‘Wat ga je hier dan de hele dag doen, in je eentje?’ Het lukte hem niet de frustratie helemaal uit zijn stem te weren.
Zonder hem aan te kijken schudde ze haar hoofd. ‘Wat ik normaal ook doe: aan Azhar denken en beseffen dat ik nooit meer gelukkig zal zijn.’
‘Had je dan gewoon laten uithuwelijken, zoals iedereen!’ viel Zahir uit terwijl hij langs de vijver begon te ijsberen. ‘Dan was het niet zo’n klap voor je geweest om je man te verliezen. Uit liefde trouwen is een vergissing. Heb je dan niets geleerd van ons verleden?’
Nu keek Farida wel op. ‘Hoe kun je dat nou zeggen, Zahir? Het huwelijk van onze ouders was ook niet gearrangeerd, en zij waren zó gelukkig dat iedereen hen benijdde. Ben je dat soms vergeten? Vader zei altijd dat zijn liefde voor onze moeder hem meer voldoening schonk dan alle rijkdom van de wereld.’
Zahir sloeg zijn armen over elkaar en ging voor haar staan. ‘En na haar dood was hij gebroken, zó erg zelfs dat hij kort daarna ook overleed. Dat ben je toch niet vergeten?’
‘Je bent veranderd, Zahir. Dat baart me zorgen,’ zei Farida op verdrietige toon. ‘Je bent een goed staatshoofd voor Kabuyadir, en vader zou trots op je zijn geweest, maar je lijkt zo kil en verbitterd te zijn geworden. Denk eens aan de voorspelling van het Hart van Onverschrokkenheid, dat al generaties lang in onze familie is. Die luidt dat alle zonen en dochters van het geslacht Kazeem Khan zullen trouwen uit liefde, niet uit strategische overwegingen. Weet je nog?’
Zahir was van plan dat vervloekte juweel te verkopen, en kromp ineen. ‘Ja ja, dat weet ik nog. Maar voor mijzelf gaat die voorspelling niet op. Ik ben in onderhandeling met de emir van Kajistan, om de hand van zijn dochter. Die is net achttien geworden, dus ze is nu een geschikte huwelijkskandidate. Dat lijkt me een verstandige keuze.’
‘Ben je werkelijk van plan met die slome dochter van hem te trouwen? Je lijkt wel gek geworden! Zij zal je binnen een paar uur al tot waanzin drijven!’
Hij kneep zijn ogen tot spleetjes. ‘Ja, maar omdat het een verstandshuwelijk betreft, zal ik niet al mijn tijd met haar hoeven door te brengen. We zullen ieder onze eigen interesses kunnen volgen.’
‘Het zal mij benieuwen wat haar interesses zijn. Waarschijnlijk zal ze uren in de schoonheidssalons in de stad doorbrengen, in de hoop dat ze haar daar mooi kunnen maken. Ik ben ruimdenkend, maar daar moet wel heel veel magie aan te pas komen, broer. Dat zou net zoiets zijn als van een ezel een prachtig paard proberen te maken!’
‘Farida!’ Zahir liet merken dat hij het niet prettig vond dat ze zijn huwelijkskandidate zo beledigde, maar had moeite om niet te glimlachen. Eindelijk zag hij weer eens een glimp van zijn zus zoals ze kon zijn. Hij keek haar doordringend aan. ‘Ga vandaag toch met me mee. Na de vergadering zou ik je gezelschap erg op prijs stellen.’
‘Het spijt me, Zahir. Maar ik heb al gezegd dat ik liever hier blijf. Alleen hoop ik wel dat je weer op tijd bij zinnen zult komen en geen liefdeloos huwelijk aan zult gaan met de dochter van de emir. Heb je dan nooit verliefd willen worden, net als onze vader? Net als onze voorouders? Net als… ik?’
Er verscheen een paar fonkelende blauwe ogen voor Zahirs geestesoog, en hij had moeite zijn verlangen naar de eigenaresse daarvan te onderdrukken en weer terug te keren in de keiharde werkelijkheid. Zelfs de herinnering aan haar zou alleen maar leiden tot verbittering en ontgoocheling. Die vrouw had zijn smeekbede om bij hem terug te komen gewoonweg afgewezen. Hij zou zich nooit meer zo kwetsbaar opstellen, of een vrouw überhaupt nog zijn vertrouwen schenken.
Op barse toon zei hij: ‘Zulke gedachten hebben geen zin, en ik ben niet van plan nog meer verdriet te moeten doorstaan. Dat is gewoon niets voor mij. Kan ik nog iets voor je meenemen uit de stad?’
‘Nee, bedankt. Zorg maar gewoon dat je weer veilig terugkomt.’ Met een zwak glimlachje draaide zijn zus zich weer om naar de vijver.
Gina had alles op alles moeten zetten om naar Kabuyadir te mogen om het juweel waar zij en haar collega’s de afgelopen weken onderzoek naar hadden gedaan, met eigen ogen te bekijken. Toch riep het gemengde gevoelens op om terug te keren naar de plek waar ze zo gelukkig was geweest, in de wetenschap dat ze haar kans had vergooid om bij de man te zijn van wie ze zoveel hield.
Nu haar collega Jake Rivers naar het vliegveld reed, staarde ze stilletjes uit het raampje van zijn Fiat, terwijl ze terugdacht aan de plek waar ze haar hart had verpand aan een knappe innemende vreemdeling, een vreemdeling over wie ze de afgelopen drie jaar bijna elke nacht had gedroomd.
‘Zahir.’ Zachtjes mompelde ze zijn naam.
Voor de zoveelste keer vroeg ze zich af waar hij was en wat hij aan het doen was. Zou hij nu getrouwd zijn met een vrouw uit zijn eigen land? Zou hij inmiddels een kindje hebben? Zou hij nog wel eens terugdenken aan Gina en aan de sterke band die ze meteen hadden gehad? Of had hij geconcludeerd dat het niet meer dan een bevlieging was geweest, omdat zij hem zo keihard had afgewezen?