‘En het Hart van Onverschrokkenheid?’
‘Wees gerust, die opdracht gaat ook gewoon door. Zodra ik hersteld ben, zullen we jullie overige bevindingen bespreken. Nu zal ik mijn zusje naar de bibliotheek sturen, en daarna ga ik rusten. Mijn arts zal niet blij zijn als hij me niet in bed aantreft!’
Hij draaide zich om en trok een grimas toen er een felle pijnscheut door zijn borst trok.
De wanhoop en het verdriet in de ogen van Farida Khan ontroerden Gina. Ze was blij dat ze iets voor Farida kon betekenen. Als haar assistente zou ze weer een doel hebben, had Farida bekend, en het leek haar prettig om haar broer te kunnen helpen.
Nadat de twee vrouwen elkaar in de bibliotheek hadden getroffen en een plan van aanpak hadden opgesteld, was Farida even weggegaan om de sleutels te halen waarmee ze de afgesloten kasten konden openen. Nu liepen ze een voor een de kamers en verdiepingen door. Farida liet Gina de kostbaarste schatten in het paleis zien, die normaal gesproken alleen bestemd waren voor de ogen van familie en dierbare vrienden. Dit was nog maar een korte rondleiding – pas later zouden ze een inventaris opmaken – maar Gina was nu al verbijsterd door wat ze allemaal te zien kreeg.
Natuurlijk had ze wel geweten dat het paleis weelderig was ingericht, maar toch leek iedere kamer de vorige weer te overtreffen. Alleen al de architectuur was oogverblindend, en dan kreeg zij ook nog eens alle kostbare schatten te zien.
Zahir was steeds in Gina’s gedachten, terwijl ze achter Farida aan liep. Steeds als ze aan zijn schotwonden dacht, kromp ze ineen. Het deed haar verdriet te zien dat hij pijn had. Toen hij haar die ochtend niet gekust had, had ze wel kunnen huilen. Maar het had haar ook ontroerd dat hij bang was haar beledigd en gekwetst te hebben. Dat gaf haar weer hoop dat hij toch om haar gaf. Ze wilde niet dat hij zou vergeten dat die magische nacht drie jaar geleden om veel meer had gedraaid dan alleen lust.
Nadat ze gehoord had dat Jake die avond een rondleiding kreeg door de oude stad, ging Gina samen met Farida dineren. Na afloop waren ze allebei moe, dus gingen ze vroeg naar hun kamer.
Nadat Gina haar aantekeningen had doorgelezen en een bad had genomen, nestelde ze zich op het enorme bed om haar vader te bellen. Het was hier drie uur later dan thuis, dus zou hij nog wel op zijn. Waarschijnlijk was hij nog aan het werk in zijn studeerkamer.
‘Met professor Collins.’
‘Papa, met mij, Gina.’
‘Wat een aangename verrassing! Hoe gaat het daar in Kabuyadir? Vind je het er nog steeds zo magisch als de eerste keer?’
Een beetje van haar stuk gebracht, glimlachte ze. ‘Ik vrees van wel. Zozeer zelfs, dat ik ermee akkoord ben gegaan om langer te blijven dan gepland. De sjeik wil graag dat ik een inventaris opmaak van de belangrijkste kunstvoorwerpen in het paleis, naast mijn onderzoek.’
‘Dan zul je wel indruk op hem gemaakt hebben. Dat is een hele eer voor het veilinghuis, en voor jou, natuurlijk.’
‘Dat zei hij ook al,’ antwoordde ze droogjes.
‘Wat is het voor iemand… Zijne Koninklijke Hoogheid?’
Gina zocht naar de juiste bewoordingen; vooral omdat ze er alleen maar aan kon denken dat Zahir pijn had. Zou hij wel voldoende rust nemen? Haar maag kromp samen bij de gedachte aan wat er allemaal mis kon gaan. Maar ze had ook iets op te biechten.
‘Ik heb hem al eens eerder ontmoet, papa,’ gaf ze zachtjes toe. ‘Tijdens mijn vorige bezoek aan het land. Hij is de man over wie ik je verteld heb, al wist ik toen nog niet dat hij de titel van sjeik zou erven van zijn vader. Voordat mama stierf, was ik van plan voor hem terug te gaan naar Kabuyadir.’
Aan de andere kant van de lijn bleef het even stil.
‘Papa?’
‘Zo, zo,’ mompelde hij uiteindelijk.
Gina stelde zich voor dat hij over zijn kaak wreef en in gedachten verzonken zijn hoofd schudde. ‘Geef je nog steeds om hem, Gina?’
‘Ja.’ Ze slaakte een zucht van opluchting omdat ze eindelijk de waarheid had opgebiecht. ‘Heel veel zelfs. Maar hij is nog steeds boos omdat ik mijn belofte destijds verbroken heb, en ik denk niet dat hij me ooit nog zal vertrouwen.’
‘Maar hij heeft je wel gevraagd zijn kunstcollectie te inventariseren. Dat komt niet over alsof hij weinig vertrouwen in je heeft, lieverd.’
‘Ik zal moeten afwachten hoe het afloopt, denk ik.’
Ze kon de hersens van haar vader bijna horen kraken.
‘Het was egoïstisch van me om je tegen te houden, Gina. Ik had verdriet om je moeder en was bang om de toekomst tegemoet te gaan zonder haar. Natuurlijk wilde ik dat je carrière zou maken, maar ik heb ook misbruik van je gemaakt door je te vragen om te blijven. Ik was bang je kwijt te raken aan een man die duizenden kilometers verderop woont. Maar nu besef ik hoe verkeerd dat van me geweest is. Kun je het me vergeven?’