‘O, lieve kind, ik heb je zo gemist!’ bekende Jane. ‘Waarom ben je niet eerder gekomen? Ik ben een of twee keer bij de molen geweest om te zien hoe het met je ging, maar Roger zei dat je niet gestoord wilde worden, vooral niet door mij. Maak je het goed? Ben je gelukkig?’
‘Ja, ik maak het goed, mama.’ De tweede vraag wilde ze liever niet beantwoorden. Ze overhandigde haar moeder het bundeltje kruiden. ‘Ik heb een cadeautje voor grootvader meegebracht. Ik wilde hem komen voorlezen, als u denkt dat hij dat prettig vindt.’
‘Natuurlijk, lieverd. Hij zal het heerlijk vinden. Hij heeft je gemist.’
‘Mij gemist?’ vroeg Felicity verbaasd… en weifelend. ‘Maar ik dacht dat hij me niet aardig vond.’
Lachend sloeg Jane haar arm om de schouders van haar dochter en schudde haar zachtjes door elkaar. ‘Gansje, hij is misschien een tijdje kwaad op je geweest, maar je bent zijn kleindochter. Jullie hebben hetzelfde bloed. Hoe zou hij niet om je kunnen geven?’
Felicity keek onderzoekend naar het gezicht van haar moeder en zag liefde in haar betraande glimlach. ‘Mama, ik heb zo’n spijt van de manier waarop ik me gedragen heb. Kunt u me ooit vergeven dat ik zo verschrikkelijke zelfzuchtig en afschuwelijk ben geweest?’
Jane drukte haar dochter dicht tegen zich aan. ‘Zeg niets meer, kind. Alles is vergeven… en vergeten. Je bent mijn grote liefde, mijn trots en vreugde.’
Felicity verloor haar zelfbeheersing en barstte in snikken uit. Moeder en dochter bleven elkaar omhelzen, en al hun onenigheden van vroeger verdwenen in een stroom van liefde.
Toen ze elkaar eindelijk loslieten, zocht Felicity in haar handtas naar een zakdoek en snoot haar neus. Ze probeerde zich weer te beheersen. Jane nam haar aandachtig op en probeerde te ontdekken wat er nog verborgen bleef. Haar instinct zei haar dat er iets verkeerd ging in het leven van haar dochter, maar ze had geen idee wat het kon zijn. Zachtjes legde ze haar hand op Felicity’s arm. ‘Wat is er gebeurd, Felicity? Is alles in orde?’
‘Natuurlijk, mama.’ Felicity wilde haar moeder niet ongerust maken en probeerde dapper te glimlachen. Eindelijk haalde ze haar schouders op en gaf een excuus. ‘Ik geloof dat ik, nu ik een baby verwacht, pas besef wat een zware last ik voor u ben geweest. Ik bedoel, zoals ik me gedroeg.’
‘Je verwacht een baby?’ Jane trok zich met een vrolijke lach terug, maar haar lach verdween weer toen ze een korte glimp opving van de droefheid in Felicity’s ogen.
‘Er ís iets mis. Wat is het?’
‘Niets, mama. Echt niets.’
‘Is er iets met Roger?’
‘Roger maakt het goed, uitstekend.’
‘Roger misschien wel, maar ik ken mijn dochter te goed om niet te zien dat er iets niet klopt. Ik wil niet nieuwsgierig zijn, maar alsjeblieft, vertrouw erop dat ik je op alle manieren zal helpen.’
‘Mama, ik weet niet waarover u het hebt. Ik ga nu naar boven om grootpa uit de bijbel voor te lezen. Ik kan niet lang blijven. Na mijn bezoek aan hem moet ik weg.’
Felicity kon niet geloven dat ze werkelijk geen gelegenheid had gevonden om naar de molen te gaan zonder bang te hoeven zijn dat Roger haar met de boeken zou betrappen. Hij was naar Londen vertrokken en was van plan daar tot zondag te blijven. Ze had er geen enkel bezwaar tegen dat hij haar niet had gevraagd om mee te gaan, en ze was opgelucht dat ze even zijn misbruik in bed niet hoefde te verduren.
Haar knappe, ontaarde echtgenoot had opmerkelijk agressief geleken nadat ze naar Stanover House was gegaan, en ze vroeg zich af of hij het wist van haar bezoek door een toevallige opmerking van een vrouw uit het dorp. De pijn die hij haar had veroorzaakt, had haar angst voor hem doen toenemen en haar behoedzaam gemaakt in het bezoeken van haar familie.
Haar beproeving in die laatste paar dagen was zó groot geweest, dat het had geleken of Roger haar uit een martelkamer had bevrijd, toen hij eindelijk zijn aandacht richtte op een nieuwe onderneming van hem, het toezicht op de timmerlieden die belast waren met een weinig gebruikte opslagkamer naast zijn kantoor te verbouwen tot een privé-vertrek voor hemzelf. Het was duidelijk dat hij veel meer geld moest uitgeven om de werklieden uit Londen te laten komen, maar hij had als excuus aangevoerd dat de plaatselijke timmerlieden niet bedreven genoeg waren. Lord Harcourt echter had veel timmerlieden uit Bradford gebruikt toen hij zijn eigen privévertrekken liet renoveren, en hij was toch beslist een man die kwaliteit verlangde.
Toen de kamer klaar was, kwamen er meubels uit Londen in twee grote, overdekte karren. Felicity was nieuwsgierig naar Rogers aankopen en sloop naar de slaapkamer van haar slapende schoonvader. Dat deed ze vrij vaak, want ze had ontdekt dat ze daar een goed uitzicht had op alles wat er aan de voorkant van de molen gebeurde.