‘Lord Gyles, u hebt mijn versie van het verhaal nog niet gehoord, en ik verzoek u met het grootste respect dat te doen voordat u luistert naar Riorodans aanzoek. Heb ik niet meer recht op haar dan hij?’
‘Ik zal onbevooroordeeld naar u luisteren,’ verklaarde Gyles, ‘daar kunt u van op aan. Ik vraag alleen van u dat u me wat tijd geeft om met mijn dochter te praten en te horen wat voor grieven ze tegen u heeft. Ik zal haar niet aan een ander geven tot u alle kans hebt gehad om uw wensen en klachten onder woorden te brengen.’
Hoewel Colton er niet veel voor voelde om weg te gaan, kon hij uit zijn ooghoek zien dat Bentley hem zwijgend smeekte om toe te geven. Hij deed het met tegenzin.
Met zijn hand nog steeds voor zijn oog maakte hij een kleine buiging. ‘Tot een later tijdstip dan.’
Colton draaide zich met een ruk om, liep naar de landauer en stapte in. Door het portier zag hij dat Gyles troostend een arm om Adriana heen sloeg en haar naar binnen bracht. De deur viel achter hen dicht. Het leek een signaal te zijn van het einde van de hofmakerij die Colton de afgelopen twee maanden en langer gekweld had. Het holle gevoel in zijn borst nam elke twijfel bij hem weg dat hij ooit zonder Adriana zou kunnen leven.
Colton pakte zijn stok en tikte tegen het dak van het rijtuig, ten teken dat Bentley kon wegrijden. Hij staarde somber naar de duisternis buiten het raam terwijl hij een zakdoek op zijn gewonde oog legde in een poging het voortdurend vloeiende traanvocht te stelpen.
14
Harrison nam de kandelaar in zijn linkerhand en klopte met de knokkels van zijn rechterhand op de slaapkamerdeur van de markies. Hij wist dat lord Colton pas een paar uur geleden in een bar slecht humeur was thuisgekomen en vroeger dan gewoonlijk naar zijn privé-vertrekken was gegaan. Onder normale omstandigheden zou hij hem niet hebben gestoord, maar de koerier had hem verzekerd dat het heel belangrijk was. ‘Milord,’ riep hij door de zware deur heen. ‘Er is zojuist een boodschapper gearriveerd uit Londen met een dringend bericht voor u.’
Een harde klap, het gerinkel van glas en een gesmoorde vloek gingen vooraf aan een gesnauwd verzoek om even te wachten alvorens binnen te komen. Colton trok het laken over zijn naakte lijf terwijl hij zijn lange benen over de rand van het bed zwaaide. Hij geloofde niet dat hij ook maar één moment had geslapen sinds hij de pit laag had gedraaid en het vlammetje had gedoofd. Hij was te veel bezig geweest met het nagaan van alles wat hem zou kunnen beletten Adriana verder het hof te maken en de wettelijke mogelijkheden die hij bereid was in het geding te brengen om hun toekomst veilig te stellen. Hij kón haar eenvoudig niet laten gaan.
Met een diepe zucht streek Colton met zijn vingers door zijn verwarde haar. Zijn gewonde oog zat bijna dicht en het zou verbonden moeten worden als hij ergens naartoe moest.
‘Kom binnen, Harrison,’ riep hij, ‘en zorg ervoor dat je genoeg licht meeneemt om te kunnen zien waar je loopt. Ik heb net een lamp omgegooid.’
‘Neem me niet kwalijk dat ik u wakker maak, milord,’ antwoordde Harrison, die haastig door de kamer liep.
‘Ik sliep niet,’ bekende Colton.
De butler zette de kandelaar op de tafel en overhandigde hem het bericht. Colton verbrak het zegel en vouwde het perkament open. Met één hand voor zijn oog begon hij te lezen, terwijl de butler het gebroken glas begon op te ruimen.
Miss Pandora Mayes ligt op sterven en verzoekt u dringend met grote spoed te komen.
‘Ik moet onmiddellijk naar Londen, Harrison,’ zei Colton. ‘Zeg tegen Bentley dat hij het tweede rijtuig met de werkpaarden voorrijdt en nog een andere koetsier meeneemt. We zullen hard moeten rijden, en ik wil onze beste paarden niet te veel uitputten. Laat dat glas maar liggen, dat kun je later wel opruimen.’
‘Zal ik een tas of een koffer voor u inpakken, milord?’
‘Een paar extra kleren en wat essentiële spullen voor het geval ik er het weekend moet blijven. Ik hoop dat ook al word ik opgehouden, ik in elk geval maandagochtend terug ben.’
‘Dat zou prettig zijn, milord. Ik weet zeker dat uw moeder heel blij zou zijn u voor de verandering met Kerstmis thuis te hebben.’
‘Ik zal mijn uiterste best doen.’
Nog geen uur later zat Colton in het rijtuig, dat in oostelijke richting naar Londen reed. Kort na het ochtendgloren de volgende morgen bereikten ze de rand van de stad, en vandaar gaf Colton de tweede koetsier de weg aan naar het huis van de actrice. Toen ze eindelijk stilhielden voor het huis, stapte Colton snel uit.
‘Het kan misschien wel even duren, Bentley,’ zei hij tegen de man die in het rijtuig had zitten slapen. ‘Iets verderop vind je een stal en een herberg. Doe wat je kunt voor de dieren en zoek een plek om een uur of zo te rusten. Als je niet hier bent als ik naar buiten kom, zal ik je in de herberg zoeken.’