‘Zeg maar dat ik er zo aankom.’ Zahir keurde zijn bediende amper een blik waardig en gebaarde dat zijn zus hem weer moest voorgaan naar Gina’s kamer. ‘Eerst wil ik me ervan verzekeren dat doctor Collins het goed maakt.’
Toen Zahir weer naar Gina was gegaan nadat ze onderzocht was, had hij maar weinig gezegd. Dat had ook niet gekund, in het gezelschap van zijn zus en dokter Saffar. Zijn ogen daarentegen hadden boekdelen gesproken. Haar huid had gegloeid onder zijn donkere blikken, alsof ze koorts had en alleen hij haar kon genezen.
Ze had aan hem kunnen zien dat hij nu dolgraag met haar alleen wilde zijn, en dat gevoel was volkomen wederzijds. Het was zelfs nog sterker geworden nadat ze was aangevallen op de markt. Nu wilde ze niets liever dan door hem te worden vastgehouden, om zichzelf ervan te overtuigen dat ze de aanval echt had overleefd, en dat er iemand was die daar blij om was.
Inmiddels was Zahir vertrokken, maar Farida zat in een hoek van de kamer in een gemakkelijke stoel, met een ingewikkeld uitziend borduurwerkje. Op een ander moment zou Gina de gestage beweging van de naald en draad door de stof bijzonder rustgevend gevonden hebben, maar nu maakte het haar erg rusteloos.
Kennelijk voelde Farida dat ze bekeken werd, want ze keek glimlachend op. ‘Gaat het? Heb je iets nodig?’
Gina schudde haar hoofd en glimlachte flauwtjes. Wat kon ze anders doen, terwijl alles wat ze nu nodig had Zahir was? ‘Ik voel me al belachelijk verwend, dus… Nee, ik heb even niets nodig. Bedankt, Farida.’
‘Volgens mij ben je de minst veeleisende patiënt die er is, Gina. Na wat je vanmiddag doorstaan hebt, willen Zahir en ik alles voor je regelen wat je maar wilt.’
‘Nu je het zegt, eet Zijne Koninklijke Hoogheid vanavond ook mee?’
‘Jammer genoeg niet, Gina. Hij moet iets dringends regelen. Vanmiddag is hij nogal overhaast vertrokken met het hoofd van de veiligheidsdienst, en hij zei niet te weten wanneer hij terug zou komen. Maar hij heeft ons op het hart gedrukt dat jij je niet mag inspannen. Dokter Saffar heeft voorgesteld het diner hier op bed op te dienen, en dat vind ik een goed plan. We willen zeker weten dat je volledig hersteld bent, voor er weer een beroep op je gedaan wordt.’
Teleurgesteld omdat ze Zahir de hele avond niet zou zien, trok Gina haar knieën op en sloeg haar armen eromheen. ‘En doctor Rivers? Is die al op de hoogte van wat er gebeurd is?’
‘Ja, en hij is er erg van geschrokken. Jamal moest doorgeven dat hij je komt opzoeken zodra je wat aangesterkt bent.’
Bij het horen van die opmerking trok Gina een grimas. Typisch iets voor Jake om zich niet te bekommeren om wat haar precies was overkomen, en om haar voorlopig te mijden, voor het geval ze nog erg overstuur was. Hij had nooit goed kunnen omgaan met vrouwelijke emoties.
Maar in zekere zin voelde ze zich ook opgelucht. Haar collega was normaal gesproken al behoorlijk vermoeiend, en nu ze zich nogal labiel voelde, moest ze er niet aan denken hem ook nog te woord te moeten staan.
Na het avondeten – dat ze amper had aangeroerd – viel ze in slaap. Maar helaas boden haar dromen haar weinig rust.
Bij de herinnering aan een sterke arm die haar hals in een wurggreep nam, schoot ze overeind in bed. Toen haar ogen eenmaal gewend waren aan het zwakke schijnsel van de lamp, zag ze dat Farida niet meer in de leunstoel zat. Iemand anders had haar plek ingenomen. Zahir…
Met bonkend hart wreef ze in haar ogen om het donkere gezicht beter te kunnen zien, dat vrijwel geheel in schaduwen gehuld was.
‘Ik kon niet wegblijven, rohi. Verbaast dat je?’
Hij stond op uit de stoel en liep naar de rand van het bed. Vanavond leken zijn schouders nog breder dan anders, en hij zag er heel lang uit. Zijn donkerbruine ogen hadden een hypnotiserend effect op haar, en met zijn glanzende haar en zwarte jalabiya zag hij eruit als een mythische prins; een prins die hier geregeerd had in de tijd dat de ketting met het Hart van Onverschrokkenheid vervaardigd was.
‘Ik ben blij dat je er bent,’ fluisterde ze.
Voorzichtig streelde hij haar wang. ‘Ik wil je ergens mee naartoe nemen. Voel je je in staat om een wandelingetje te maken?’
‘Waarheen?’
‘We blijven in de buurt,’ antwoordde hij glimlachend.
Dat liet ze zich geen twee keer zeggen, en ze zwaaide haar benen over de rand van het bed. Na het avondeten had Farida haar in haar witte katoenen nachthemd geholpen. De rok reikte tot de grond toen Zahir haar overeind hielp.
‘Je hebt je pantoffels nodig.’ Hij ondersteunde haar, terwijl ze die pakte en aantrok.
Samen liepen ze naar de door de maan verlichte paleistuin. Gina snoof de bedwelmende geur van jasmijn en oranjebloesem diep op, terwijl ze zich liet meevoeren naar een voor haar onbekende bestemming.