Home>>read Een zee van verlangen free online

Een zee van verlangen(153)

By:Kathleen Woodiwiss


Colton keek zijn vrouw bezorgd aan en besefte dat ze beiden met dezelfde twijfel te kampen hadden. Maar hij durfde niet voor te stellen de vrouw nog wat langer hier te houden, want er was geen enkele garantie dat ze haar wrok niet op de baby zou botvieren. ‘We vinden wel iemand anders, liefste,’ zei hij, in een poging haar te troosten. ‘Ik weet zeker dat de bedienden wel een vrouw in het dorp kennen die in elk geval Genevieve voorlopig kan zogen tot we een vaste min hebben gevonden.’

‘Ik weet dat je Alice hier zo gauw mogelijk weg wilt hebben,’ antwoordde Adriana, met een kille, vernietigende blik op de smerige vrouw. Alice was het grofste, vulgairste schepsel dat ze ooit in haar leven gezien had. Ze keek met een liefdevolle blik naar haar man. ‘Ik ga het advies van je moeder vragen. Zij zal wel weten wat we moeten doen.’

Even later liepen Philana en Adriana haastig de grote trap af toen de herkenbare geluiden van een rijtuig, dat voor de ingang stilstond, hun nieuwsgierigheid wekte. Philana holde naar een raam en tuurde naar buiten. Toen draaide ze zich verbaasd om. ‘Alistair is hier en hij helpt een jonge vrouw uit zijn landauer. Dat kan maar één ding betekenen!’

Beide vrouwen holden naar de entree om open te doen. Met een vrolijke lach deden Philana en haar schoondochter hun best de wild huilende baby te sussen. Met een kreet van opluchting trok Philana de deur open, zó snel dat haar broer nog met opgeheven hand stond om aan te kloppen. Zijn mond viel open van verbazing. Hij trok zijn jas recht en liep naar binnen. Uitermate trots op zichzelf schepte hij op: ‘Efficiënt als altijd, dat ben ik. Matilda heeft een min voor je gevonden in Bath, en ik was zo vrij de jonge vrouw onmiddellijk hierheen te brengen voor het geval jullie wanhopig waren.’ Hij kromp even ineen bij het gekrijs dat de baby voortbracht en schraapte toen zijn keel. ‘Tja, het schijnt dat de jongedame en ik precies op tijd zijn gekomen, hè?’

‘Oom Alistair, u bent een engel!’ riep Adriana uit, en ze omarmde hem enthousiast met één arm. ‘Breng die vrouw alstublieft binnen. De baby gaat dood van de honger!’

‘Dit is mevrouw Blythe Fulton,’ kondigde hij even later aan toen hij met de vrouw in de vestibule stond. ‘Haar echtgenoot is gesneuveld bij Waterloo, en een paar dagen geleden heeft ze een doodgeboren kind gebaard. Hoewel ik weinig van deze dingen begrijp, heeft Matilda me verteld dat mevrouw Fulton wanhopig op zoek is naar werk als min, om verlichting te zoeken, niet alleen omdat ze in geldnood zit, maar ook voor haar… eh… eh… pijnlijke conditie.’

Kijkend naar haar schoondochter, opperde Philana: ‘Mevrouw Fulton zal ongetwijfeld wat privacy willen hebben, lieverd. Mijn zoon doet er zó lang over Alice uit haar kamer te krijgen, dat ik me afvraag of er problemen zijn. Denk je dat we mevrouw Fulton voorlopig in een kamer beneden kunnen onderbrengen of durven we haar naar haar slaapkamer boven te brengen? Ik heb het linnengoed in de kamer tegenover die van Alice al laten verschonen, voor het geval we het geluk zouden hebben iemand te vinden. Ik heb zelfs Samantha’s oude wieg daar laten neerzetten.’

‘Coltons taak om Alice de deur uit te zetten vind ik beslist niet benijdenswaardig, mama Philana, maar we mogen ons door de aanwezigheid van die vrouw niet laten voorschrijven wat we voor haar vervangster moeten doen. Mevrouw Fulton zou zich waarschijnlijk meer op haar gemak voelen als we haar onmiddellijk naar haar eigen kamer brachten. Zal ik haar meenemen naar de kamer die u in gereedheid hebt laten brengen? Hoe eerder ze de baby kan zogen, hoe beter we ons allemaal zullen voelen.’

De twee jonge vrouwen waren net bij de trap naar de bovenverdieping toen Alices schelle stem het gehuil van de baby bijna overstemde.

‘Ik heb overal gezocht, maar kan mijn gouden ring niet vinden,’ jammerde ze toen ze haar kamer uit kwam. ‘U moet dat verlies vergoeden. Mijn arme dode man heeft me die ring gegeven nadat zijn ma gestorven was.’

‘Als je er óóit heen hebt gehad,’ antwoordde Colton.

‘Ik ga hier niet weg zonder die ring. Misschien ga ik wel helemaal niet weg.’

‘Daarin vergis je je, Alice,’ viel Adriana haar op de trap in de rede. ‘Je gáát weg, en wel op staande voet. We hebben het grote geluk gehad een min te kunnen vinden én in dienst te nemen voor Gene vieve.’

Colton keek verbaasd op. ‘Hoe heb je dat voor elkaar gekregen, lieve?’

Adriana glimlachte zelfingenomen. ‘Oom Alistair is weer de reddende engel geweest. Ondanks het late uur heeft je oom de reis van Bath naar hier gemaakt om mevrouw Fulton te brengen… juist toen we haar het hardst nodig hadden.’