Bovendien was hij een man die de vriendschap van een mooie en ook nog intelligente vrouw op prijs stelde. Het eerste was ze geworden in de tijd van zijn afwezigheid; het tweede was de voornaamste reden waarom zijn vader zo hardnekkig erop had gestaan dat ze later zijn vrouw zou worden. Intelligentie was altijd heel belangrijk geweest in het geslacht van de Wyndhams.
‘Doe alsjeblieft mijn groeten aan je ouders en vertel ze dat ik me erop verheug hen binnenkort te zien. Met hun welnemen zal ik een missive sturen naar Wakefield Manor om te vragen wanneer het hen schikt. En als je me een paar momenten van je tijd wilt gunnen nu ik hier ben, Adriana, zou ik je dankbaar zijn. We hebben veel herinneringen op te halen.’
Zijn stem klonk zacht en met een warmte waartegen Adriana slecht bestand was. Het was ongelooflijk wat hij met haar gevoelens kon aanrichten, en met zo weinig moeite. Natuurlijk had ze zijn verzoek hooghartig moeten weigeren; hij had een manier om haar te beïnvloeden die haar huiverig maakte voor toekomstige ontmoetingen. Toch kon ze geen goed excuus vinden om eraan te ontkomen zonder hem de indruk te geven dat ze hem nog niet vergeven had. En dat was ver bezijden de waarheid. Ondanks zijn woedende vertrek uit huis, had ze hem in haar hart altijd als haar verloofde gezien; uiteindelijk was dat wat hun ouders altijd gewild hadden en waarvoor ze hun maatregelen hadden genomen.
‘Uw bezoek zal altijd welkom zijn,’ mompelde ze, terwijl ze probeerde haar vingers uit zijn greep te bevrijden, maar hardnekkig als altijd weigerde hij toe te geven. ‘Onze ouders gingen zó vaak bij elkaar op bezoek toen we opgroeiden, dat je bijna zou kunnen zeggen dat Wakefield Manor slechts een verlengstuk van uw huis is.’
Colton keek onderzoekend naar haar mooie gezichtje, in de hoop er een spoor van een glimlach op te ontdekken. ‘Ik vond het heel wat prettiger, Adriana, toen je me Colton noemde. Ben je vergeten hoe kwaad je kon worden en tegen mijn schenen trapte omdat ik jou en Samantha plaagde? En me uitjouwde als ik je ten slotte met rust liet en terugliep naar huis?’
Adriana rolde met haar ogen. Ze wenste dat hij haar een plezier zou doen en al die pijnlijke herinneringen zou vergeten, maar ze twijfelde er sterk aan, want hij scheen het leuk te vinden haar te plagen met het verleden. Zijn grijns leek daar een bewijs van. ‘Uw geheugen is beter dan het mijne, milord. Ik was dat alles vergeten. Maar u moet bedenken dat ik toen nog maar een kind was, en natuurlijk was dat lang voordat u markies werd. U bent zó lang weg geweest, dat u bij de voornaam noemen hetzelfde zou zijn als achteloos een vreemde toespreken. Als ik zo vrijpostig zou zijn, zou mijn moeder me beslist op de vingers tikken.’
‘Dan zal ik met je moeder moeten praten en haar ervan overtuigen dat die familiariteit mijn volledige instemming heeft. Zou je tot die tijd mijn verzoek in overweging willen nemen, Adriana?’
Adriana had het gevoel dat hij haar in een hoek had gedreven waaruit ze niet kon ontsnappen. ‘Ik zal het overwegen…’ - ze wachtte tot hij breed en triomfantelijk grijnsde, en voegde er toen plagend aan toe - ‘te zijner tijd, milord.’
Colton sloeg zijn ogen ten hemel, maar grinnikte niettemin luid en geamuseerd.
‘Je bent onmogelijk, Colton Wyndham!’ riep ze verontwaardigd uit, en sloeg toen haar hand voor haar mond, in het besef dat hij precies had gekregen wat hij wilde. Ze schudde haar hoofd en liet zich voldoende vermurwen om even naar hem te grijnzen, toen de herinneringen aan de pret die zij en Samantha vroeger met hem gehad hadden weer bij haar opkwamen.
Colton bleef haar plagen, maar genoot van het nadrukkelijk uitspreken van haar naam. ‘Adriana Elynn Sutton. Mooi, dat is zeker.’
Ze keek hem achterdochtig aan, niet zeker wetend waar hij naartoe wilde. ‘Een simpele naam, meer niet.’
‘Hij smaakt zoet op mijn tong. Ik vraag me af of jij even zoet zou smaken.’
Adriana wenste dat ze haar gloeiende wangen koelte kon toewuiven zonder hem te laten merken dat het hem gelukt was haar van haar stuk te brengen. ‘Nee, milord, ik vrees dat ik nogal bitter en zuur ben. Dat zeggen mijn zussen tenminste als ze kwaad op me zijn.’
‘Ik neem aan dat ze dat deden als ze probeerden je te manipuleren tot iets wat zij wilden, je bits en met je neus in de lucht weigerde toe te geven.’
Het was dicht genoeg bij de waarheid om Adriana even te doen huiveren. ‘Misschien.’
Colton boog zich naar voren en zei plagend: ‘Dus, Adriana, wie blijft er over om je uit te dagen als Melora eenmaal het nest heeft verlaten?’
Ze keek hem glimlachend en met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘Waarschijnlijk is dat de reden waarom u thuis bent gekomen, milord. Voorzover ik me herinner, was dat precies wat u zo graag deed voor u vertrok. U lijkt er nog steeds erg bedreven in.’