Met een minzame blik keek ze naar Alice. ‘Het is niet waarschijnlijk dat jij en mevrouw Fulton elkaar nog eens zullen ontmoeten, dus zal ik niet de moeite nemen jullie aan elkaar voor te stellen. Ik zal je echter wel een voorspoedige reis wensen uit Bradford, want ik hou veel van de inwoners van Bradford.’
Colton drukte zijn knokkels tegen zijn lippen om een grijns te onderdrukken, toen Alice woedend langs de beide vrouwen liep. Ze was haar vorige verzoek blijkbaar vergeten.
‘Ik zal u later aan mijn man voorstellen,’ zei Adriana tegen mevrouw Fulton, terwijl ze haar het kind overhandigde. ‘Voorlopig echter kunnen u en de baby beter in uw kamer met elkaar kennismaken. Die lieve kleine heeft uw zorgen dringend nodig, denkt u niet?’
‘O, ja, mylady, en ik wil die heel graag geven,’ verzekerde Blythe Fulton haar.
‘Ik zal een paar bedienden wakker maken en uw bagage boven naar uw kamer laten brengen,’ zei Alice. ‘Ik neem aan dat uw koffers nog in het rijtuig van de lord staan.’
‘Je hoeft de bedienden niet lastig te vallen,’ zei Colton. ‘Ik breng die bagage zelf wel boven. Ik zie je straks in onze kamer, liefste. We moeten praten over baby’s en zo.’
‘Tot mijn genoegen, milord.’
‘Nee, tot míjn genoegen, mylady,’ mompelde hij met een knipoog.
19
Felicity zette haar bonnet op en sloeg een dunne sjaal om voor ze Edmund Elstons huis uit liep en zich over de onverharde weg naar Bradford haastte. Ze was er heilig van overtuigd dat Roger, die voor zaken naar Bath was, lang genoeg weg zou blijven om haar de tijd te geven om te doen wat ze al zo lang van plan was. Haar eerste bestemming was de apotheek, waar ze dezelfde kruiden hoopte te kunnen kopen die Adriana en Samantha eens aan haar grootvader hadden gegeven. Door hem die te geven, hoopte ze weer in de gunst van haar grootvader te kunnen komen. Maar na haar hooghartige gedrag was ze niet erg optimistisch gestemd, al betreurde ze haar optreden nu uit de grond van haar hart.
Jarenlang had ze geweigerd naar de instructies van haar moeder te luisteren wat betreft de verdiensten van integriteit, moreel gedrag en zelfachting. In plaats daarvan had ze haar vader als voorbeeld gezien, en ze had zijn minachtende mening over Samuel Gladstone overgenomen. Maar toch moesten op een gegeven moment de lessen van haar moeder over eer, deugd en vriendelijkheid in haar eigen karakter verankerd zijn geraakt, want haar respect voor Jarvis Fairchild was totaal verdwenen op de dag dat ze had gehoord dat hij geld had ontvreemd van zijn schoonvader door arbeiders te ontslaan zonder hun namen uit de boeken van de personeelskosten te schrappen. Zijn diefstal van de lonen had de degelijke en betrouwbare eigenschappen in vergelijking daarmee van haar grootvader duidelijk doen uitkomen.
Toen ze getrouwd was en Stanover House had verlaten, begon ze pas te beseffen hoezeer ze de oude man was gaan missen, zijn geestigheid en zijn wijsheid. Sinds haar huwelijk met Roger meer dan vijf maanden geleden had ze een paar harde lessen geleerd over het leven en de gevaren die het inhield, wat haar veel meer waardering gaf voor de waarden die ze eerder naast zich neer had gelegd.
Het huwelijk kon bijvoorbeeld een nachtmerrie zijn van waanzinnige uitspattingen als een vrouw een man had als Roger. Niet alleen gedroeg hij zich in bed als een zwijn, maar soms werd hij razend als ze niet voldeed aan zijn vreemde wensen, waarvan de meeste slecht en smerig waren. Ze leefde in angst voor wat hij haar kind zou aandoen als hij zo heftig in haar gevoelige delen stootte.
De bel boven de deur van de apotheek liet een charmant geklingel horen toen Felicity de deur openduwde en naar binnen ging. Een man met rode wangen leunde naar voren uit een smal middenpad dat aan beide kanten bedekt was met geëtiketteerde glazen flessen vol kruiden.
‘Ja, miss? Kan ik u ergens mee van dienst zijn?’ vroeg hij vriendelijk.
‘Ja, inderdaad,’ mompelde Felicity. ‘Meer dan acht maanden geleden heeft mijn grootvader, Samuel Gladstone, wat medicinale kruiden gekregen van twee adellijke dames. Hij was zo vol lof over de eigenschappen ervan, dat ik graag diezelfde kruiden zou willen kopen. Een van die dames is de zus van lord Randwulf, en de andere is sindsdien zijn vrouw. Weet u misschien nog wat voor kruiden dat waren en kunt u mij daar een goede hoeveelheid van geven voor mijn grootvader?’
‘O, die herinner ik me nog heel goed, miss. Ik heb die kruiden zelf aan de beide lady’s aanbevolen. Ik dacht dat ze zijn gezondheid misschien ten goede konden komen, maar ik vrees dat ze nogal zeldzaam zijn en daarom nogal prijzig, miss.’
Felicity legde een paar oorbellen op de toonbank tussen hen. ‘Zou u deze in ruil kunnen nemen? Ik geloof dat ze vrij waardevol waren toen mijn vader ze maanden geleden heeft gekocht.’