‘Ja, dat heb ik gehoord. Ik ben er erg van geschrokken.’ Gina sloeg haar ogen neer en probeerde haar aantekeningen door te lezen, maar ze kon alleen maar denken aan de zinderende blik in Zahirs ogen. Opeens werd ze overspoeld door verlangen naar hem.
Onwillekeurig dacht ze terug aan de nacht waarin ze haar maagdelijkheid had verloren. De aantrekkingskracht tussen hen was zó sterk geweest dat het niet eens pijn had gedaan. Hun band had volmaakt aangevoeld, heel natuurlijk, en ze twijfelde er niet aan dat hun ontmoeting voorbestemd was geweest.
Opeens besefte ze dat Farida nog op antwoord wachtte, en ze glimlachte geruststellend. ‘Je broer… Zijne Koninklijke Hoogheid, bedoel ik… is duidelijk een sterke gezonde man, en ik twijfel er niet aan dat hij snel volledig hersteld zal zijn.’
De andere vrouw haalde haar schouders op. ‘Dat hou ik mezelf ook voor. Maar hoe sterk hij ook is, hij is nog steeds kwetsbaar. Er zijn de afgelopen jaren al te veel sterfgevallen geweest in dit huis. Misschien is het maar goed dat Zahir van plan is om binnenkort te gaan trouwen. Ook al ben ik het dan niet eens met zijn partnerkeuze.’
Gina keek haar geschokt aan. ‘Gaat de sjeik trouwen?’
Farida slaakte een zucht. ‘Met de dochter van een emir. Ze is mollig en niet bepaald knap, en ook al niet erg intelligent. Gelukkig is hij niet op zoek naar sprankelend gezelschap. Hij heeft haar pas een keer of twee gezien, maar haar familie staat ook aan het hoofd van een groot koninkrijk. Mijn broer wil een verstandshuwelijk aangaan, maar eerlijk gezegd denk ik dat hij daar alleen maar ongelukkig van zal worden.’
Met moeite wist Gina uit te brengen: ‘Maar hoe zit het dan met de voorspelling van het Hart van Onverschrokkenheid?’
‘Ben jij daarvan op de hoogte dan?’
Even was ze vergeten dat ze het met Farida niet over het juweel mocht hebben! Snel zocht ze een verklaring. ‘Ik wist dat ik een inventarisatie zou moeten maken in dit paleis, en tijdens mijn onderzoek heb ik het bestaan van dat juweel ontdekt. Er zit een lange geschiedenis aan vast, heb ik begrepen.’
Farida pakte Gina’s hand beet. ‘Ik geloof rotsvast in die voorspelling! Met het lot behoor je niet te sollen. Zodra ik Azhar zag, wist ik dat wij voor elkaar bestemd waren. Ik hield meteen van hem, en dat zal ik ook altijd blijven doen. In mijn hart leeft hij voort. Snap je?’
‘Ja. Ik geloof er ook in, Farida. Maar gelooft je broer dan niet in de voorspelling?’
‘Nee. Ik heb al geprobeerd hem te overtuigen, maar hij luistert niet naar me. Mijn ouders zijn uit liefde getrouwd, maar mijn vader is weggekwijnd nadat mijn moeder was overleden. En nu ik Azhar ben kwijtgeraakt, is Zahir bang dat hij het ook niet zal overleven als hij de liefde van zijn leven verliest. Hij is echt niet te vermurwen. Soms kan hij zo koppig zijn!’
‘Wil hij daarom trouwen met iemand die hij amper kent?’
Farida liet haar hoofd hangen. ‘Daar lijkt het wel op.’
Terwijl Gina later door de hal liep, merkte ze pas dat er een deur was opengegaan toen iemand haar riep.
‘Gina.’ Zahir hield de deur van zijn studeerkamer voor haar open en keek haar doordringend aan.
‘Bedoelt u niet “doctor Collins”, majesteit?’ Het kostte haar moeite niet gekwetst te klinken. Het enige waaraan ze kon denken was dat hij met een vrouw zou trouwen die hij amper kende, puur uit strategische overwegingen. Slechter nieuws had ze niet kunnen krijgen.
Hoofdstuk 7
‘Ik wil even met je praten.’
‘Het spijt me, maar daar heb ik nu geen tijd voor.’
Gina wist niet waar ze het lef vandaan haalde om hem zo toe te spreken, maar waarschijnlijk kwam het omdat ze zich boos en gekwetst voelde. Toen Zahir haar echter een waarschuwende blik toewierp, begonnen haar knieën onmiddellijk te knikken.
‘Hoe durf je zo’n toon aan te slaan? Voor dat respectloze gedrag zou ik je zomaar een gevangenisstraf kunnen opleggen, wist je dat? Voortaan kun je maar beter goed nadenken voordat je je mond opendoet. Kom mee naar mijn studeerkamer… nú.’
Zahir sloot de deur achter hen en gebaarde dat Gina moest gaan zitten.
Op dat aanbod ging ze dankbaar in. Ze legde haar papieren naast zich op de met brokaat beklede bank, legde haar handen gevouwen op haar schoot en haalde diep adem, voor ze zichzelf dwong hem aan te kijken.
‘Mijn excuses, majesteit. Het zal niet meer gebeuren. Waar wilt u me over spreken?’
Met zijn handen op zijn rug begon Zahir door de kamer te ijsberen. Zijn profiel zag er krachtig uit, en de hakken van zijn schoenen klikten op de marmeren vloer. Toen hij zonder iets te zeggen bleef staan, ging er een schok van angst door haar heen.
‘Wat is er? Hebt u pijn?’
Zahir vloekte, beende naar haar toe en trok haar overeind. Nu ze geconfronteerd werd met zijn doordringende blik, zijn warme adem op haar huid en zijn ijzeren greep om haar bovenarmen, merkte ze hoezeer ze nog steeds naar hem verlangde.