‘Ik ben uw nieuwe schoondochter, Felicity. Ik ben hier om u te helpen weer beter te worden, papa Edmund.’
Zijn askleurige lippen vertrokken in een broze glimlach. ‘Het is zeker… dat jij… niet Mar… tha Grim… wald bent.’
‘Was dat iemand met wie Roger geacht werd te trouwen?’ ‘Dat zal… híj moeten… zeggen… meisje. Weet… alleen… dat jij… een stuk… mooier bent.’
‘Hoe voelt u zich? Kan ik iets voor u halen? Iets te eten misschien? Een beetje port?’
‘Kan… ik… niet tegen. Heb te veel alcohol… gehad in mijn leven.’
‘En iets te eten? Wat medicinale kruiden uit de apotheek?’
‘Misschien… wat pap… of pudding… om de pijn… te verzachten. Die is… soms zo… ondraaglijk… dat ik… dood wil.’
Zorgvuldig vermijdend in aanraking te komen met de huid van de man, legde Felicity zachtjes haar hand op zijn arm waar die bedekt werd door het nachthemd. ‘Ik zal de kokkin vragen wat pap en pudding voor u te maken. Kan ik intussen nog iets voor u doen?’
‘Waar is… Roger?’
‘Ik geloof dat hij bezig is met de boeken. Er schijnt ergens een verschil te zijn. Waar precies kan ik me niet voorstellen. Ik kan alleen maar herhalen wat ik gehoord heb, dat er blijkbaar meer geld uitgaat dan er binnenkomt.’
Edmund deed zijn best zich op zijn ellebogen op te richten, maar hij was te zwak en viel snel weer achterover. ‘Roger… kan beter… de molen beheren… en de… boeken aan mij… overlaten.’
‘Maar, papa Edmund, u bent te ziek geweest om zelfs maar te weten wat voor dag het is, laat staan de boeken van de spinnerij bij te houden.’
Zeg dat hij… wacht tot… ik beter… ben.’
Felicity boog zich over hem heen en glimlachte, terwijl ze een moederlijk klopje op zijn arm gaf. ‘Ik zal hem vertellen wat u hebt gezegd, papa Edmund. Ga nu rusten. Het is niet nodig dat u zich zo opwindt over de boeken. Het lijkt me een gemakkelijk karweitje voor Roger… tenzij u natuurlijk weet waarom ze niet kloppen. Dan moet u het hem zeggen… om hem een eindeloos zoeken te besparen.’
‘Zeg alleen maar… ze met rust te… laten. Hij heeft… geen hoofd voor… boekhouden.’
18
Colton Wyndham leidde zijn bruid zijn huis aan Hyde Park in Londen binnen, terwijl Seward, de kleine, pezige, oude butler, die al hoofd van de huishouding was voordat Sedgwick Wyndham ooit een gezin had gesticht, stond te grijnzen als een verschrompeld aapje. De magere kleine man knipte met zijn vingers, en een stoet mensen, van wie de meesten in het zwart waren gekleed, alleen het keukenpersoneel was in het wit, kwam aangelopen en vormde een lange rij voor hun nieuwe meesteres. Alle bedienden lachten even stralend als de butler om de pasgetrouwde Wyndhams te begroeten bij hun thuiskomst van een twee maanden durende huwelijksreis naar warmere klimaten.
Toen het laatste dienstmeisje was voorgesteld, duizelde het Adriana van de namen. Ze lachte en legde haar handen tegen haar rode wangen.
‘Tijdens al mijn vroegere bezoeken hier heb ik me nooit gerealiseerd dat er zóveel personeel was. Ik zal in het begin niet ieders naam kunnen onthouden, dus alstublieft, neem me dat niet kwalijk.’
Colton legde zijn arm om haar middel en trok haar naast zich. ‘Dat zullen ze heus niet doen, lieve. Ze hebben trouwens ook geen keus, want jij bent de nieuwe meesteres van het huis. Ze zullen allemaal hun hart aan je verliezen. Ik zal hen waarschuwen dat ze moeten oppassen, anders loopt iedereen hier straks rond en negeert mijn wensen terwijl ze doen wat ze kunnen om jouw wensen uit te voeren.’
Het vriendelijke gegrinnik van de bedienden bewees dat die mogelijkheid zeker bestond. Van alle bezoekers vroeger in het Londense huis van de Wyndhams was lady Adriana altijd opgewekt en charmant geweest, en met een zorgzame aandacht die hun hart had gestolen. Ze vonden het prachtig dat zij nu hun meesteres was.
‘Het diner wordt op de gebruikelijke tijd geserveerd, milord,’ verkondigde Seward, die een grijns niet kon onderdrukken. ‘Na uw lange rit in het rijtuig vandaag, dacht ik dat u en uw vrouw misschien graag uw maaltijd geserveerd wilden hebben in de warmte en beslotenheid van uw privé-vertrek.’
‘Een uitstekend idee, Seward,’ antwoordde Colton enthousiast. ‘Lady Adriana en ik zijn inderdaad erg moe na zo’n lange, saaie rit, en zouden niets liever willen.’ Hij stak zijn wijsvinger op. ‘Nog één ding, na het dessert zou ik graag een warm bad willen. Dat schijnt mijn wond goed te doen.’
‘Milord, ik zal ervoor zorgen dat het voor u gereed wordt gemaakt, en ik zal de bedienden ook waarschuwen u niet te storen als de tafel is afgeruimd.’ De lippen van de oude man vertrokken bijna onmerkbaar. ‘Reizen is vermoeiend voor het lichaam, en natuurlijk hebben wonden tijd nodig om volledig te genezen.’