‘Om maar niet te spreken over het feit dat ze nog maar net heeft ontdekt dat ze een broer en zus heeft.’ Megan dwong zich tot een glimlach, ook al was die wat bibberig bij haar mondhoeken. ‘Het duurt wel even voordat je aan dat idee gewend raakt.’
Adams blik zocht die van haar, en zijn grijze ogen stonden opeens warm. ‘Ja, dat ook. Hoewel ik vermoed dat ze het bestaan van een broer en zus juist een van de positieve kanten van de hele situatie vindt. Kate heeft altijd al gewenst dat ze geen enig kind was.’
‘Zo zie je maar weer dat je altijd moet uitkijken wat je wenst. Het lijkt me niet dat dit de manier was waarop Kate aan broers of zussen had willen komen. Ik vraag me af waarom die oude clichés altijd zo banaal lijken tot je merkt dat het voor jezelf opgaat?’
‘Omdat mensen niet weten hoe ze moeten leren van de ervaringen van andere mensen. We moeten zelf met onze problemen worstelen voordat we wijzer worden. Anders zouden we intussen wel in een betere wereld leven, denk je niet?’
Megan slaakte een diepe zucht. Tot een paar weken geleden had haar wereld allemachtig prettig geleken. Haar laatste twee vriendjes waren misschien een tikkeltje saai geweest, en haar hufter van een baas was een ergernis, maar in wezen was het leven heel aangenaam geweest. En eenvoudig. Hemel, wat wenste ze dat het weer allemaal zo eenvoudig kon worden. Terwijl Megan een zucht onderdrukte, wendde ze haar blik naar de inmiddels in duisternis gehulde tuin en haalde haar hand weg, voornamelijk omdat dat veel te goed aanvoelde.
‘We wilden bedenken of die vrouw in mijn vaders hotelkamer iemand voor een nachtje was of iemand die een belangrijker rol speelde,’ zei ze. ‘We hebben net vastgesteld dat ze niet meer dan een vrouw voor een nacht was. Mee eens?’
‘Mee eens, ja.’
‘Als mijn vader dan met voorbedachten rade is vermoord, is die arme vrouw misschien ook vermoord omdat ze de pech had in de hotelkamer aanwezig te zijn toen de moordenaar kwam.’
Adam knikte bij wijze van instemming. ‘Tenzij de politie er aan de hand van de toilettas achter kan komen wie ze was, zullen we het misschien nooit te weten komen.’
‘Intussen moet haar familie zo ongeveer gek worden nu ze niet weten waar ze is en wat er met haar gebeurd is. Waarom moet het leven toch zo wreed zijn?’
‘Als ik daar het antwoord op wist, zou ik allang tot president van de hele wereld gekozen zijn.’ Adam stond op en rekte zich uit. ‘De hele toestand is één grote puinhoop, en de politie in Miami lijkt geen donder op te schieten met het onderzoek naar de moord op je vader.’
‘Ze zullen er heus wel met man en macht aan werken. Dat is misschien iets positiefs wat voortkomt uit al die aandacht van de media. Ik heb gehoord dat ze bij het forensisch lab op extra spoed aandringen om het DNA te identificeren. Als dat eenmaal bekend is, zullen we in elk geval met honderd procent zekerheid weten of het bloed dat ze op diverse plaatsen hebben aangetroffen, echt van mijn vader is.’
‘Ik wist niet dat de politie bij het lab om voorrang had verzocht.’ Adam fronste zijn wenkbrauwen. ‘Dan is de politie wel nalatig geweest, want ze hebben mijn zus daar niet van op de hoogte gesteld.’
‘Geen zorgen, ze houden je zus er niet met opzet buiten, als je dat misschien dacht. Zelf hebben we het ook niet rechtstreeks van iemand uit Miami gehoord. Harry, de sheriff van Stark County, heeft op de middelbare school bij mijn moeder in de klas gezeten, en sindsdien zijn ze bevriend. Hij doet er alles aan om het onderzoek op de voet te volgen.’
‘Heeft hij nog een paar interessante nieuwtjes voor Avery en Kate?’
‘Harry heeft mijn moeder een paar dagen geleden laten weten dat de politie in Miami er vrijwel zeker van is dat de eigenaar van de boot die gebruikt is om de… de stoffelijke overschotten op zee achter te laten, niets met de misdaad te maken heeft. De politie vindt ook dat de beveiliging op de jachthaven volstaat zoals die nu is. Ze hebben een theorie dat de moordenaar misschien vroeger op de jachthaven heeft gewerkt, want anders zou het hem niet meegevallen zijn de boot te stelen zonder de aandacht te trekken.’
Adam leek haar antwoord een paar tellen lang te overpeinzen. ‘Hoe belangrijk is het voor jou dat de politie erachter komt wie je vader heeft vermoord?’ vroeg hij na enige tijd.
‘Het verbaast me zelf hoe belangrijk ik het vind,’ antwoordde ze. Haar stem klonk zacht. ‘Ik wil het weten om het te kunnen afsluiten. Weer zo’n cliché dat ik vroeger nooit begreep. Ik krijg er mijn vader niet mee terug als ik weet wie hem heeft vermoord, maar toch moet ik het weten. Ik moet in elk geval een naam hebben bij de duistere figuur die ik op die afschuwelijke video’s van de bewakingscamera’s heb gezien.’