Home>>read Een zee van verlangen free online

Een zee van verlangen(113)

By:Kathleen Woodiwiss


Adriana dacht spottend: alsof dat enig goed zou doen! ‘Ga je gang, misschien besluit hij de hofmakerij door Ciordan te laten overnemen.’

‘Riordan?’ Samantha’s stem schoot ongelovig uit. ‘Noem je hem nu al Riordan?’

Adriana haalde vaag haar schouders op, al had ze zich wel een schop kunnen geven voor haar verspreking. ‘Ik noem jouw broer toch ook Colton?’

‘Met hem ben je zo goed als verloofd,’ verklaarde Samantha. ‘Ik hoop van harte dat dat níet het geval is met jou en Riordan.’

Ze stonden op de bovenste trap toen Adriana toevallig opkeek en een kreet van schrik onderdrukte toen ze Roger zag. Hij was een paar treden hoger dan zij blijven staan en glimlachte toen hij zijn blik langzaam over haar heen liet gaan.

‘Goedenavond, meneer Elston,’ bracht Samantha er moeilijk uit. Ze haatte het beven van haar stem. Het hele trauma van de aanranding kwam weer boven en verstikte haar bijna. Onder zijn schaamteloze blikken had ze het gevoel dat ze tot op haar naakte huid werd uitgekleed.

‘Het is een genoegen u weer te zien, mylady,’ zei hij grootmoedig, alsof hij er nooit over gedacht had haar te verkrachten. ‘Ik hoop dat het u goed gaat… en gelukkig bent.’

Ze vroeg zich af of hij een vreemde emotie ontdekte in de uitdrukking op haar gezicht, want hij hield zijn hoofd schuin terwijl hij haar aandachtig opnam. Ze deed haar uiterste best om vrolijk en luchthartig te klinken. ‘Ja, natuurlijk, heel goed, heel gelukkig, dank u. En u?’

‘Zo goed als onder de omstandigheden verwacht kan worden.’

‘Ja, ik vind het heel erg voor u. Ik heb gehoord dat uw vader ziek is, en dat moet u grote zorgen baren. Accepteer alstublieft mijn gebeden en wensen voor zijn spoedige herstel.’

Hij boog zijn hoofd in aanvaarding van haar minzame verzoek. ‘U bent vriendelijk als altijd, mylady, maar ik sprak niet over zíjn ziekte, maar over de míjne…’

Ze fronste haar wenkbrauwen en keek hem even aan, maar ze kon geen enkel teken van zwakte ontdekken. ‘Bent u toevallig het slachtoffer geworden van een of andere ziekte?’

Hij glimlachte kort. ‘Ik vrees dat het mijn hart is, mylady. Het is ernstig gewond, en ik vrees dat het nooit zal genezen.’

‘O.’

Hij trok zijn wenkbrauwen op en glimlachte spottend. ‘Verder niets te zeggen, mylady?’

‘Wat valt er te zeggen, meneer Elston?’

‘En uw hofmakerij met lord Randwulf? Gaat die naar wens?

‘Ja… natuurlijk. Ik bedoel… heel goed.’

Peinzend tikte Roger met een knokkel tegen zijn kin. ‘Waarom heb ik het gevoel dat er iets niet goed gaat, mylady? Uw mooie gezicht is niet zo stralend dan ik het vroeger heb gezien. Moet ik aannemen dat het niet naar wens verloopt? Bent u niet gelukkig met de markies?’

‘Ja, natuurlijk wel. Dat hoeft u toch niet te vr-?’ Ze zweeg plotseling toen ze een andere aanwezigheid voelde. Ze keek op en zag Colton naar haar kijken met een ernst die ze niet in hem had waargenomen sinds de dag van zijn komst. Hij was daar blijkbaar blijven staan om haar te beschermen voor het geval Roger iets zou ondernemen. Het was ook duidelijk dat hij elk woord gehoord had. Hij haar diep in de ogen, tot Adriana dacht dat ze zijn intieme inspectie niet meer kon verdragen zonder als een lafaard weg te vluchten. Hij scheen tot in het diepst van haar ziel door te dringen.

Roger volgde haar blik en glimlachte minzaam naar de markies. ‘U hebt inderdaad een wettelijke aanspraak op lady Adriana, mylord, maar het schijnt dat zelfs dát recht het hart van de dame niet heeft bevredigd.’

Meesmuilend van voldoening toen hij zag dat Colton zijn wenkbrauwen fronste, liep de molenaar verder de trap af. Hij zorgde ervoor dat hij geen onvoorzichtige beweging maakte toen hij langs Adriana kwam.

Samantha’s hand op haar arm herinnerde Adriana eraan dat ze op weg naar boven waren om de oude molenaar te bezoeken. Haastig liep ze de trap op en vond Colton op haar wachten. Hij gaf haar een arm en liet zijn zus voorgaan toen Percy op de overloop verscheen om met uitgestoken hand op haar te wachten. Samen met Adriana volgde Colton hen naar binnen.

‘Mylady’s,’ zei Samuel Gladstone met schorre stem toen hij hen zag. Hij stak naar elk van hen een hand uit. ‘Het is mij een groot genoegen u beiden weer te zien. U bent als zonnestralen in mijn kleurloze kamer.’

De oudere vrouwen bij zijn bed maakten plaats voor Ariana en Samantha, die de uitgestoken hand accepteerden en zich naar voren bogen om zijn bleke wangen te kussen.

‘U bent even knap als altijd,’ zei Adriana met een stralende glimlach.

Zijn blauwe ogen glansden vrolijk toen hij quasi-streng zei: ‘Ah, mylady, brengt u mij niet het hoofd op hol met uw mooie leugentjes. Maar ik dank u toch hartelijk. U brengt mijn hart altijd weer tot leven met uw bezoeken.’