‘Nou, je weet in ieder geval wanneer je bent geboren. Je hoeft er dus alleen maar achter te komen op wie je moeder toen verliefd was.’
‘Hoe moet ik er dan achter komen wanneer ik ben geboren?’
‘Door op je geboortebewijs te kijken, domkop, ’ zei Jessica.
‘Dat heb ik niet,’ zei Lockhart. ‘Opa wou me niet laten inschrijven, ’t Is ontzettend lastig en meneer Treyer kon nooit sociale lasten voor me betalen of zo. Dat was één van de redenen waarom ik niet meer mocht werken. Hij zei dat ik in theorie niet besta en dat hij wilde dat het in de praktijk hetzelfde was. Ik kan niet stemmen of dienst doen in een jury of een paspoort aanvragen.’
‘Oh schat, er is vast wel iets dat we kunnen doen, ’ zei Jessica. ‘Ik bedoel, zodra je je vader hebt opgespoord zorgt hij vast wel voor een geboortebewijs. Waarom vraagje ’t niet even aan meneer Bullstrode? Hij lijkt me echt een schat van een man.’
‘Lijkt,’ zei Lockhart somber. ‘Zo lijkt hij alleen maar.’
Maar toen de zon onderging achter het schietterrein en ze hand in hand terugwandelden naar het huis, zagen ze dat meneer Bullstrode met een juridische blik in zijn ogen de voorkant van de Range Rover stond te bestuderen.
‘Zo te zien zijn jullie bij een of andere aanrijding betrokken geweest,’ zei hij.
‘Ja,’ zei Jessica. ‘We zijn op een klein autootje gebotst.’
‘Werkelijk?’ zei meneer Bullstrode. ‘Een klein autootje. Ik neem aan dat dat voorval bij de politie is gemeld?’ Lockhart schudde zijn hoofd. ‘Al die moeite...’
‘Werkelijk?’ zei meneer Bullstrode nog juridischer. ‘Dus jullie zijn op een klein autootje gebotst en toen gewoon doorgereden? En had de eigenaar van dat andere voertuig daar niets over te zeggen?’
‘Ik heb ’t hem niet gevraagd,’ zei Lockhart.
‘En toen werden we achtervolgd door de politie,’ zei Jessica. ‘Maar Lockhart was o zo slim en reed gewoon door heggen en velden zodat ze ons niet konden volgen.’
‘Heggen?’ zei meneer Bullstrode. ‘Moet ik daaruit opmaken dat, na betrokken te zijn geweest bij een ongeluk dat niet aan de politie is gemeld en waarna u gewoon bent doorgereden, u vervolgens door diezelfde politie achterna bent gezeten en een tweede misdrijf heeft begaan door met dit opmerkelijke voertuig door heggen, en aan de banden te zien, over geploegde en ongetwijfeld ingezaaide akkers te rijden en zodoende schade aan derden toe te brengen en uzelf bloot te stellen aan strafvervolging wegens het wederrechtelijk betreden van privé terrein?’
‘Ja,’ zei Lockhart. ‘Zo zou je ’t kunnen samenvatten.’
‘Goeie God,’ zei meneer Bullstrode, die op zijn kale hoofd krabde. ‘En de gedachte is nooit bij u opgekomen dat de politie hoogstwaarschijnlijk uw nummer heeft genoteerd en u zodoende kan opsporen?’
‘Oh, maar ’t was niet ons echte nummer,’ zei Lockhart, alvorens uit te leggen waarom hij de kentekens had verwisseld. Tegen de tijd dat hij was uitgesproken was meneer Bullstrode tot in het diepst van zijn juridische ziel geschokt. ‘Ik wil niet graag nog meer toevoegen aan alle onaangename bepalingen die u al door uw grootvaders testament zijn opgelegd, maar ik moet zeggen...’ Hij kon zijn gevoelens onmogelijk onder woorden brengen en deed er het zwijgen toe.
‘Wat?’ zei Lockhart.
Meneer Bullstrode raadpleegde zijn gezond verstand. ‘Ik zou jullie aanraden de auto hier te laten en met de trein naar huis te gaan,’ zei hij uiteindelijk.
‘En hoe moet ik m’n vader vinden?’ zei Lockhart. ‘Kunt u me daar niet bij helpen?’
‘Ik werd pas enkele maanden nadat het had plaatsgevonden op de hoogte gebracht van uw geboorte en de dood van uw moeder,’ zei meneer Bullstrode. ‘Ik kan u alleen maar adviseren Dr. Magrew te raadplegen. Niet dat ik hem van iets anders dan professionele betrokkenheid bij de toestand van uw lieve moeder ten tijde van haar overlijden wil betichten, maar hij kan u misschien helpen het tijdstip waarop u bent verwekt nader te bepalen.’
Maar toen ze Dr. Magrew hadden opgespoord in de studeerkamer, waar hij zijn voeten warmde bij de haard, kon hij slechts weinig toevoegen aan wat ze al wisten.
‘Voorzover ik me herinner,’ zei hij, ‘was je, zachtjes uitgedrukt, een te vroeg geboren baby die zich voornamelijk onderscheidde door het feit dat je blijkbaar besmet met mazelen ter wereld was gekomen. Een verkeerde diagnose, moet ik toegeven, die zich echter laat verklaren doordat ik verder zelden of nooit geconfronteerd ben met een baby die in een bed met brandnetels is geboren. En te vroeg. Daarom zou ik het tijdstip waarop je bent verwekt niet eerder willen stellen dan februari 1956 en niet later dan maart. Dat dwingt me dus tot de conclusie datje vader zich gedurende die twee maanden in deze contreien en je moeder moet hebben bevonden. Ik kan gelukkig zeggen datje mij kun schrappen als potentiële kandidaat voor je vaderschap omdat ik zo fortuinlijk was tijdens die periode in het buitenland te vertoeven.’