De diagnose werd er nog moeilijker op doordat meneer Mirkin niets kon horen en weigerde vragen te beantwoorden, zelfs als ze alleen zijn naam en adres betroffen en toen de prop werd verwijderd tweeterde hij alleen des te luider. Op de naburige kraamafdeling leidde zijn getweeter zelfs tot klachten en de eis dat hij ergens buiten gehoorsafstand zou worden overgeplaatst. Daar stemde Dr. Magrew onmiddellijk mee in en hij tekende een krankzinnigheidsverklaring van de plaatselijke psychiatrische inrichting, op grond van de volmaakt logische diagnose dat een man wiens uiteinden zo overduidelijk met elkaar in tweestrijd waren en die blijkbaar ook zijn geheugen had verloren, aan een ongeneeslijk geval van gespleten persoonlijkheid leed. En zo werd meneer Mirkin, die nu zelf alleen nog maar een nummer was, met een anonimiteit die perfect paste bij zijn werk als belastingontvanger, op kosten van de gemeenschap onder de naam T. Biljet in de dikst gecapitonneerde en meest geluiddichte cel geplaatst.
Ondertussen werden de hoofdkommies en zijn trawanten te zeer in beslag genomen door hun eigen doofheid om ook maar enig enthousiasme te voelen voor een tweede bezoek aan Flawse Hall. Ze brachten al hun tijd door met het schrijven van brieven aan elkaar en hun advocaten betreffende de eis voor schadevergoeding die ze hadden ingediend tegen het ministerie van defensie omdat ze er op de nacht van hun overval niet voor waren gewaarschuwd dat ze zich op een artillerieschietkamp bevonden. Het was een slepend proces, dat er nog slepender op werd doordat het leger glashard ontkende dat ze ’s nachts schietoefeningen hielden en het kruisverhoor van alle kommiezen schriftelijk moest plaatsvinden.
Ondertussen hernam het leven op Flawse Hall zijn normale, kalme gangetje, al waren er ook daar dingen veranderd. De komkommers in de broeikas werden groter dan Dodd ooit had meegemaakt en ook Jessica zwol op. De hele zomer zoemden de bijen uit de strooien korven over de hei en speelden jonge konijnen voor hun holen. Zelfs de vossen voelden dat er een andere sfeer heerste en keerden terug en voor het eerst sinds vele jaren weerklonk de roep van de wulp boven Flawse Fell. Het leven kwam terug en Lockhart had zijn vroegere verlangen om dingen dood te schieten laten varen. Dat was gedeeltelijk te danken aan Jessica, maar voornamelijk aan juffrouw Deyntry. Zij had Jessica onder haar hoede genomen en haar een afkeer voor de jacht bijgebracht, maar tegelijkertijd haar overdreven sentimentaliteit de kop ingedrukt. Ook de zwangerschapsmisselijkheid had geholpen en Jessica was uitgedijd tot een huiselijke jonge vrouw met een scherpe tong en haar Sandicott-bloed had zich doen gelden, wat tot uiting kwam in een praktische inslag en het gesteld zijn op comfort, zodat de Hall flink was veranderd. De ruiten waren vervangen en er was cv aangelegd om de vochtigheid en de tocht tegen te gaan, maar Jessica hield vast aan de open haardvuren in de voornaamste kamers, zodat Dodd nog steeds kolen dolf in de mijnschacht, hoewel hem dat heel wat minder moeite kostte dan weleer. Ten gevolge van Lockharts sonische oorlogvoering waren er vreemde dingen gebeurd in de mijn.
‘Op sommige plaatsen is het dak ingestort, ’ rapporteerde Dodd, ‘maar ik was vooral verrast door de kolenlaag zelf. De kolen zijn verkruimeld en d’r hangt allemachtig veel stof in de schacht.’
Lockhart ging zelf op inspectie en besteedde diverse uren aan het onderzoeken van dat vreemde voorval. De kolenlaag was inderdaad verkruimeld en er hingen overal dichte stofwolken. Hij kwam zwart maar opgetogen naar buiten.
‘ ’t Kan best dat we een nieuwe ontginningsmethode hebben ontdekt, ’ zei hij. ‘Als geluidsgolven ruiten laten springen en glas kunnen versplinteren, zou ik niet weten waarom ze ondergronds niet heel wat nuttiger gebruikt kunnen worden. ‘
‘Ik hoop niet dat je van mij verwacht dat ik met een of andere duivelse fluit in die schacht kruip,’ zei Dodd. ‘Ik wil liever niet gek worden in ’t belang van de wetenschap en d’r lopen hier nog heel wat schapen en stieren rond die ik niet bepaald prettig gestoord zou willen noemen.’
Lockhart stelde hem echter gerust. ‘Als ik gelijk heb, hoeft voortaan geen enkele man zijn leven en gezondheid meer op ’t spel te zetten in een kolenmijn. Je laat gewoon een automatisch voortbewegende machine installeren die de juiste golven uitzendt en gevolgd wordt door een soort reusachtige stofzuiger die het kolengruis opzuigt.’
‘Ach, d’r zal wel iets voor te zeggen zijn,’ zei Dodd. ‘Als we ’t maar hadden geweten, hadden we ’t allemaal kunnen vinden in de bijbel. Ik heb me altijd al afgevraagd hoe Jozua met zo’n klein bazuintje de wallen van Jericho kon laten instorten.’
Lockhart ging terug naar zijn laboratorium en begon met het ontwerpen van zijn sonische kolendelver.
Zo ging de zomer vredig voorbij en werd de Hall eens te meer het middelpunt van het uitgaansleven van de Middle Marches. Meneer Bullstrode en Dr. Magrew kwamen nog steeds eten, maar Jessica nodigde nu ook juffrouw Deyntry en andere buren uit. En eind november, toen er diepe sneeuwhopen tegen de stapelmuurtjes lagen, schonk ze het leven aan een zoon. Buiten gierde de wind en stonden de schapen bijeen gedrongen in hun stenen kooien; binnen was het één en al warmte en comfort.