Het vrolijke geblaf van de wolfshonden veranderde in een kwaadaardig gegrom, dat Pandora een kreet van angst ontlokte toen de twee dieren de kamer binnenholden. In paniek struikelde ze achteruit.
Pas toen ze met haar hoofd tegen de schoorsteenmantel botste, was ze gedwongen angstig te blijven staan. Hysterisch probeerde ze de honden weg te jagen door voorzichtig met haar handen te wapperen.
‘Ga weg! Ga weg!’ schreeuwde ze. ‘Ga weg, beesten!’
‘Aris! Leo! Gedraag je!’ beval Colton vanuit de gang. Gehoorzaam gingen de honden zitten en keken achterom toen hun meester binnenkwam. De nabijheid van de honden maakte dat Pandora zich uiterst voorzichtig bewoog, en zeker niet door de kamer liep om Colton te begroeten.
‘Adriana, wie schreeuwde daar zo verschrikkelijk? Hebben we soms bezoek -?’ Colton zweeg abrupt toen hij binnenkwam en eindelijk de vrouw zag die door de honden in een hoek was gedreven. ‘Pandora!’
‘Haal die dieren weg!’ gilde Pandora, en maakte een behoedzame beweging met haar hand. ‘Je hoort zulke beesten niet los te laten rondlopen in huis! Ze zouden iemand kunnen doden!’
‘Leo, Aris, kom,’ zei Adriana, en knipte met haar vingers. Kwispelend gehoorzaamden de honden haar en kregen een aai over hun rug voor ze neerploften op het vloerkleed aan haar voeten.
Pandora keek woedend naar de brunette, zich realiserend dat ze de honden even gemakkelijk had kunnen terugroepen als Colton. Ze vertrok sarcastisch haar mond.
Ondanks het venijn van de actrice keek Adriana haar recht in de ogen voor ze haar aandacht richtte op haar man, die ze vragend aankeek. Hij deed er ongewoon lang over om zijn gebruikelijke aplomb te herkrijgen. Kennelijk probeerde hij het waarom en waarvoor van de situatie te begrijpen.
Pandora trachtte zoveel mogelijk van haar trots te redden nadat de honden haar als een krijsend varken op de vlucht hadden gejaagd. ‘En, Colton, ben je niet blij me te zien?’
‘Niet bepaald,’ antwoordde hij. ‘Ik dacht dat je dood was.’
‘Dat was ik ook, een paar ogenblikken, voordat ik weer tot leven kwam. En nu ben ik hier om mijn rechtmatige positie als je echtgenote op te eisen.’
‘Dat had je gedácht, verdomme!’ viel hij woedend uit. ‘Ik heb maar één echtgenote, en die heb je zojuist leren kennen.’
Even viel Pandora’s mond open bij zijn bulderend uitgesproken woorden; ze had het gevoel of ze een klap in haar gezicht had gekregen. Maar ze hield vol. ‘Volgens de wet, Colton, bén ik je echtgenote. Niets wat je zegt of doet kan daar iets aan veranderen.’
‘O nee? Dat ben ik anders wel van plan! Hoewel ik erin heb toegestemd het huwelijk door dominee Goodfellow te laten voltrekken, was dat alleen om Genevieve mijn naam en bescherming te bieden.’
‘Genevieve?’
‘Het kind dat jij op de wereld hebt gebracht. Maar nu begin ik me af te vragen of ze wérkelijk van mij is. Misschien heb je me misleid om me tot een huwelijk te dwingen… met welk doel kan ik nog niet precies zeggen, al heb ik het duidelijke gevoel dat ik het gauw genoeg zal weten.’ Hij lachte sarcastisch. ‘Vuig gewin ongetwijfeld.’
De vrouw knipperde verbaasd met haar ogen. ‘Ik weet niet zeker of ik dat goed begrijp… vuig gewin.’
‘Geld.’
‘O, Colton, je gelooft toch niet dat ik me tot zoiets verachte-lijks zou verlagen? Genevieve is onze dochter, en als haar moeder wil ik alleen bij haar zijn… en bij jou.’
Colton begon steeds nadenkender te kijken. ‘Hoelang is het geleden sinds je zogenaamd bent gestorven? Zes maanden? Of zeven? In elk geval zó lang geleden dat mijn vrouw al zes maanden zwanger is. Gezien de tijd die je hebt genomen om mij ervan op de hoogte te brengen dat je níet dood bent, zoals me werd wijsgemaakt, twijfel ik er ernstig aan of je ook maar énig verlangen had naar Genevieve. Ik weet zeker dat wat je ook deed, je jezelf enorm amuseerde. Anders had ik wel eerder van je gehoord. Waarom ben je eindelijk gekomen? Had je geen geld meer? Of besloot je minnaar jou aan de kant te zetten voor een jongere editie?’ Hij ving de plotselinge flikkering in haar ogen op en kwam tot de conclusie dat hij het bij het rechte eind had. ‘Is dat het? Ben je koelbloedig afgedankt door je rijke bewonderaar?’
‘Natuurlijk wilde ik het kind zien, Colton. Uiteindelijk ís ze mijn dochter… en de jouwe!’
‘Is ze echt van mij?’ Zijn stem verried dat hij er ernstig aan twijfelde.
‘Natuurlijk is ze dat. Ben je vergeten dat ze het geboortemerk van je familie draagt? Zeg tegen Alice dat ze het kind beneden brengt, dan zal ik je geheugen opfrissen. Die moedervlek is het onomstotelijke bewijs dat ze jouw afstammeling is.’