‘Ha!’ Gyles keek zijdelings naar de butler. ‘Charles weet langzamerhand wel dat ik zo nu en dan mijn kalmte verlies, al is het nóg zo zelden.’
‘Ja, milord,’ beaamde de butler, bij wie niet meer dan een spoor van een glimlach te zien was, ondanks zijn binnenpretjes.
De huishoudster kwam de eetkamer binnen; ze was al zo lang in dienst bij de Suttons dat ze niet de minste aarzeling toonde toen ze naar het eind van de tafel liep, waar Gyles zat. Naast zijn stoel bleef ze staan met in haar handen een zilveren schaal waarop een gekreukte brief lag met een grote, detonerende dot rode zegellak. ‘Meneer Elston is vanmorgen langsgekomen, milord,’ legde ze op gedempte toon uit. ‘Hij vroeg me u dit te geven zodra Adriana beneden kwam. Hij zei dat het heel dringend was.’
‘Dank je, Henrietta.’ Gyles verbrak het zegel terwijl de bedienden zich terugtrokken, vouwde de verfomfaaide brief open en begon te lezen. Na een ogenblik trok hij zijn donkere wenkbrauwen op en er verschenen diepe rimpels in zijn voorhoofd.
Er was geen bliksemflits voor nodig om de graaf van Standish achterdocht te doen koesteren ten aanzien van Roger Elstons pogingen om te speculeren op het meegevoel van zijn dochter. Het was van begin af aan een zorgelijke gedachte geweest dat de klerk vaste voet probeerde te krijgen in haar leven. Hij had de methodes van de man betreurd. Gyles geloofde door zijn opvoeding dat een man fatsoenshalve zijn problemen voor zich hield, behalve tegen degenen die ervan op de hoogte moesten zijn. Onder de inwoners van Bradford on Avon was Adriana beroemd om haar medeleven met mensen in nood. Toen Roger haar veel van de beproevingen in zijn jeugd had verteld, had Gyles dan ook aanstoot genomen aan zijn beledigende gedrag. Ze had voor die klerk waarschijnlijk meer vriendelijke tolerantie gehad dan voor de aristocraten die de ouderlijke toestemming hadden gevraagd om haar het hof te maken en zich beter schikten naar de verheven gedragscodes. Zonder zijn afspraak met zijn oude vriend, zou Gyles de huwelijksaanzoeken serieus overwogen hebben van de kandidaten die hij volledig respecteerde. De meest veelbelovende onder hen was Riordan Kendrick. Een goedkeuring aan Riordan om haar het hof te maken zou hem een goede reden hebben gegeven om Rogers bezoeken te verbieden, die vaak onverwacht waren en zonder voorkennis van Adriana.
Gyles kon de verdenking niet van zich afzetten dat Rogers voornaamste oogmerk was een rijk huwelijk te sluiten.
‘Wat is er, liefste?’ vroeg Christina.
‘Ik denk dat dit bericht deze zelfde ochtend bij ons is bezorgd omdat Roger kortgeleden attent is geworden op Suttons thuiskomst. In elk geval verzoekt hij ons met alle respect en met de grootst mogelijke spoed zijn huwelijksaanzoek aan onze dochter opnieuw in overweging te nemen…’
Adriana’s hoofd ging met een ruk omhoog, en ze staarde naar haar vader alsof híj zijn verstand had verloren in plaats van Roger Elston. ‘Wat wilt u tegen hem zeggen?’
‘Wat wil je dat ik tegen hem zeg, kindlief? De waarheid? Dat er weinig kans bestaat dat je een dergelijk aanzoek ooit zult accepteren?’
Ze bloosde en bestudeerde haar ineengestrengelde vingers. ‘De laatste keer dat Roger het vroeg, dacht ik dat het afdoende zou zijn als hij op de hoogte was van mijn verloving met Colton. Ik wilde hem niet onnodig kwetsen, vader, en evenmin wilde ik hem aanmoedigen. Ik wilde alleen de slag verzachten die zijn trots werd toegebracht. Maar ik ben bang dat hij zich nogal overmoedig heeft gedragen nu Colton terug is. Voor zijn eigen bestwil moet hem duidelijk worden gemaakt dat ik onmogelijk zijn huwelijksaanzoek kan accepteren.’
Gyles probeerde de donkere ogen van zijn dochter te doorgronden. Er stond duidelijk ergernis in te lezen. ‘Wat is er gebeurd dat je eindelijk overtuigd bent van de noodzaak om eerlijk te zijn, m’n kind?’
‘Ik ben bang dat Roger zich onbetamelijk heeft gedragen jegens Colton toen we gisteren in Randwulf Manor waren.’
‘Onbetamelijk?’ herhaalde Gyles. ‘In welk opzicht?’
Adriana probeerde het brok in haar keel weg te slikken. ‘Hoe vergezocht het achteraf ook mag lijken, het bleek al bij het begin van hun ontmoeting dat Roger een wrok koesterde tegen Colton. Zonder de tussenkomst van Leo en Aris zou hij waarschijnlijk meteen met zijn vuisten op de markies af zijn gevlogen… of het tenminste hebben geprobeerd. Toen hij eindelijk tot de aanval overging, werd het snel afgehandeld door Colton. Zelfs gehinderd door zijn gewonde been, sloeg Colton hem bewusteloos en liet het aan de stalknechten over om Roger thuis te brengen. Eerlijk gezegd, begrijp ik niet dat Roger zoiets durfde. Colton lijkt fysiek op zijn vader. Hij is op z’n minst een half hoofd groter dan Roger en stevig gebouwd.’ Het naakte lichaam van de kolonel had dat maar al te duidelijk bewezen. ‘Alleen een dwaas of een heel dapper man zou zoiets gewaagd hebben, en toch probeerde Roger drie keer Colton bij me vandaan te houden. De laatste keer werd hij neergeslagen.’