Toen Harrison weg was, ging Adriana voor de hoge kleedspiegel staan en nam zichzelf aandachtig op. Haar zwangerschap was al zover gevorderd dat die duidelijk zichtbaar was, al had ze zelf moeite te geloven dat het al vijf fantastische maanden getrouwd was. Haar dikke, harde buik deed hen lachen als ze naast elkaar lagen en onder hun handen het wonder van de bewegende baby voelden. Colton leek het helemaal niet erg te vinden dat ze haar fraaie figuur was kwijtgeraakt; hij wilde haar nog even graag naakt zien als daarvoor en genoot blijkbaar van de intimiteit van zijn huwelijk en zijn toekomstige vaderschap. Ze had nooit kunnen dromen dat hij zo’n attente, tedere en liefhebbende echtgenoot zou zijn, of dat haar liefde elke dag groter zou worden.
Hoewel het vrij warm weer was, had Adriana een kanten sjaal om haar schouders gedrapeerd om tot op zekere hoogte haar toegenomen omvang te verbergen. Terwijl ze dat deed, besefte ze hoe ongerust ze zich zojuist had gemaakt. Ondanks haar overtuiging dat Colton van haar hield, bracht de gedachte aan de confrontatie met een vrouw uit zijn vroegere leven haar van streek.
De bezoekster hoorde de lichte voetstappen van een vrouw snel dichterbij komen over de marmeren vloer van de gang en draaide zich af van het raam in de zitkamer. Ze trok verbaasd en nieuwsgierig haar wenkbrauwen op, in de verwachting de moeder van de markies te zullen zien, en ze was een beetje van haar stuk gebracht door de verschijning van een jongere vrouw. De ronde buik onder de sjaal bracht een harde blik in haar ogen.
Ze stak haar kin hooghartig in de lucht en zei: ‘Ik kom voor Colton, en voor niemand anders.’
‘Ik ben lord Randwulfs vrouw,’ antwoordde Adriana, geërgerd over het feit dat de ander haar man bij zijn voornaam noemde. Hoewel hun gast heel aantrekkelijk en mooi was, ontbrak het haar inderdaad aan de elegantie en verfijning van een welopgevoede dame.
Uiterlijk rustig glimlachte Adriana naar hun gast. ‘U weet nu wie ik ben, mag ik misschien de naam horen van degene met wie ik spreek?’
De rode lippen werden neerbuigend opgetrokken. ‘Hm, ik denk dat u me mag aanspreken als lady Randwulf… of Wyndham, als u daaraan de voorkeur geeft.’
Adriana fronste verward haar voorhoofd. ‘Ik neem aan dat u geen familie bent van mijn man, want hij is de laatste van zijn familie die de naam Wyndham draagt.’
‘Colton Wyndham ís mijn man,’ zei de bezoekster uitdagend. ‘En dat betekent natuurlijk dat u niet zijn vrouw bent.’
Als de ander haar met haar vuist in het gezicht zou hebben geslagen, had Adriana niet anders kunnen reageren. Ze wankelde naar de dichtstbijzijnde stoel en ging voorzichtig zitten. Alsof de baby haar plotselinge flauwte voelde, begon het kind te bewegen. Adriana slaakte een zachte kreet en legde haar hand op haar gespannen buik.
‘Zorg dat je die kleine bastaard niet kwijtraakt,’ waarschuwde haar gast meesmuilend. ‘Maar natuurlijk, zoals de zaken nu staan, zou dat misschien beter zijn voor u. De lasterpraat zal al erg genoeg zijn zonder dat de mensen onbarmhartig het kind uitbannen voor de zonden van de ouders.’
‘Wie bént u?’ vroeg Adriana angstig. ‘Bent u hier alleen gekomen om mij te kwellen? Of is uw motief meer ambigu?’
‘Ik begrijp níet wat u bedoelt.’ De bezoekster had waarschijnlijk nog nooit het woord ambigu gehoord, en wist niet dat het dubbelzinnig betekende. ‘Ik kwam hier om mijn recht te doen gelden op mijn echtgenoot, en nu merk ik dat u onder zijn dak woont. Wat mijn naam betreft, ik heet Pandora Wyndham, en als ik me niet vergis, woont mijn dochter hier met mijn man.’
Adriana begreep alles nu maar al te goed. ‘Blijkbaar bent u niet zo dood als u mijn man deed geloven. Ik vraag me onwillekeurig af waar u de laatste vijf of zes maanden hebt gewoond. Als u hem kort nadat u en hij getrouwd waren, bericht had gestuurd dat u in goede gezondheid verkeerde, zouden wij nooit in het huwelijk zijn getreden.’ Gedachtig aan de lange tijd die de vrouw erover had gedaan om eindelijk naar voren te komen en hen op de hoogte te brengen van haar bestaan, kon Adriana enig sarcasme niet onderdrukken. ‘Was dat een klein detail dat u maanden geleden over het hoofd hebt gezien of slechts een gebrek aan etiquette? Hoe het ook zij, u bent wel erg laat om ons te vertellen dat u niet dood bent.’
‘Ik bén gestorven, althans een paar ogenblikken, zoals de predikant zal getuigen, maar ik kwam weer tot leven. Ik was door de bevalling echter zó verzwakt dat vrienden me onmiddellijk hebben meegenomen naar een warmer klimaat, in de hoop dat ik daar volledig zou herstellen. Zoals u kunt zien, heeft hun zorgzaamheid me verjongd. En nu ben ik teruggekomen naar Engeland om mijn man en mijn kind op te eisen.’
Een scherp gefluit in de gang waarschuwde Pandora voor de nadering van de man voor wie ze was gekomen. Ze hoorden onmiddellijk daarna Coltons stem: ‘Ga Adriana zoeken.’