‘Ja, ik heb pijn! Niet vanwege die schotwond, maar omdat ik je niet kan kussen wanneer ik dat wil, omdat ik je naakte lichaam niet tegen me aan kan voelen! Kun je je voorstellen wat ik moet doorstaan omdat je me die dingen ontzegt? Of ben je zo harteloos dat het je niet eens iets kan schelen?’
‘Zahir, het kan me wel degelijk iets schelen. Ik –’
Haar zin bleef onafgemaakt, want hij drukte zijn mond op de hare. Kreunend sloeg Gina haar armen om zijn nek, alsof hij een rots was waaraan ze zich vast moest klampen om niet te worden meegevoerd door een orkaan.
Op zijn beurt liet Zahir zijn handen over haar rug glijden en trok hij haar nog dichter naar zich toe, tot ze elkaars hart door hun kleding heen voelden kloppen. Vervolgens bevrijdde hij haar haren uit het netjes opgestoken kapsel, zodat haar goudblonde lokken over haar schouders golfden.
Hij had gezegd dat hij het moeilijk vond om te leven zonder haar te kunnen kussen of haar lichaam tegen het zijne te voelen. Het leek onmogelijk om hem uit te leggen dat dat gevoel wederzijds was, dus besloot ze het hem te tonen door zijn kussen hartstochtelijk te beantwoorden en haar handen gretig over zijn lichaam te laten glijden. Zijn spieren voelden zo hard aan als staal onder zijn jalabiya, en zijn lippen gloeiden van hartstocht, waardoor ze niet anders kon dan zich aan hem overgeven.
Buiten adem verbrak hij de kus, om haar gezicht in zijn handen te nemen. ‘Ik wil je vanavond mee naar bed nemen. Kun je me dat nog ontzeggen, na dit alles?’
Nadenken viel Gina zwaar, nu haar lichaam nog tintelde door Zahirs hartstochtelijke omhelzing. Al haar zintuigen protesteerden omdat haar verlangen naar hem nog niet gestild was. Maar onwillekeurig drong er zich een onaangename gedachte aan haar op, die zich niet liet negeren.
‘Laat me los.’
‘Wat?’ Zahir kreeg een verwarde, gefrustreerde blik in zijn ogen.
‘Laat me los. I-Ik moet even gaan zitten.’
Zodra Zahirs greep verslapte, liet ze zich op de bank zakken. Haar mond werd droog bij de vraag die zich aan haar opgedrongen had, een vraag waar ze wanhopig graag antwoord op wilde.
‘Je zus vertelde vandaag dat je binnenkort gaat trouwen. Het zou om een gearrangeerd huwelijk gaan, met de dochter van een emir. Is dat zo, Zahir?’
Even keek hij haar zwaarmoedig aan, waarna hij opnieuw begon te ijsberen. Na een paar meter stond hij stil. De zon viel door een van de smalle ramen naar binnen, waardoor zijn ravenzwarte lange haar koperkleurig oplichtte. Gina kon zich geen knappere man indenken; maar helaas was hij ook onbereikbaar.
‘Ja, dat is zo. Maar wat heeft dat met ons te maken? Ik trouw niet met haar vanwege haar prachtige lichaam, of vanwege haar humor of charmes. Er is dus geen reden om jaloers te zijn, mocht het daarom gaan. Jij beschikt namelijk wel over die eigenschappen. En zoals je al zei, betreft het een gearrangeerd huwelijk, dat puur wordt gesloten ten bate van het koninkrijk. In deze contreien is dat heel gebruikelijk onder de adel.’
‘De vorige keer zei je dat je nog geen geschikte vrouw had gevonden. Kennelijk is er sindsdien heel wat veranderd.’
‘Luister, of ik nu wel of niet met die vrouw trouw, heeft niets te maken met wat er tussen ons is. Helemaal niets! Waarom begrijp je dat niet?’
Gina wikkelde een van haar lokken om haar vingers en liet die weer los. ‘Waarom ik dat niet begrijp?’ Ze zuchtte zacht. ‘Misschien omdat ik ervan overtuigd ben dat het huwelijk iets is voor één man en één vrouw, en dat die relatie gebaseerd moet zijn op liefde, niet op gemakzucht of… of seks!’ Ze pakte haar papieren op en kwam overeind. ‘Wil je me nu dan alsjeblieft excuseren? Ik heb afgesproken met je zus, en ik moet eerst nog een boek ophalen in mijn slaapkamer.’
Binnen een oogwenk kwam Zahir weer voor haar staan. Een wirwar aan emoties trok door zijn donkere ogen. ‘Er is één ding dat je nog moet weten: ik vraag je niet mijn courtisane te worden omdat ik niet om je geef. Ook al heb je me gekwetst toen je je belofte om terug te komen niet nakwam, er is geen vrouw bij wie ik liever wil zijn dan bij jou, Gina.’
Ze beet op haar lip en onderdrukte de neiging om even zijn jukbeen aan te raken. Het feit dat hij pas was neergeschoten en wel had kunnen omkomen, lag nog vers in haar geheugen. ‘Ik geloof je, Zahir.’
‘Waarom sluit je me dan buiten?’
‘Omdat de bewering dat je om me geeft, niet genoeg is om me over te halen het bed met je te delen, of zelfs je courtisane te worden. Ik wil geen tweede viool spelen terwijl jij met iemand anders getrouwd bent, ook al zou dat huwelijk alleen maar een formaliteit zijn die puur uit praktische overwegingen is gesloten. Anders zou ik mijn eigen integriteit en die van haar opgeven, en dat betekent te veel voor me. Het spijt me, Zahir, maar zo voel ik het nu eenmaal.’