Ze begaven zich dieper in de verkeersjungle van het centrum van Mexico City, en Megans maag begon op de inmiddels bekende wijze te draaien toen de chauffeur een spelletje wie-het-eerst-bang-wordt inzette met zijn medeweggebruikers. Maar ditmaal was Megan bijna blij met de afleiding van haar sombere gedachten. Opeens stompte de chauffeur met zijn hand op de toeter en dook tussen twee trucks, een bus en een stuk of wat claxonnerende taxi’s. Ze snakte naar adem en greep het eerste het beste stevige voorwerp vast – en toevallig was dat Adams arm.
Toen ze het overleefd hadden, wat in haar ogen niet minder dan een wonder was, lachte Adam en omarmde haar. ‘Je weet niet hoe schattig je eruitziet als je bang bent.’
‘Wat een ontzettend seksistische opmerking.’ Haar blik ontmoette die van hem. Ze probeerde streng te kijken, maar dat viel niet mee omdat haar hart druk bezig was te smelten. ‘Ik keur seksisme af. Als ik je arm niet nog nodig had voor de veiligheid, zou ik in het verste hoekje van de limo gaan zitten.’
‘Niet doen,’ zei hij zacht. ‘Ik vind het fijn als je dicht bij me bent.’ Terwijl hij dat zei, boog hij zich naar haar toe en kuste hij haar. Het was weer zo’n duizelingwekkende kus, met gelijke delen hartstocht en tederheid, die haar gedesoriënteerd achterliet.
Alleen werd ze ditmaal, toen de desoriëntatie wegebde, overmand door een nieuwe zekerheid over haar gevoelens. Ze besefte, eerder met een gevoel van herkenning dan met verbazing, dat ze van Adam was gaan houden. Haar onwil om hem de waarheid over Las Criandas en oom Ted te vertellen, was opeens logisch te verklaren: hun relatie was veel te vers en al veel te beladen om nog meer nare onthullingen over haar familie te kunnen doorstaan. Instinctief had ze door niets te zeggen haar kans beschermd om iets moois met Adam te kunnen krijgen. Helaas bleef haar weinig tijd over zonder dat ze het over oom Ted hoefde te hebben, wat de consequenties ook waren. De tijd werd niet eens in dagen gemeten maar eerder in uren.
Soms, dacht ze somber, was het leven echt shit.
Ze aten ’s avonds het diner in een van de restaurants van het hotel zodat ze niet opnieuw het verkeer hoefden te trotseren. Het was druk in het restaurant, maar de maître d’hôtel bracht hen naar een tafeltje aan het raam met uitzicht op de binnenhof, en hij bood Megan een rode roos aan, schoof een stoel voor haar naar achteren, boog zwierig en wenste haar een heerlijke avond.
Megan verkeerde in een roekeloze stemming – het galgenmaal van de ter dood veroordeelde, dacht ze ironisch. De chiles rellenos waren verrukkelijk, de drank vloeide rijkelijk, de mariachiband speelde luidruchtig, en Adams gezelschap was fantastisch. Hoe meer tijd ze met hem doorbracht, hoe fascinerender ze hem vond. Het ging er niet alleen om dat hij zo knap was dat ze slappe knieën kreeg wanneer ze naar hem keek, daarnaast was hij ook een van de interessantste personen die ze ooit had ontmoet. Ze voelde zich immens aangetrokken tot zijn rotsvaste eerlijkheid, een eerlijkheid die ze had gemist bij de morele tweeslachtigheid en compromissen die rond haar vader hingen. En nu beantwoordde ze Adams eerlijkheid door de waarheid over haar oom en Las Criandas voor zichzelf te houden, dacht ze treurig. Maar aan de andere kant, ze stelde het alleen maar even uit, en dat gold misschien niet als keiharde oneerlijkheid.
Terwijl ze op hun desserts wachtten, kwam hun gesprek toch weer op de ranch en naar het resort dat haar vader daar naar eigen zeggen had willen laten bouwen, hoewel ze beloofd hadden het niet over Ron te hebben.
Megan dronk haar derde gigantische glas margarita leeg; minstens tweeënhalf glas meer dan verstandig was als ze wilde voorkomen dat ze dingen zei die ze niet wilde zeggen. ‘Het frustrerendst van mijn vaders bedrog vind ik nog wel dat ik mijn ouders al vier jaar lang smeek om in elk geval de mogelijkheid te overwegen een bouwproject op de Flying W te beginnen, precies zoals wat Ron jou dus voorgelegd heeft. Het is een hard leven op een veeranch. Ook al heeft mijn moeder een fulltimemanager, dan nog maakt ze lange dagen, en het levert weinig op,’ vertelde ze. ‘Volgens mijn broer heeft de ranch vorig jaar nauwelijks quitte gespeeld als je de totale opbrengst afzet tegen de uitgaven, en het ziet er niet naar uit dat de winst binnenkort zal stijgen.’
Ze keek even naar Adam en zag hem knikken. Ze vervolgde: ‘Ik zit vol ideeën over hoe ons land kan worden benut zonder dat de natuurlijke schoonheid van het gebied bij de Silver River wordt aangetast. Het zou niet eens nodig zijn het bestaande ranchhouse te slopen. Dat kan heel eenvoudig van de rest van het land worden afgeschermd door een hoge heg van groenblijvende heesters. Zo zou mam gewoon in haar eigen huis kunnen blijven wonen. Ik word witheet van woede als ik eraan denk dat mijn vader dus wel naar mijn ideeën heeft geluisterd, maar ze nota bene alleen heeft gebruikt om geld van jou los te krijgen. Hij was niet bereid tijd of energie te steken om mam zo ver te krijgen dat ze erachter zou staan.’