De pijn in haar stem haalde meteen de angel uit Adams woede. ‘Jezus, Meg, het spijt me. Het was niet mijn bedoeling zo tactloos over te komen.’ Hoe was het verdorie toch mogelijk dat hij bij haar steeds zijn kalmte verloor? Hij haalde een paar keer diep adem, waarna hij haar oprecht vertelde waar hij echt mee zat. ‘Waar het om gaat, is dat het idee dat jij naar Mexico City gaat om daar onderzoek te doen naar de moord op Ron me de stuipen op het lijf jaagt.’
‘O, goed. Dat snap ik best. Zelf ben ik ook doodsbenauwd. Er zijn al twee mensen dood. Het zou idioot zijn als we niet bang waren.’
Hij was opgegroeid in een gezin waarin men voor elk wissewasje met een beschuldigende vinger naar elkaar wees en een schuldgevoel aanpraatte. Megans vlotte bereidheid hem te vergeven en door te gaan, bezorgde hem een ongelooflijk bevrijdend gevoel.
‘Laten we dit laatste deel van ons gesprek opnieuw doen,’ zei hij. ‘Wanneer zou je naar Mexico willen vertrekken?’
‘Hoe eerder, hoe beter. Ten eerste: als er een spoor is, wil ik niet dat het afkoelt. Ten tweede: op dit moment is het voor mij relatief gemakkelijk om vrij van mijn werk te krijgen. Het skiseizoen is zeven weken geleden afgelopen, en de zomertoeristen worden pas vanaf half juni in Jackson Hole verwacht. We zitten nu dus in het laagseizoen. Ik was van plan mijn baas te bellen om nog een week vrij te vragen nadat ik mijn gesprek met jou heb beëindigd. Daarna wil ik op internet een vlucht boeken voor morgenochtend. Ik kan van hieraf geen rechtstreekse vlucht krijgen, natuurlijk, maar ik kan waarschijnlijk eerst naar Denver gaan en vandaar naar Mexico City vliegen.’
‘Ga dan via Chicago in plaats van via Denver,’ zei Adam. Eindelijk berustte hij in het feit dat hij ergens in de vijf dagen die waren verstreken sinds Megan in zijn leven was losgebroken, zijn verstand had verloren. ‘Als je hier vroeg in de middag kunt zijn, kunnen we met een rechtstreekse vlucht naar Mexico. Ik meen me te herinneren dat de vlucht vanaf O’Hare maar een uur of vier duurt.’
‘We? Ga je met me mee?’
Hij vroeg zich af of hij zichzelf voor de gek hield of dat hij echt blijdschap en opluchting in Megans stem had gehoord. ‘Ja,’ antwoordde hij. ‘Ik ga mee. Bel me maar zodra je weet met welke vlucht je morgen in Chicago aankomt.’
‘Ik ga meteen op zoek. Dan bel ik je zo snel mogelijk terug. Tot zo, Adam.’
‘Tot zo.’ Hij verbrak de verbinding en begon door de kamer te ijsberen. De hemel helpe hem, maar hij was zo opgetogen als een kind op weg naar Disney World bij het vooruitzicht de volgende paar dagen in Megans gezelschap door te brengen. In het gewone leven stond Adam net zo analytisch tegenover zijn eigen gevoelens als tegenover de rest van zijn leven, maar deze keer niet. Voor een man die zich erop liet voorstaan dat hij zich nooit door emoties liet meeslepen, had hij nu opmerkelijk veel tegenzin om er al te veel bij na te denken.
Ach, wat kon het hem schelen? Hij ging naar Mexico. Met Megan. Nou, en? En dat zijn lichaam opeens vol adrenaline leek te stromen… dat was niet zo vreemd, want ze gingen op zoek naar een brute moordenaar. Een andere verklaring hoefde niet gezocht te worden.
Hoofdstuk 13
‘Hé, Meg, wakker worden. We zijn er.’
Met heel veel tegenzin deed Megan een loodzwaar ooglid open, en door een waas van regen zag ze de schittering van de straatlantaarns. ‘Waar zijn we?’
‘Bij het Sierra Nevada Hotel. We zijn in Mexico City, weet je nog?’
Terwijl Megan de slaperigheid van zich afschudde, deed ze alle twee haar ogen open, en ze realiseerde zich dat ze in slaap moest zijn gevallen tijdens de taxirit vanaf de luchthaven. Tot haar acute verlegenheid kwam ze tot de ontdekking dat haar hoofd op Adams borst rustte, en nog erger, dat haar handen op zijn kruis lagen. Lieve hemel, hoe kon dat zo gekomen zijn?
Ze schoot overeind en schoof onmiddellijk naar de verste kant van de taxi. Hopelijk zou Adam begrijpen dat wat iemand in haar slaap deed geheel los kon staan van wat diezelfde persoon deed wanneer ze wakker was en weer in het volle bezit van haar verstandelijke vermogens.
Dat naar de verste kant van de taxi schuiven zou beter zijn verlopen als haar haren – die gekmakende haren – niet vast waren komen te zitten om de knoopjes van Adams shirt. Ze gilde het uit van pijn. Tegelijk kwam het besef dat ze vastzat met haar billen op zo’n dertig centimeter afstand van haar linkerschouder en dat ze niet in staat zou zijn haar hoofd los te maken zonder een haarlok op te offeren. Fantastisch. Geweldig. Nu zat ze dus in de val, met haar neus tegen Adams borstkas. En zijn shirt mocht dan keurig dichtgeknoopt zitten en netjes gestreken zijn, maar daaronder zat niets. Alleen zijn naakte huid. Voorzien van een geur die ongelooflijk lekker rook.