Home>>read Een zee van verlangen free online

Een zee van verlangen(63)

By:Kathleen Woodiwiss


‘Maar mistress Jane wilde dat ik meteen terugkwam met de zalf…’

Felicity boog zich naar het dienstmeisje toe tot de punten van hun neuzen elkaar bijna raakten. ‘Je helpt me, Lucy, of ik sla je tot je begint te jammeren, begrepen?’

Lucy knikte wanhopig. ‘Jawel, miss.’

Even later had Felicity net de jurk over haar hoofd getrokken toen Jane Fairchild de deur opende. De oudere vrouw zuchtte geërgerd. ‘Waar wil jij naartoe in die fraaie kleren, jongedame?’

Inwendig kreunend deed Felicity haar best de opening van haar lijfje te vinden. Uit ervaring wist ze dat ze in aanwezigheid van haar moeder heel wat hartelijker zou moeten zijn tegen Lucy dan ze tot dusver geweest was, anders zou ze geen toestemming krijgen om naar buiten te gaan en zou ze de rest van de dag allerlei karweitjes moeten opknappen. ‘O, mama, werkelijk, het is heel dringend.’

Jane sloeg haar armen om haar middel en zei met spottend ongeloof: ‘En mag ik vragen wat er zo belangrijk is geworden sinds ik om je hulp vroeg?’

Felicity hoorde de sceptische klank in de stem van haar moeder en durfde haar niet de waarheid te vertellen. Ongetwijfeld zou haar moeder haar weer een standje geven omdat ze een onmogelijke droom najoeg.

Ze trok de jurk omlaag en keek in woedend zwijgen naar Lucy, die achteruit was gegaan. Haastig en struikelend liep het meisje weer naar voren en begon de jurk met bevende vingers vast te maken. Felicity keek met een aarzelend glimlachje naar haar moeder.

‘U herinnert zich toch lady Samantha en lady Adriana nog wel, mama? Nou, kort na onze rit vorige week stelden ze me voor aan iemand die ik net op straat zag. Ik dacht dat het aardig zou zijn om blijk te geven van onze waardering voor hun vriendelijke zorg voor grootvader… en ook omdat ze mij hadden uitgenodigd voor hun uitstapje. Als u me toestaat met die kennis te spreken, weet ik zeker dat ik een beter idee zal krijgen wat voor handgemaakte geschenken de beide lady’s op prijs zouden stellen.’

‘En is die kennis toevallig een man?’

‘Ik ben vanuit het huis duidelijk te zien, mama,’ verzekerde Felicity haar nerveus, en besloot dat ze de hoge rang van die man beter kon onthullen. ‘Het is de broer van lady Samantha, de markies van Randwulf, mama… Hij zal me beslist kunnen adviseren, want hij kent beide vrouwen goed. Ik wilde hem ook bedanken voor zijn gastvrijheid, want een van de huizen waar we op bezoek gingen was van hem.’

‘Ga niet over hem fantaseren, kind,’ waarschuwde Jane haar met moederlijke bezorgdheid. ‘Hij moet met een vrouw van zijn eigen stand trouwen.’

Geïrriteerd waagde Felicity het te protesteren. ‘Mama, alsjeblieft! Ik wil alleen maar zijn advies vragen voor de geschenkjes die we willen geven, en hem bedanken voor zijn welwillendheid.’

Jane knikte langzaam en nam haar dochter aandachtig op. ‘Daarom zie je er zo stralend uit als een regenboog in een blauwe lucht.’ Ze maakte een toegevend gebaar met haar hand. ‘Goed, Felicity, ik keur je wens goed om onze dankbaarheid te tonen aan de lady’s, maar denk eraan, blijf niet te lang weg. Je grootvader wil dat je vanmiddag voorleest.’

Felicity kreunde narrig. ‘Alsjeblieft niet wéér uit de bijbel.’

‘Schaam je,’ zei Jane berispend. ‘Het geeft hem troost in zijn ziekte, en wat mij betreft, kun jij een flinke dosis van de wijsheid in de bijbel gebruiken. Je bent veel meer bezig met je uiterlijk dan je hoort te zijn.’

Felicity zuchtte, alsof ze toegaf, maar durfde niets meer te zeggen. Jane Fairchild hield van haar vader en respecteerde hem. Het was meer dan Felicity kon zeggen.

Enkele ogenblikken later trok Felicity de kostbare cape, die haar vader voor haar had gekocht, dicht om zich heen en liep naar de plaats waar ze de markies het laatst had gezien.

Glimlachend, alsof ze niets belangrijkers te doen had dan te genieten van het aangename weer, knikte Felicity charmant naar voorbijgangers, die terugknikten of beleefd groetend aan hun hoed tikten. Eindelijk zag ze de man die ze zo koortsachtig zocht uit de winkel van een zilversmid komen.

Onbewust van zijn bewonderaarster, draaide Colton Wyndham zich om op zijn goede been en liep naar het eind van de hoofdweg. Felicity stelde vast dat hij zich naar de fraaie, zwarte landauer begaf die achter de brug geparkeerd stond, op een plaats waar hij geen beletsel vormde voor andere rijtuigen.

Hoewel haast niet bevorderlijk was voor de indruk die ze wilde wekken, besefte ze dat ze, als ze niet opschoot, meer zou verliezen dan alleen de kans om met de markies te praten. De ambities die ze koesterde, zouden wel eens afhankelijk kunnen zijn van deze man. Hoewel zijn beenspieren na zijn verwonding nog zwak moesten zijn, bewoog hij zich met een behendigheid die dreigde de afstand tussen hen snel te vergroten, en al probeerde Felicity hem in te halen, bij elke stap verloor ze meer terrein.