Een diepe zucht ontsnapte hem. ‘Tot dusver heb ik nog geen vrouw kunnen vinden die aan de eisen van mijn hart kan voldoen.
‘En die zijn?’
Colton haalde zijn schouders op. ‘Misschien alleen om de leegte te vullen die ik nog steeds in mijn leven voel.’
Na een lange pauze zei Philana rustig: ‘Ik zal het aan jou overlaten om te beslissen wanneer we de Suttons over deze kwestie moeten benaderen, maar je moet goed weten, jongen, dat Adriana’s uiterlijk weinig invloed had op het oordeel van je vader. Hij nam aan dat het zou verbeteren, misschien niet in de mate waarin dat gebeurd is, maar meer dan iets anders waren het haar karakter en intelligentie die hij bewonderde.’
Colton had het gevoel dat hij in de val zat en keek nijdig om zich heen, tot hij besefte weer naar het portret boven de haard te staren. In zekere zin was het of hij naar een beeltenis van zichzelf keek; de gelijkenis was heel, heel groot, niet alleen uiterlijk, maar ook innerlijk. Zijn vader had altijd een eigen wil gehad. Alleen Philana, met haar zachtmoedige, vriendelijke manieren, had hem tot iets kunnen bewegen. Colton vroeg zich af of Adriana ook zíjn hart zou kunnen vertederen. Tot dusver was geen vrouw daar nog in geslaagd.
4
Nu Colton Wyndham weer thuis was en de verantwoordelijkheid van het markizaat op zich had genomen, verdiende hij kamers die een markies waardig waren. Maar de bedienden waren nog steeds bezig zijn bezittingen uit te pakken, zijn beddengoed te verschonen en de kamers van zijn nieuwe appartement op de eerste verdieping aan de zuidkant van het huis schoon te maken en te luchten. Toen Colton tegen Harrison zei dat hij een rustig plekje wilde zoeken om even te gaan slapen, stelde de butler voor dat hij naar de kamer zou gaan die hij in zijn jeugd had bewoond totdat zijn nieuwe vertrekken gereed waren.
Colton bekommerde zich er niet om; hij was te zeer uitgeput om zich erom te bekommeren waar hij zou slapen. Zolang hij maar voldoende privacy had om zijn kleren uit te trekken en zich uit te kunnen strekken op iets dat op een redelijke matras leek, vond hij het best. Na alle smalle britsen waarop hij had geslapen zou zijn oude bed met de donzen matras een luxe lijken, dus trok hij zijn uniform uit en liet zich uitgeput op het bed vallen.
Na de lange rit in het rijtuig en het afscheid van zijn troepen, voelde hij zich geestelijk en lichamelijk aan het eind van zijn krachten. Maar misschien was dat niet helemaal de schuld van zijn reis. Het nieuws van zijn verloving met Adriana had hem opgeschrikt, en opnieuw beleefde hij de ogenblikken die aan de breuk met zijn vader en zijn vertrek waren voorafgegaan.
Bijna vanaf het moment van haar geboorte had wijlen Sedgwick Wyndham zich speciaal aangetrokken gevoeld tot de jongste dochter van zijn beste vriend en buurman. Het interesseerde hem weinig of ze voorbestemd leek om niet alleen een magere spriet, maar een niet erg mooie, slungelige jonge vrouw te worden, met enorme zwarte ogen en een smal gezicht. Hoe zou íemand iets meer hebben kunnen verwachten? Maar Sedgwick hield voet bij stuk en verklaarde dat hij geen andere vrouw voor zijn zoon wilde.
Colton had geprotesteerd, zó hevig dat hij dezelfde dag van zijn woedende confrontatie met zijn vader het huis had verlaten. Hij was naar de militaire academie gegaan, met de steun van zijn oom van moeders kant, lord Alistair Dermot, die met een schalkse glans in zijn ogen had bekend dat hij al een paar jaar heimelijk verlangde een goede reden te vinden om de bevelen van zijn zwager te doorkruisen.
In de loop van de daaropvolgende twee jaar had Colton de kunst van het oorlog voeren geleerd, en in 1801 was hij als jonge officier naar Egypte gegaan, waar hij had gediend onder luitenant-generaal sir Ralph Abercromby. Daarna had hij zich steeds opnieuw onderscheiden in vele bloedige veldtochten tegen de vijand, en was hij zijn manschappen voorgegaan in het strijdgewoel, vaak standhoudend in een solide opstelling van gewapende mannen naar vier kanten, of als één blok optrekkend of terugtrekkend, een infanterieformatie waarop de bevelhebbers van het Britse leger daarna nog vaak vertrouwden. De komende veertien jaar was oom Alistair zijn enige contact met thuis geweest, en de brieven van zijn familie. Een serie promoties had hem gebracht tot de rang van kolonel, met het commando over een groot regiment onder lord Wellington. Hoewel Waterloo de vernietiging had betekend van Napoleons ambities, maakte Colton bekend dat hij van plan was zijn militaire carrière voort te zetten. Wellington was enthousiast geweest en had hem verzekerd dat als zijn wonden genezen waren, hij vóór het jaar ten einde was tot generaal zou zijn bevorderd. Toen was het nieuws gekomen van het overlijden van zijn vader, en was Colton van mening veranderd. Toen hij weer op de been was, had hij afscheid genomen van Wellington en het Engelse leger en had hij bij zichzelf gezworen dat hij zijn plicht jegens zijn familie en zijn pas verworven markizaat zou nakomen. Ondanks hun onenigheid in het verleden, was hij enorm trots op de prestaties van zijn vader. Zelfs de gedachte al dat de titel naar iemand anders zou gaan, druiste in tegen alles wat hem dierbaar was, en hij was vast van plan het markizaat te accepteren.