Home>>read Erfelijk belast free online

Erfelijk belast(40)

By:Tom Sharpe


Meneer Wilson moest toegeven dat hij er flink naast had gemikt en volgens de onwrikbare logica van mevrouw Wilson was die smeerboel het resultaat van de mededeling dat de dood op de loer lag.

‘Ik zei toch dat we nooit met dat stomme spiritisme hadden moeten beginnen! ’ schreeuwde hij. ‘Moet je eens kijken – wat je ons nu op onze hals hebt gehaald!’

‘Ja, geef mij maar de schuld,’ gilde mevrouw Wilson. ‘Dat ben ik wel gewend. Ik heb alleen aan mevrouw Saphege gevraagd of ze eens langs wou komen, zodat we konden zien of ze werkelijk paranormaal begaafd was en antwoorden kon krijgen van onze dierbare overledenen.’

‘Dan weet je dat nou,’ schreeuwde meneer Wilson. ‘En dat was niet de stem van een van mijn dierbare overledenen, dat kan ik je wel verzekeren. Niemand uit mijn familie leed aan zo’n verschrikkelijke neusverstopping. Hoewel liggen rotten in een doodskist waarschijnlijk niet bevorderlijk is voor een voorhoofdsholteontsteking.’

‘Begin je nou weer?’ klaagde mevrouw Wilson. ‘Eén van ons moet sterven en dan moet jij het zo nodig over doodskisten hebben. En zuip niet al die cognac op. Ik wil ook wat.’

‘Ik wist niet dat jij dronk,’ zei haar man.

‘Nu wel,’ zei mevrouw Wilson, die blijkbaar een fors glas inschonk. Lockhart ging naar binnen terwijl zij elkaar moeizaam trachtten te troosten met de gedachte dat die gruwelijke profetie in ieder geval had aangetoond dat er leven was na de dood. Het scheen mevrouw Wilson niet erg op te beuren.



Terwijl de Wilsons speculeerden over de brandende kwestie van het al dan niet bestaan van leven na de dood, ging Kleine Willie, de teckel van de Pettigrews, nog verder en kwam er persoonlijk achter. Precies om elf uur zette meneer Pettigrew hem buiten en Lockhart, die zich schuil hield in het vogelreservaat, trok even precies aan de nylon vislijn die zich uitstrekte onder het hek en over het gazon. Het stuk lever aan het uiteinde, dat hij die ochtend bij de slager had gekocht, volgde een grillige koers over het gras, op de hielen gezeten door een voor deze ene keer onverstandig genoeg zwijgende Willie. Hij kwam niet ver. Terwijl de lever langs de strik gleed die Lockhart aan het uiteinde van het gazon had neergezet, kwam Willy tot stilstand en beëindigde na een korte worsteling zowel de achtervolging als zijn leven. Lockhart begroef hem onder een rozenstruik achterin zijn eigen tuin, waar hij het meeste nut zou hebben, en na zijn eerste twee plannetjes ten uitvoer te hebben gebracht ging hij in een opperbest humeur naar bed, een humeur dat er nog beter op werd door het feit dat bij de Wilsons nog steeds in alle kamers licht brandde toen hij zich om drie uur ’s ochtends omdraaide en dat hij het geluid van dronken gesnik kon horen.





10




Terwijl Lockhart het leven onaangenaam begon te maken voor de huurders van de huizen van zijn vrouw, deed haar moeder haar uiterste best het leven ondraaglijk te maken voor meneer Flawse. Ze had het weer niet mee. Een fraaie lente ging over in een warme zomer en Flawse Hall liet zich van zijn beste kant zien. De dikke muren waren niet alleen bedoeld om de Schotten buiten en de whisky binnen te houden; ze temperden ook de zomerse warmte. Buiten mochten de bastaardhonden dan misschien slobberend uitgestrekt liggen in het kurkdroge stof van de binnenplaats, maar binnen kon meneer Flawse tevreden aan zijn bureau zitten en de oude kerkboeken en eigendomsakten bestuderen waar hij de laatste tijd zo door gefascineerd werd. Omdat hij wist dat hij zich te zijner tijd bij zijn voorvaderen zou voegen, leek het hem beter zich van tevoren op de hoogte te stellen van de fouten en gebreken van zijn familie.

Het feit dat hij alles van de somberste kant bekeek kwam voort uit zijn aangeboren pessimisme en zelfkennis. Het verbaasde hem daarom toen hij er achter kwam dat de Flawses niet allemaal door en door slecht waren. Er waren onder de Flawses zowel heiligen als zondaars en hoewel die laatsten, zoals hij had verwacht, de meerderheid vormden, sprak uit hun daden toch een zekere edelmoedigheid die hij onwillekeurig bewonderde. De Quentin Flawse die een zekere Thomas Tidley had vermoord of, volgens het beschaafdere gebruik uit die dagen, tijdens een duel om het leven had gebracht omdat Tidley tijdens het schapenscheren in Otterburn had beweerd dat de naam Flawse was afgeleid van Faas, een beruchte zigeunerfamilie die bekend stond om hun lange vingers, was bij voorbeeld zo edelmoedig geweest met zijn weduwe te trouwen en voor zijn kinderen te zorgen. En de bisschop Flawse die tijdens het bewind van Bloody Mary levend was verbrand omdat hij het Roomse geloof was afgevallen, had het zakje buskruit dat zijn broer had meegebracht om rond zijn hals te binden geweigerd met als verstandig argument dat dat je reinste verspilling was en dat het kruit beter gebruikt kon worden om die vuile papen te doorzeven met kogels als de tijd rijp was. Het was die praktische instelling van zijn voorouders die meneer Flawse het meest bewonderde. Het toonde aan dat, hoe ze ook aan hun eind kwamen, ze geen tijd verkwistten aan zelfmedelijden maar bezield bleven van de onverzettelijke wil anderen met gelijke munt terug te betalen. Zo had bij voorbeeld Scherprechter Flawse, de veertiende-eeuwse privé beul van de hertog van Durham, toen het zo ver was dat hij zijn eigen hoofd op het blok moest leggen, galant aangeboden de bijl te slijpen voor zijn opvolger, een zo edelmoedig gebaar dat zijn wens was ingewilligd tot schade van de nieuwe beul, vijftien lijfwachten, vijfentwintig toeschouwers en de hertog zelf, die allemaal onthoofd op de grond lagen nadat Scherprechter Flawse zijn vakmanschap voor eigen doeleinden had aangewend en op het paard van de hertog zelf was ontsnapt, om de rest van zijn leven te slijten tussen de struikrovers van Redesdale.