‘Is dat uw laatste woord?’ vroeg meneer Flawse hoopvol.
‘Ja,’ zei mevrouw Flawse, die zich prompt tegensprak. ‘Ik heb me de ongemakken van dit huis en je gezelschap lang genoeg laten welgevallen. Als meneer Bullstrode niet binnen een week op de stoep staat ben ik verdwenen.’
‘Dan komt meneer Bullstrode morgen nog,’ zei meneer Flawse. ‘Dat beloof ik.’
‘Daar hou ik je aan,’ zei mevrouw Flawse, die hooghartig de kamer verliet terwijl de oude man achterbleef met een spijtig gevoel dat hij haar ooit had aangeraden De Weg naar Zelfstandigheid van Samuel Smile te lezen.
Die avond werd Dodd er op uitgestuurd met een verzegelde envelop die aan de achterkant een lakzegel met het wapen van de Flawses, een hangende struikrover, droeg. De brief bevatte gedetailleerde instructies betreffende de inhoud van meneer Flawses nieuwe testament en toen mevrouw Flawse de volgende ochtend naar beneden kwam om te ontbijten, bleek dat haar man zich voor deze ene keer aan zijn woord had gehouden.
‘Alstublieft, mevrouw,’ zei hij terwijl hij haar het antwoord van meneer Bullstrode overhandigde. ‘Vanmiddag komt hij het testament opmaken.’
‘Dat is maar goed ook,’ zei mevrouw Flawse. ‘Ik meende wat ik zei.’
‘En ik meen ook elk woord dat ik gezegd heb, mevrouw. Het testament wordt veranderd en ik heb Lockhart geschreven dat hij volgende week aanwezig moet zijn, wanneer het wordt voorgelezen.’
‘Naar mijn beste weten hoeft hij pas na je overlijden aanwezig te zijn,’ zei mevrouw Flawse. ‘Dan wordt het testament normaliter voorgelezen.’
‘Dit testament niet, mevrouw,’ zei meneer Flawse. ‘Een gewaarschuwd mens telt voor twee, zoals het spreekwoord wil. En de jongen heeft een beetje aansporing nodig.’
Hij trok zich terug in zijn studeerkamer en liet zijn vrouw over dat raadsel piekeren, ’s Middags arriveerde meneer Bullstrode bij de brug over de Kloof en werd toegelaten door Dodd. De daaropvolgende drie uur klonken er gedempte stemmen op uit de studeerkamer, maar hoewel ze aan het sleutelgat luisterde werd mevrouw Flawse niets wijzer. Ze zat weer in de salon toen meneer Bullstrode afscheid kwam nemen.
‘Eén vraagje, meneer Bullstrode,’ zei ze. ‘Ik zou graag uit uw mond willen horen dat ik de voornaamste begunstigde ben in het testament van mijn man.’
‘Wat dat betreft kan ik u geruststellen, mevrouw. U bent inderdaad de voornaamste begunstigde. Ik zou zelfs verder willen gaan: onder de voorwaarden van meneer Flawses nieuwe testament komt zijn volledige nalatenschap tot aan uw dood aan u toe.’
Mevrouw Flawse zuchtte van opluchting. Het was een zware strijd geweest, maar ze had de eerste ronde gewonnen. Nu moest ze er alleen nog op aandringen dat het huis van moderne gemakken werd voorzien. Ze werd niet goed van die latrine.
7
Lockhart en Jessica waren niet goed, punt uit. Opoe, zoals Jessica geleerd was het te noemen, maakte een einde aan het weinige fysieke contact dat tussen hen bestond. Lockhart weigerde halsstarrig zijn bloedende engel lastig te vallen met zijn onwaardige persoontje en zelfs als ze niet bloedde weigerde zijn engel aan te dringen op haar recht als echtgenote om lastig te worden gevallen. Maar al leefden ze dan in een seksueel niemandsland, hun liefde bloeide in de vruchtbare grond van hun frustratie. Kortom, ze waren dol op elkaar en verafschuwden de wereld waarin ze terecht waren gekomen. Lockhart bracht zijn dagen niet meer door ten kantore van Sandicott & Partner in Wheedle Street. Meneer Treyer, die gedwongen was geweest te besluiten of hij zijn dreigement om ontslag te nemen in de praktijk zou brengen, een beslissing die hem was opgedrongen door Dodd, die zijn brief niet aan mevrouw Flawse had gegeven, had uiteindelijk zijn toevlucht genomen tot subtielere methodes en betaalde Lockhart nu zijn volle salaris plus een bonus als hij maar uit de buurt bleef van het kantoor voor hij de hele zaak ten gronde richtte door een belastinginspecteur te vermoorden of alle cliënten tegen de haren in te strijken. Lockhart ging zonder spijt met die regeling akkoord. Wat hij gezien had van meneer Treyer, de fiscale recherche, de tegenstelling tussen inkomsten en inkomstenbelasting en de listen en lagen van zowel belastingambtenaren als belastingontduikers, sterkte hem alleen maar in zijn overtuiging dat de moderne wereld onsmakelijk en corrupt was. Zijn grootvader had hem geleerd te geloven wat hem gezegd werd en te zeggen wat hij geloofde, en dus had de overstap naar een wereld waarin het tegenovergestelde van toepassing was een traumatisch effect.
Nu hij het met behoud van salaris zelf maar uit moest zoeken, was Lockhart thuis gebleven en had leren autorijden.
‘Dat helpt de tijd te doden, ’ zei hij tegen Jessica alvorens zijn best te doen twee rij-instructeurs en een heleboel andere weggebruikers te doden. Lockhart was meer gewend aan de gedragingen van paarden en rijtuigen dan het plotselinge accelereren en stoppen van een auto, en zijn manier van rijden bestond eruit plankgas te geven alvorens de koppeling in te drukken en dan uit alle macht te remmen alvorens tegen hetgene dat zich toevallig op zijn pad bevond te knallen. Na die procedure een paar keer te hebben herhaald waren zijn instructeurs sprakeloos van paniek geweest en niet meer in staat hun leerling een alternatieve methode bij te brengen. Toen Lockhart de voorkant van drie leswagens en de achterkant van twee geparkeerde auto’s plus een lantaarnpaal had vernield, begon het moeilijk te worden nieuwe instructeurs te vinden.