‘Goed, milord.’
Bij de ingang van Pandora’s huis klopte Colton op de houten deur. Eindelijk werd die geopend door een oude, donker geklede predikant. De man leek enigszins verbaasd toen hij het verband om Coltons oog zag.
‘Your lordship?’
‘Ja, ik ben lord Randwulf. Bent u degene die het bericht heeft gestuurd?’
‘Jawel, milord. Ik ben dominee Adam Goodfellow, predikant van de parochiekerk in Oxford, waar… miss… eh… Mayes vroeger gedoopt is. Ze vroeg me naar Londen te komen om haar in haar laatste uren bij te staan en u te verwittigen.’
‘Bent u hier al lang?’ informeerde Colton.
‘Ik ben gisteravond aangekomen, milord, toen ik haar bericht had ontvangen. De dokter was bij haar, maar liet haar in mijn zorg achter, omdat hij alle hoop had opgegeven dat ze het zou halen.’
‘Kan ik haar zien?’
De oude man zwaaide de deur verder open en wenkte Colton om binnen te komen. ‘Ik vrees dat er niet veel leven over is in miss Mayes, milord. Ik vermoed zelfs dat ze zich alleen in leven heeft gehouden om u nog te zien.’
‘Dan kunt u me beter bij haar brengen.’
‘Natuurlijk, milord,’ antwoordde de predikant en schuifelde weg. Colton voelde zich gehinderd door de trage gang van de oude man.
‘Neem me niet kwalijk, dominee, maar ik geloof dat ik weet waar de slaapkamer is.’
‘Ja, natuurlijk,’ antwoordde de man veelbetekenend.
Toen hij aan het eind van de gang kwam, duwde Colton de deur rechts van hem open. De slaapkamer werd verlicht door een enkele olielamp die op een nachtkastje stond. Als een bleke schim in het bed dat hij talloze keren met haar gedeeld had, lag de actrice die hij minstens negen maanden niet gezien had. In het vage licht leken haar ogen niet meer dan donkere schaduwen. Haar wangen waren ingevallen, haar lippen bloedeloos. De heldere kleur van vroeger was verdwenen.
Een dikke vrouw van een jaar of dertig of meer zat op een stoel in een hoek van de kamer. Haar blouse was opzij getrokken en een grote borst was te zien waaraan een pasgeboren baby lag te zuigen.
Colton liep naar het bed van Pandora en haar oogleden gingen trillend open. Een spoor van een glimlach verscheen om haar mond.
‘Col… ik ben blij dat je er bent. Ik was zo bang dat je niet zou komen,’ zei ze hees, alsof ze volkomen uitgeput was. Ze nam hem wat aandachtiger op en zag de ooglap. ‘Ben je je oog kwijtgeraakt in de oorlog?’
‘Nee, ik heb iets in mijn oog gekregen gisteravond.’ De handtas van een mooie feeks.
Pandora stak een slanke hand naar hem uit. ‘Kom naast me zitten.’
Colton nam plaats op de rand van het bed. ‘Ik ben gekomen zo gauw ik kon, Pandora. Wat scheelt je?’
‘Je… hebt… een… dochter, milord,’ zei ze hees en zwak. ‘Je… hebt… je zaad… in me… geplant… de laatste keer… dat je… hier was.’
De schok deed een ijskoude rilling over Coltons rug gaan. Bijna onmiddellijk kwamen hem visioenen van Adriana voor ogen. ‘Maar… maar je zei dat je geen kinderen kon krijgen. Je hebt het me bezworen!’
‘Ahhh, maar dat was voordat jij kwam,’ bracht ze eruit. ‘Er was… een echte man… voor nodig… een man… zoals jij.’
Colton voelde berouw. ‘En nu sterf je door míjn zaad?’
‘O, je hoeft jezelf niet de schuld te geven. Het was een moeilijke bevalling. Jou valt niets te verwijten.’
Colton stak zijn hand uit en streek het slappe haar van de doodsbleke wangen. ‘Ik ken een paar vooraanstaande artsen hier in Londen. Mijn familie heeft vaak genoeg hun hulp ingeroepen om te weten dat ze een uitstekende reputatie hebben. Ik zal mijn koetsier sturen om er een te halen.’
Ze stak haar hand op om hem tegen te houden. ‘Het is te laat, Colton. Ik heb te veel bloed verloren, maar… ik… wil… één ding… van je… vragen.’
‘En dat is?’ Angstig hield hij zijn adem in. Nog voordat ze ooit met elkaar naar bed waren geweest, had hij Pandora gewaarschuwd dat hij nooit met haar zou trouwen. Nu hij veel meer te verliezen had dan ooit tevoren kon hij er zelfs niet aan dénken op dat besluit terug te komen.
Haar doffe ogen smeekten hem voordat ze fluisterde: ‘Laat… dominee Goodfellow… de zegen… uitspreken… voor ik sterf… Colton.’
Door de hevige afkeer voor het verzoek van de actrice, lette hij niet op de woorden die uit zijn mond kwamen. ‘Maar ik ben zo goed als verloofd met een andere…’
‘Vannacht… sterf ik, Colton. Kan het… kwaad als je… me enige rust… schenkt… in mijn laatste uren?’