zolder, waar hij ze verstopte om ze later nog eens te kunnen raadplegen. De Wilsons stonden echter bovenaan het lijstje in zijn ontruimingscampagne en het was hem plotseling te binnen geschoten dat iets meer dan alleen een stem van gene zijde van het graf hun vertrek misschien zou verhaasten. Hij besloot dat geur een aardig extraatje zou zijn, haalde een schop en groef het ontbindende lijk van Kleine Willie op, dat hij in de garage aan stukken hakte die hij over de kolenkelder van de Wilsons verdeelde terwijl zij trachtten hun herinneringen van de vorige avond te verdrinken in de plaatselijke pub. Toen ze later die avond dronken terugkeerden naar een huis dat nu niet alleen de dood voorspelde maar er ook naar stonk op een manier die indringender was dan welke profetie dan ook, was het effect overweldigend. Mevrouw Wilson kreeg een aanval van hysterie en moest overgeven terwijl haar man de vloek van de planchette en de dansende tafel opriep door te dreigen de voorspelling dat er binnenkort een sterfgeval zou plaatsvinden in praktijk om te zetten door haar te wurgen als ze haar kop niet hield. De geur werd zelfs hem echter te veel en in plaats van nog een nacht door te brengen in het huis des doods reden ze naar een motel.