‘Mevrouw Elston!’ riep hij uit toen hij Samuel Gladstones kleindochter herkende. Hij herinnerde zich nog levendig dat hij de mooie jonge vrouw een aantal maanden geleden had leren kennen toen hij de molenaar een bezoek bracht. Hoewel hij zich toen nauwelijks bewust was van enige andere vrouw dan zijn beeldschone Adriana, was Felicity’s schoonheid hem toen toch opgevallen. Later had hij gehoord dat Samuels kleindochter was getrouwd met de jonge molenaar, dezelfde proleet die tijdens het herfstbai zo onbeschoft en bezitterig was geweest ten opzichte van Adriana.
Een opgedroogd straaltje bloed was uit haar mondhoek gedropen en ze had een grote blauwe plek op haar wang en voorhoofd. Hoewel hij haar zachtjes heen en weer schudde, kreeg hij geen reactie, zelfs geen trilling van een ooglid.
Hij boog zich over haar heen, schoof één arm onder haar rug en de andere onder haar knieën, tot hij besefte dat haar rok doorweekt was. Zijn bezorgdheid nam toe toen hij besefte dat het bloed was. De binnenkant van de pijpen van haar onderbroek waren doordrenkt van een dikkere, donkerder substantie, en toen hij een hand op de zachte welving van haar buik legde en erop drukte, deed de daaropvolgende stroom bloed hem beseffen dat zijn ervaring om wonden te verbinden zich niet uitstrekte tot miskramen.
Hij bond haar rok rond haar onderlichaam, tilde haar op in zijn armen en liep haastig terug naar het rijtuig. ‘Laat die lantaarn maar, Matthew. Breng ons zo snel mogelijk naar huis. Dr. Carroll moet onmiddellijk gewaarschuwd worden. Mevrouw Elston is bezig haar baby te verliezen, en als ze niet gauw hulp krijgt, zal ze waarschijnlijk doodbloeden.’
Toen ze aankwamen in Harcourt Hall, droeg Riordan Felicity snel uit het rijtuig, vroeg de koetsier zo vlug mogelijk de dokter te gaan halen en haastte zich toen naar binnen. Hij riep zijn huishoudster, mevrouw Rosedale, om meteen te komen, holde met twee treden tegelijk de trap op en duwde met zijn brede schouder te deur open van een slaapkamer in de gang maast zijn eigen suite. Dienstmeisjes kwamen achter de huishoudster de kamer in. Mevrouw Rosedale stuurde Riordan weg toen de meisjes begonnen om de jonge vrouw uit te kleden. Toen ze Felicity hadden gewassen en de minder ernstige maar nog steeds bloedende wonden hadden verbonden, legden ze nog meer handdoeken en lakens klaar, in afwachting van de dokter.
Dr. Carroll arriveerde in het rijtuig en raakte buiten adem door de haast waarmee lord Riordan hem mee de trap op nam. Maar toen hij in de kamer kwam waar de jonge vrouw lag, rolde hij zijn mouwen op, waste zijn handen en ging meteen aan het werk.
Een paar uur later stroomden de tranen nog over Felicity’s wangen toen Riordan eindelijk in de kamer werd toegelaten bij zijn bedlegerige gaste. Verlegen kroop Felicity verder weg onder de gewatteerde damasten sprei en deed haar best om dapper te lijken.
‘Ik ben u heel veel dankbaarheid verschuldigd omdat u me hebt gevonden en mijn leven hebt gered, milord,’ zei ze met een zwak stemmetje.
Riordan trok een oorfauteuil naast het bed, pakte glimlachend haar hand en legde zijn andere hand erop terwijl hij haar corrigeerde. ‘Ik vrees dat die eer mij niet toekomt, mevrouw Elston. Mijn koetsier was degene die u aan de kant van de weg zag liggen, en wat het redden van uw leven betreft, dat heeft de dokter gedaan. Maar ik heb een man naar Bradford gestuurd om uw man te verwittigen dat u hier bent.’
‘O, nee!’ Felicity schoot dodelijk verschrikt overeind. ‘Roger zal me vermoorden, zoals hij al heeft geprobeerd.’
Riordan leunde achterover in zijn stoel, verbijsterd door haar woorden. ‘Maar, mevrouw Elston, waarom denkt u dat? Wat zou u in vredesnaam gedaan kunnen hebben om een man zo woedend te maken dat hij zou proberen u te vermoorden?’
‘Roger was zeer beslist niet kwaad toen hij zijn voorbereidingen trof om me te vermoorden, milord,’ zei Felicity, die de sprei weer tot aan haar kin omhoogtrok. ‘Hij pleegde zijn misdaden alsof hij genoot van de uitdaging. Hij ging koelbloedig en methodisch te werk in alles wat hij deed. Als ik niet was gaan vermoeden dat hij bezig was zijn vader te vergiftigen, zou ik nu hoogstwaarschijnlijk ook dood zijn.’
‘Ook? Is er iemand gestorven?’
‘Roger heeft vanavond een actrice vermoord op dezelfde manier waarop hij probeerde zich van mij te ontdoen.’
Riordan trok zijn wenkbrauwen op en overlegde bij zichzelf of hij de beschuldigingen kon geloven die ze tegen haar man had geuit. ‘Kunt u het iets verder uitleggen, madam?’
Tranen vertroebelden Felicity’s ogen toen ze vertelde wat er die avond gebeurd was. Ernstig haalde Riordan een zakdoek uit zijn zak en drukte die in haar trillende handen, terwijl hij aandachtig luisterde. Ten slotte kwam Felicity aan het eind van haar verhaal.
‘Vlak bij de plaats waar u me hebt gevonden, is een beek, of een rivier. Als u daar terugkeert, zult u het lichaam vinden van de vrouw die Roger vergiftigd heeft. Het is nog steeds moeilijk me voor te stellen dat ik al die tijd met een sadistische waanzinnige heb geleefd, maar dat is vanavond pijnlijk duidelijk geworden. Het is niet te zeggen hoeveel mensen hij nog meer heeft vermoord sinds hij hier is komen wonen.’