Plotseling vroeg Roger zich af waarom hij eigenlijk naar de bibliotheek was gegaan. Het was in de balzaal al duidelijk geworden dat Adriana zich verplicht had tot het pact dat haar vader en Sedgwick Wyndham jaren geleden hadden gesloten.
Roger had lord Sedgwick intens gehaat, maar hij wist nu dat zijn haat voor de zoon het viervoudige daarvan was. Hij kon de markies niets anders wensen dan hetzelfde lot van zijn vader.
Hij draaide zich weer om naar de deur en schoof de grendel ervoor. Hij had geen idee wat er in de volgende ogenblikken zou gaan gebeuren, hij wist alleen dat het niet het einde zou betekenen.
‘Lord Standish zal ons waarschijnlijk gezelschap komen houden,’ zei Colton.
Vol verachting keerde Roger zich naar Colton en liet zonder een woord te zeggen zijn belediging tot de ander doordringen. Als zijn tegenstander de steun nodig had van lord Standish, dan was degene die tegen hen samen opgewassen was ongetwijfeld de sterkste, nietwaar?
Colton glimlachte vriendelijk. ‘Laten we zeggen dat lord Gyles een onpartijdige getuige zal zijn als ik weer gedwongen zou zijn uw manieren te corrigeren.’
Roger grijnsde sarcastisch bij de houding van de ander om Roger te behandelen als een van het rechte pad afgedwaalde jongeling. Dat stak hem meer dan enige andere belediging.
Roger liep met grote, stijve passen de kamer door naar de sofa waar Adriana zat. Vol ergernis zag hij dat lord Randwulf een hand op haar schouder legde, alsof hij haar gerust wilde stellen dat haar niets zou overkomen. Rogers woede steeg met de minuut. Ze leken een eenheid te vormen, alsof Colton Wyndham al haar echtgenoot was. Totaal van de kook door Adriana’s bereidheid de markies te accepteren als haar aanstaande verloofde, richtte hij al zijn minachting op haar. ‘Ik zal u besparen een aankondiging te doen van iets dat vanavond maar al te duidelijk is geworden, mylady. U onderwerpt zich aan de bevelen van wijlen lord Randwulf en laat u het hof maken door zijn zoon.’
Ze hief haar kin op bij het horen van het scherpe sarcasme in zijn stem. ‘Misschien heb je inderdaad gehoopt dat ik het contract zou negeren dat mijn ouders hebben getekend, Roger, maar dat ben ik nooit van plan geweest.’
Een luid geschraap van zijn keel kondigde de entree aan van lord Standish, die onderzoekend naar zijn dochter keek om zich ervan te overtuigen dat ze in veiligheid was. ‘Alles in orde hier?’
‘Niet helemaal, papa,’ antwoordde Adriana gespannen. Sinds Coltons terugkeer had ze niet zoveel spanning gevoeld. ‘Ik wilde Roger net uitleggen dat ik hem moet verzoeken na vanavond niet meer naar Wakefield Manor te komen of me te volgen naar andere plaatsen waar ik naartoe ga.’
Roger keek haar sarcastisch en vol walging aan. ‘U moet me vergeven dat ik óóit gedacht heb dat u een eigen wil had, mylady. U bent net zo karakterloos als alle andere vrouwen die ik ooit gekend heb.’
Een prikkelend gevoel achter in haar nek en een opkomende drift bevestigden haar dat ze niet zo laf was of zo’n gebrek aan wilskracht had als Roger suggereerde. Haar haren gingen overeind staan. ‘Roger, ik ben bang dat je je meer dan een jaar geleden vergiste toen je dacht dat we iets anders konden zijn dan kennissen. Het was van begin af aan duidelijk dat je iets meer van me verlangde, iets dat ik nóóit van plan was je te schenken. Op z’n best was je een oppervlakkige vriend, iemand die het in zijn hoofd haalde me overal te volgen en zelfs binnen te dringen als hij niet was uitgenodigd. Ik had je maanden geleden al moeten vertéllen dat je pogingen om me op te zoeken je niets zouden baten. Je weet nu al een tijdje dat ik in mijn jeugd beloofd ben aan een andere man, en toch bleef je me naar me toe komen alsof daar nooit iets van zou komen. Je moet begrijpen dat niets wat je had kunnen zeggen of doen daar iets aan veranderd zou hebben.’
Roger keek haar woedend aan, door zijn opkomende tranen heen. ‘U kon het me niet eens vertellen! U liet me hopen als een arme, blinde dwaas!’
Adriana walgde van zijn jammerklacht. ‘Ik heb je nooit aanleiding gegeven om te geloven dat het iets anders zou kunnen zijn, Roger. Ik had verplichtingen tegenover mijn familie… en anderen. Ik heb geprobeerd je vanavond te zeggen dat ik je niet meer kon ontmoeten omdat je jaloezie en je aspiraties het ons onmogelijk maakten zelfs als vrienden nog door te gaan. Maar je weigerde te luisteren, dus moet het nu op deze manier…’
‘Vanavond!’ snauwde hij. ‘Het was vriendelijker geweest als u me dat een jaar geleden had verteld voordat ik me voornam dat ik alles zou doen om u te krijgen! Waarom hebt u me laten geloven dat er enige hoop bestond?’
‘Je vergeet wel heel gauw hoe vaak ik je dat duidelijk heb gemaakt. De eerste keer was toen je hier kwam zonder te zijn uitgenodigd. Daarna maakte je bij elke mogelijke gelegenheid misbruik van mijn gastvrijheid en van die van anderen, en volgde je me naar de huizen van mijn vrienden en overal elders. Als ik meteen in het begin geweigerd had je te zien, zou dit nu niet nodig zijn. Ik heb je nooit willen kwetsen, Roger. Ik had nooit verwacht dat je op iets meer zou hopen. Vriendschap is alles wat ik óóit bereid was je te bieden.’