Ze trok de witte badjas aan die aan het haakje aan de deur had gehangen, en liep naar de slaapkamer, terwijl ze ondertussen haar haren uit de wrong bevrijdde.
Toen er op de deur werd geklopt, hapte ze geschrokken naar adem. Het was al middernacht geweest, dus vermoedde ze dat het een dienstmeisje was, dat kwam informeren hoe laat ze morgen wilde ontbijten.
Ze trok de badjas dichter om zich heen en deed de deur open. Maar in plaats van een dienstmeisje bleek daar Zahir te staan. In de hal achter hem was de verlichting gedimd, waardoor zijn gelaatstrekken nog krachtiger leken. In zijn ogen lag een broeierige blik.
‘Het spijt me dat ik zo laat nog aanklop. Zoals ik al zei, moest ik weg voor privézaken, en ik ben net terug.’
Gina hield de kraag van de badjas dicht bij elkaar, en vroeg zich af wat ze hiervan moest denken. Bovendien stond ze van top tot teen te beven.
‘Mag ik even binnenkomen?’
Zonder iets te zeggen hield ze de deur voor hem open, en deed die vervolgens achter hem dicht. Zahir keek om zich heen in de prachtige kamer, snuffelde even, en glimlachte. Dat deed haar denken aan hun ontmoeting in de tuin van de familie Hussein. Destijds was ze niet bang voor hem geweest, vanwege de vriendelijke blik in zijn ogen. Maar in plaats daarvan keek hij haar nu aan met een scherpe blik, die haar argwaan inboezemde.
‘Zat je in bad?’
‘Ik had geen idee dat jij sjeik Kazeem Khan bent. Dat was een grote schok voor me,’ zei ze met bevende stem. ‘Het is alweer drie jaar geleden, maar je bent me dus nog niet vergeten?’
‘Natuurlijk ben ik je niet vergeten!’ Hij wierp haar een gekwelde blik toe, en klonk geërgerd. ‘Dacht je soms dat ik die nacht ooit zou vergeten? Maar het doet me niet bepaald deugd dat jij de deskundige uit Londen blijkt te zijn die ik ingehuurd heb. Hoe zou ik daar blij om kunnen zijn, nadat je me zo bedrogen hebt?’
Gina wrong haar handen en voelde tranen in haar ogen prikken. ‘Bedrogen? Hoe bedoel je?’
‘Die nacht ben ik verliefd op je geworden, en ik dacht dat het wederzijds was. Ik heb de dagen geteld tot je weer terug zou komen; dat had je immers beloofd. Toen je zei dat je van gedachten veranderd was en dat je je op je carrière wilde richten, kwam dat aan als een klap in mijn gezicht!’
‘Het kwam niet alleen door mijn carrière. Mijn moeder stierf onverwacht, een paar dagen nadat ze was opgenomen in het ziekenhuis. Dat heb ik je verteld, weet je nog? Daarna had mijn vader me nodig. We waren allebei in de rouw, en ik wist amper wat ik deed.’
Bij het zien van Zahirs harde blik besloot ze hem voorlopig niet te vertellen dat haar vader haar had gesmeekt in Engeland te blijven en zich op haar carrière te richten, omdat haar moeder dat zo gewild zou hebben. Hij had ook gezegd dat ze er niet van uit moest gaan dat een leven in Kabuyadir, in een vreemde cultuur met een man die ze amper kende, beter zou zijn dan haar leven thuis. Omdat Gina zich schuldig had gevoeld, en verantwoordelijk voor hem, had ze besloten te blijven, ook al moest ze daarvoor haar wens opgeven om terug te keren naar Zahir.
Ze stond versteld van zijn bekentenis dat hij verliefd op haar was geworden. Ergens kon ze amper geloven dat zo’n knappe, charismatische man echt zoveel om haar gegeven had. Nu ze hem dit na al die tijd hoorde zeggen, besefte ze pas hoe dom het was geweest om niet terug te keren naar Kabuyadir. Ze voelde zich rauw vanbinnen.
‘Kennelijk vond je mijn gevoelens voor jou niet belangrijk genoeg om terug te komen. Daarom vraag ik me af waarom je nu, drie jaar later, weer hier bent. Als ik had geweten dat ik jou had ingehuurd voor het onderzoek, had ik wel iemand anders gezocht. Normaal gesproken houdt mijn secretaris Masoud me op de hoogte van zulke details, maar hij is plotseling ziek geworden.’
‘Hoe moet het nu verder? Wil je dat ik blijf doen alsof ik je nog niet eerder ontmoet had?’
Abrupt draaide hij zich om, alsof hij zijn gedachten op een rijtje wilde zetten. Door die plotselinge beweging zwierde zijn nachtblauwe jalabiya om zijn kuiten, die in lederen laarzen waren gehuld. ‘Wat ik wil… Eerlijk gezegd zou ik willen dat je van de aardbodem zou verdwijnen! Dan zou ik niet hoeven te accepteren dat je misschien een andere man boven mij hebt verkozen.’
Gina hapte naar adem toen ze de hartstocht en verbittering in zijn stem hoorde. ‘Er is geen ander, Zahir. En die is er ook nooit geweest. Dat meen ik.’
Toen hij haar weer aankeek, kromp ze ineen bij het zien van zijn minachtende blik.
‘Dat doet er ook niet meer toe. Het is al te laat.’
Verward en verdrietig bevochtigde ze haar lippen, en om zichzelf te troosten sloeg ze haar armen om zich heen. ‘Waarom heb je toen niet gezegd wie je bent?’ vroeg ze zachtjes. ‘Heb je enig idee hoe moeilijk ik het vind om je weer te zien en erachter te komen dat je een sjeik bent?’